24 een dwingende norm inhoudt, is het hier ten onrechte aan gehaald. Voorts moet voor .,art. 10 lid 5" gelezen worden: „art. 10 lid 4" en aan het slot voor „art. 7 lid 4": „art. 7 lid 5". Art. 13. Uit de toelichting leiden wij af, dat het de be doeling der Commissie is, dat de rem tegen te vaak terug- keerende herzieningen, die weliswaar niet in de redactie van het artikel ligt besloten, doch die de praktijk daar in zou leggen, ook geldt voor de vier staten. Zou het dan niet ge- wenscht zijn aan het slot toe te voegen: „met de daarbij behoorende staten"? Art. 14. Overeenkomstig hetgeen wel de bedoeling zal zijn, adviseeren wij achter het woord „wedde" in het laatste lid in te lasschen „met inbegrip van emolumenten". De Commissie van Financiën: Aug L. Reimeringer C. W. van der Pot Hz. H. M. Sasse.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 10