DONDERDAG 11
OCTOBER 1917.
215
Zitting Tan Donderdag 11 October 1917.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van een leeraar in de Meetkunde aan de
Afd. A der Kweekschool voor Onderwijzers en Onder
wijzeressen en vaststelling van diens jaarwedde en pen
sioensgrondslag. (186 ên 229)
2° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 2e
klasse voor jongens en meisjes No. 1.
3° Praeadvies op het verzoek van Mr. H. W. C. J. de Jong om
eervol ontslag als secretaris van het College van Cura
toren van het Gymnasium. (228)
4° Praeadvies op het verzoek van Mej. M. J. Groen om eervol
ontslag als onderwijzeres aan de school der 4e klasse
No. 1. (234)
5° Praeadvies op het verzoek van de Wed. J. G. den
Tonkelaarvan der Kaay om bestendiging van de haar
toegekende wekelijksche toelage. (235)
6° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van het drukken van een nieuwen catalogus van de
schilderijenverzameling in het Stedelijk Museum »de
Lakenhal". (231)
7° Praeadvies op het verzoek van W. F. van lngen Schenau,
pachter van de buffetten -in de Stads-Gehoorzaal, om toe
kenning van eene schadeloosstelling wegens de tijdelijke
sluiting en de beperkte verhuring van de Gehoorzaal. (236)
8° Voorstel om goed te keuren dat, in afwijking van art.
25 der concessievoorwaarden, het aantal ritten van de stads
tram per dag in ééne richting tijdelijk tot wederopzeggens
141 bedraagt. (232)
9° Voorstel tot deelname in het aandeelenkapitaal der Naam-
looze Vennootschap «Nederlandsche Uitvoer-Maatschappij",
te 's Gravenhage. (237)
10° Verordening, houdende wijziging van de verordening van
17 December 1914 (Gem.blad No. 37), betreffende de levering
van electriciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit. (230)
Tegenwoordig zijn 24 leden, n.l. de heeren: van Tol, Bots,
van der Pot, Timp, van Romburgh, Zwiers, Reimeringer,
Jaeger, de Boer, Eerdmans, Sjjtsma, Botermans, Fokker,
Wilmer, Fischer, van der Lip, Huurman, Roem, Sasse, van
Hamel, floogenboom, van Gruting, Fabius en Boot.
Afwezig zijn de heerenBriët, wegens verhindering, van der
Eist en J. P. Mulder, wegens uitstedigheid, A. Mulder, wegens
ongesteldheid, Pera, wegens familieomstandigheden, Harte-
velt en Aalberse.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 20 September 1917 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Beschikking van Gedep. Staten op bezwaarschriften tegen
aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1916.
2°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordening
van 20 September j.l., ter voldoening aan art. 178 der Ge
meentewet.
3°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd plan tot gedeeltelijke herziening van het Uit
breidingsplan.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van H. C. van der Heijde, om ontslag als lid
der Plaatselijke Schoolcommissie.
De Voorzitter. Naar aanleiding van dit verzoek stel ik
voor den heer van der Heijde eervol ontslag te verleenen
onder dankbetuiging voor de vele goede diensten door hem
als lid en secretaris van de Plaatselijke Schoolcommissie aan
het onderwijs hier ter stede bewezen.
Wordt dienovereenkomstig besloten.
2°. Verzoek van de R. K. Winkeliersvereeniging, onderatd. van
»de Hanze", om over te gaan tot opheffing van den z.g. ge
meentelijken gaswinkel.
3°. Verzoek van Dr. P. J. Enk om eervol ontslag als leeraar
in de oude talen aan het Gymnasium,
4°. Adres van den Christ.- Besturenbond en van de afd.
Leiden van den Ned. R. K. Volksbond, inzake de verhooging
van de bedragen, die voor levensonderhoud en voor inwonende
kinderen van den aanslag in de de plaatselijke directe be
lasting worden afgetrokken.
5°. Verzoek van de Maatschappij tot exploitatie van Staats
spoorwegen te Utrecht, om vergunning tot-het bouwen van
een houten brandstoffenbergplaats op haar stationsterrein.
borden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders.
6°. Adres van de Duurtecommissie uit de Leidsche Arbeiders
beweging in zake de oprichting van gemeentelijke wasch-
inrichtingen, en in afwachting daarvan de verstrekking van
warm water.
Dit adres luidt als volgt
Leiden, 9 October 1917.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekenden, resp. voorzitter en secretaris der Duurte
commissie uit de Leidsche Arbeidersbeweging en handelende
in opdracht der Alg. Vergadering van 6 October j. I., geven
te kennen
dat zij Uwen Raad dringend verzoeken, in het hygiënisch
belang der talrijke arbeidersbevolking van Leiden en tevens
met het oog op de abnormaal hooge en mogelijk nog stijgende
prijzen van alle waschartikelen, benevens ter meerdere be
sparing van brandstoffen en gas, ten spoedigste over te gaan
tot het oprichten van eene of meerdere Gemeentelijke was-
scherijen, waar de wasch van arbeidersgezinnen onder goede
controle behandeld kan worden voor een prijs, die geacht
kan worden in het bereik te zijn van het arbeidersgezin;
dat zij Uwen Raad tevens verzoeken, in afwachting van
de in werking treding dezer wasscherijen, een proef te willen
nemen met het verstrekken van warm water op wasch- en
werkdagen van Gemeentewege, door middel van de daartoe
in aanmerking komende fabrieken;
dat zij de gronden voor deze verzoeken uiteen zetten in de
hierbij gaande memorie van toelichting.
't Welk doende,
J. Daart, Voorzitter.
J. J. v. Stralen, Secretaris.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
Gemeentelijke wasscherijen.
Ondergeteekenden zijn van meening, dat het in het belang
der Volksgezondheid dringend rioodig is, maatregelen te nemen,
dat voortaan de arbeiderswasch buitenshuis kan worden
gedaan.
De meesten der arbeidersvrouwen zien met zorg de telkens
terugkeerende waschdag tegemoet.
Op dezen dag toch hebben zij naast de zorg voor hunne
huishouding en voor de bereiding van het middagmaal, ook
nog de veelal groote wasch te reinigen, Wat voor de zwakke
krachten van velen hunner een inderdaad te zware taak is.
Daarbij komt nog, dat veelal bij de minstbedeelden, door
het gebrek aan woonruimte, eri trouwens in den winter bij
het meerendeel der arbeiders, de wasch moet worden ge
droogd in dezelfde kamer, waar tevens gewoond, gekookt,
enz. wordt.
Wij gelooven niet te veel te zeggen, als we beweren, dat
dit op de volksgezondheid van nadeeligen invloed is.
Vooral de laatste jaren echter is bij deze bezwaren tegen
het behandelen der wasch binnenshuis, ook nog dit gekomen,
dat door de zeer hooge prijzen van alle waschmiddelen als
gele zeep, soda, stijfsel, zeeppoeder, chloor, borax, sunlicht-
zeep, enz. het bijna ondoenlijk is, om op een behoorlijke
wijze en zoo vaak als dit noodig is, de vuile kleeding te
reinigen, wat ons eveneens toeschijnt in het nadeel der volks
gezondheid te zijn.
Als wij hier bovendien nog aan toevoegen, dat het doen
reinigen der wasschen in een of meerdere inrichtingen ook
nog groote brandstoffen besparing met zich brengt, en dat
het door een dergelijke concentratie ook mogelijk is om de
prijzen voor de wassching zoo te stellen dat zij binnen het
bereik der arbeidersgezinnen vallen, dan meenen we voldoende
gronden ter aanbeveling van dit verzoek te hebben bijgebracht.
Verstrekking van warm water.
Ook het tweede door ons gedaan verzoek zal mede in een
groote behoefte voorzien.
De tegenwoordige toestand ten opzichte van het verwarmen
t* .4