171 N°. 259. Leiden, 7 November 1917. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het Forensenkohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1917, met een belastbaar inkomen van 1.495.600. De proefdrukken van dit kohier zijn aan de Raadsleden toegezonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N9. 260. Leiden, 7 November 1917. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van de Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen te Utrecht, om vergunning tot het bouwen van een houten brandstoften- bergplaats op het station Leiden, bestaat bij ons College geenerlei bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering dei'halve in overweging aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen te Utrecht vergunning te verleenen, om de op het terrein van het station Leiden, Sectie M no. 2808, te bouwen brandstollen- bergplaats van hout te doen maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Utrecht, 5 October, 1917. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Namens de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen te Utrecht, heb ik de eer Uwen Raad beleefd ver gunning te verzoeken tot het maken van een brandstoffen- bergplaats op het station Leiden S.S. volgens de teekening en den materiaalstaat, in tweevoud gezonden aan Burgemeester en Wethouders Uwer Gemeente met mijn schrijven L. No. 1705/1.d. 3 d.d. 27 September j.l. Aangenaam zal het mij zijn indien bovengenoemde ver gunning spoedig zou kunnen worden verleend. De Sectie Ingenieur der Mij. voornoemd: J. J. Vermeulen. Lijngebouw S.S. Utrecht. N°. 261. Leiden, 7 November 1917. In Uwe Vergadering van 29 Maart 1917 (Ingek. Stukken No. 74) werd, overeenkomstig het rapport van de Commissie voor de teelt van Voedingsgewassen, welke commissie zich 'op uitnoodig'ing van ons College onder voorzitterschap van den Wethouder van Fabricage gevormd had, om ons met betrekking tot de teelt van voedingsgewassen van voorlichting te dienen, besloten: a. de huur van d§ gemeentelijke terreinen, die daarvoor naar het oordeel der commissie in aanmerking kwamen, voorzooveel noodig te ontbinden, op de wijze en onder de voorwaarden in het rapport vermeld; b. de in het rapport aangegeven terreinen op de daarin vermelde, bij de behandeling van het voorstel op verzoek der commissie nog eenigszins gewijzigde, wijze in gebruik te geven tegen de door de commissie voorgestelde prijzen en onder de dooi* haar voorgestelde voorwaarden; c. ons College te machtigen de in het rapport in grove trekken aangegeven maatregelen, die met het sub a en b genoemde in verband stonden, te nemen d. voor de uitvoering van een en ander een krediet van ƒ4600.(aanvankelijk werd gevraagd ƒ2000.toe te staan. Geuoemde commissie heeft zich, nadat het zooeven vermelde besluit genomen was, welwillend bereid verklaard, ook de uitvoering van een en ander op zich te nemen en heeft ons thans het hierachter afgedrukte verslag doen toekomen. Uit dat verslag blijkt, dat. het doel, dat bij de uitgifte der tuintjes heeft voorgezeten, zeer wel is bereikt. De kosten hebben tot 1 October per saldo ongeveer ƒ2000.bedragen. Met het oog op eenige nakomende kosten zal echter een •bedrag van ƒ2500.— beschikbaar dienen te worden gesteld. Voor het weder omzetten der tuintjes in weiland behoeven voorloopig geen gelden te worden gevoteerd, indien overeen komstig het voorstel der commissie ook in 1918 uitgifte van tuintjes plaats heeft. De commissie stelt n. 1. voor, om de tuintjes te laten liggen, zooals ze thans zijn en ze het volgend jaar onbewerkt te verhuren voor den in dit jaar vastgestelden prijs, zijnde 3.60 per Are. De huurders zouden dan, hetzij zelf moeten zorgen voor omwerking en bemesting, voor zooverre noodig, hetzij bij het van gemeentewege beschikbaar stellen van bewerkers een hoogeren huurprijs moeten betalen. Voor de gemeente zouden de onkosten zich dan bepalen tot die van de bewaking en van eenige administratie, zoodat, afgezien van de latere kosten, om het terrein weder tot weiland om te zetten en het niet kunnen profiteeren van de stijging der huurprijzen ten op zichte van eenige landerijen, de inkomsten de uitgaven dek ken. Dit in de eerste jaren niet kunnen profiteeren van de stijging der huurprijzen, is, zooals U bekend is, een gevolg van den eisch, door eenige huurders van landerijen gesteld, om als compensatie voor de onttrekking van een deel van het gehuurde ten behoeve van de uitgifte van tuintjes, het overige terrein tegen den bestaanden huurprijs een zeker aantal jaren te kunnen inhuren. Het komt ons College voor, dat er alle aanleiding is, om op het denkbeeld der commissie in te gaan en dierhalve ook in het volgend jaar tot uitgifte van tuintjes over te gaan. 1 Op grond van een en ander geven wij U derhalve in over weging 1°. vast te stellen nevensgaanden begrootingsstaat, model C, en het tekort op de exploitatie der tuintjes mitsdien te vinden door afschrijving van een bedrag van 2500.van den post voor »Onvoorziene Uitgaven", waarop thans nog 26.451.91 beschikbaar is; 2°. de terreinen, die in het jaar 1917 voor de teelt van voedingsgewassen zijn gebruikt, daarvoor ook in het jaar 1918 te bestemmen; 3°. ons College te machtigen de uitgifte dier terreinen iri het klein of desnoods in het groot, overeenkomstig het voorstel der commissie te doen plaats hebben, op gelijken voet als in dit jaar het geval is geweest; 4°. voor de uitvoering van een en ander een krediet van 1200.toe te staan. Bij aanneming van dit voorstel is het ons voornemen wederom een beroep te doen op de meergenoemde com missie, om ook voor het jaar 1918 de uitvoering van een en ander op zich te nemen en daartoe het noodige te verrichten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Rapport van de Commissie voor de Teelt van Voedingsgewassen. - Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. De Commissie, door Uw College benoemd om de teelt van voor den mensch bestemde voedingsgewassen in deze Gemeente te bevorderen, heeft de eer, U bij dezen een verslag te doen toekomen van de exploitatie van Gemeentegronden in ver band met genoemd doel. Uitgegeven in tuintjes-vorm zijn de volgende terreinen:. Een bij Endegeest. groot 3,27 H.A. (3,107 H.A.) het Posthof, 0,94 H.A. (0,688 H A.) de Kooilaan, 0,96 H.A. (0,64 H.A.) den Haagweg, 0,69 H.A. (0,5 H.A.) Door de verkaveling in tuintjes ging natuurlijk voor toe gangswegen eenige oppervlakte verloren, zoodat de te betalen oppervlakte werd gereduceerd tot de tusschen geplaatste cijfers. Uit het Reglement voor de huurders vallen te releveeren de volgende bepalingen: Aan één persoon wordt niet meer dan 300 M2. in huur gegeven geteeld mogen worden aardappels en peulvruchten, en, met toestemming van de Commissie, enkele z.g. navrucnten; de huurprijs bedraagt 3.60 per 100 vierk. M. De grootte der uitgegeven stukken varieerde van 90 tot 290 M2. In totaal waren er 43L tuintjes (resp. E. 259, P. 67, K. 55, Hw. 50), die zijn verhuurd aan 333 personen. Het omwerken van het grasland is geschied voor rekening van de Gemeente. Door de Commissie zijn eene hoeveel heid (100 H.L.) pootaardappelen aangekocht, die ongeveer tegen inkoopsprijs aan gegadigden werden overgedaan. Twee derde van de tuinen-oppervlakte is met deze door de Commissie verstrekte pootaardappelen beplant. Aangezien op de terreinen personen aanwezig moesten zijn zoowel ter bewaking als tot het verstrekken van advies aan ondeskundige huurders, kon de openstelling voor de huurders slechts op bepaald aangewezen tijden geschieden. Die tijden zijn in den poottijd vrij ruim genomen, maar konden later worden beperkt, na 1 October nog meer. Gedurende den zomer waren op twee dagen de terreinen open, 's morgens en 's avonds; één dag daarvan ook 's middags. Naar aanleiding van een adres van huurders is daar nog één avond aan toegevoegd. De exploitatiekosten tot 1 Oct. zijn. geweest als volgt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 3