164
Horikx, respectievelijk voorzitter van den Christelijken Besturen
bond te Leiden, en secretaris van den Nederlandschen Roomsch-
Katholieken Volksbond, afdeeling Leiden en Omstreken, welke
organisaties zij in dit schrijven vertegenwoordigen, domicilie
kiezende ten huize van den tweeden ondergeteekende, Anna
Paulownastraat 110. 20;
dat zij van meening zijn, dat door de enorme prijsstijging-
van de meest noodige levensbehoeften gedurende de laatste
jaren voor het noodzakelijk levensonderhoud van eiken inge
zetene minstens 50 procent meer noodig is dan in normale
tijden, voor den oorlog;
dat dus de uitgaven voor het noodzakelijk levensonderhoud
voor een ieder zijn gestegen
dat daartegenover het bedrag, bij de plaatselijke directe
belastingen voor het noodzakelijk levensonderhoud afgetrokken,
nog steeds gelijk is aan dat van voor den oorlog, terwijl het
bedrag voor den kinderaftrek slechts verhoogd is met 5.
dat zij daarom van meening zijn, dat het bedrag voor het
noodzakelijk levensonderhoud, bij het bepalen van het belast
baar bedrag, nog minder in overeenstemming is met het
werkelijk daarvoor besteedde bedrag, dan dit reeds was voor
eenige jaren, terwijl de billijkheid eischt, dat deze bedragen
elkaar zoo dicht mogelijk benaderen;
spreken als hunne meening uit, dat de bedragen van
ƒ300.en ƒ400voor noodzakelijk levensonderhoud dienen
te worden gebracht op ƒ500.— en ƒ600.en het bedrag
van den kinderaftrek van 25.op ƒ40.— en verzoeken
mitsdien [Jw geacht College de betreffende verordening aldus
te wijzigen en deze verandering te doen ingaan met het
belastingjaar 1918.
't Welk doende enz.
H. Wetselaar.
J. M. H. Horikx.
Leiden, 7 October 1917.
N°. 245. Leiden, 18 October 1917.
Zooals U bekend is geniet de vereeniging «Zuigelingenzorg"
alhier, die over de jaren 1911, 1912 en 1913 eene gemeente
lijke subsidie van 200.'sjaars ontving, ingevolge raads
besluit van 24 Juli 1913 (Ingek. Stukken No. 202) vanaf
1 Januari 1914 eene subsidie van 400.— per jaar.
In nevensgaand adres verzoekt het bestuur nu deze subsidie
over het jaar 1918 tot ƒ600.te verhoogen, aangezien anders
de exploitatierekening niet sluitende kan worden gemaakt.
Tot ons leedwezen kunnen wij geen vrijheid vinden U voor
te stellen op dit verzoek eene gunstige beschikking te nemen.
Met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden en den
financiëelen toestand der gemeente toch is, zooals terecht bij
het afdeelingsonderzoek der begrooting voor 1918 door meerdere
leden werd opgemerkt, beperking bij het verleenen van subsidies
alleszins gewenscht. Adressant zal moeten trachten de inkomsten
der vereeniging op een andere wijze te versterken, hetzij door
het organiseeren van een liefdadigheidsconcert, hetzij door
vermeerdering van net ledental en van het bedrag der giften
ineens. Thans worden de ontvangsten uit dien hoofde voor
1918 slechts op ruim 500.— geraamd.
Wij geven U mitsdien in overweging voor het jaar 1918
geen hoogere subsidie aan de vereeniging «Zuigelingenzorg"
toe te kennen, dan het op volgn. 126 der concept-begrooting
voorloopig uitgetrokken bedrag van f 400.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Mei, 1917.
Aan hot Bestuur der Gemeente Leiden,
Verzoeken eerbiedig ondergeteekenden het bestuur van de
Vereeniging «Zuigelingenzorg" te Leiden om voor het jaar
1918 een hooger subsidie uit de Gemeentekas te willen ver
leenen tot een bedrag van zeshonderd gulden. Steeds grooter
worden de moeielijkheden bij de exploitatie van de melk-
keuken ondervonden, doordat onder den druk der tijdsom
standigheden de prijzen van alle grondstoffen (meel, suiker
en alle melkpraeparaten behalve gewone volle melk) belangrijk
zijn gestegen, en in niet onbelangrijke mate ook die der
flesschen, terwijl de draagkracht van dat deel der bevolking,
dat het consultatiebureau bezoekt, en gebruik zou willen
maken van de in onze melkkeuken bereide melk, zeer aan
merkelijk is achteruitgegaan. Door een belangrijke gift van
ruim zeshonderd gulden, het batig saldo van een liefdadig
heidsvoorstelling geheel te gebruiken om het tekort op de
exploitatie voor 1916 en 1917 te dekken, zal het mogelijk
zijn, om het verstrekken van melk aan ouders van kinderen,
die dit dringend behoeven, voort te gaan. Het is evenwel
noodzakelijk, dat ook het subsidie, van de gemeente voor
1918 tot minstens het gevraagde bedrag verhoogd wordt, om
de exploitatie te kunnen volhouden.
Wij vertrouwen, dat Uw college onder deze omstandig
heden ons verzoek om een subsidie voor 1918 van zeshonderd
gulden toe te staan wel zult willen inwilligen.
Het Bestuur van de Vereeniging «Zuigelingenzorg"
W. Nolen, voorzitter
F. van Panthaleon van Eck, 'penningmeesteres
E. Gorter, secretaris
N°. 246. Leiden, 19 October 1917.
Wij hebben de eer U de volgende voordracht aan te bieden
voor de bmoeming van een onderwijzer met hoofdakte en
akte Fransch aan de openbare Jongensschool 2e klasse alhier,
ter vervulling van de vacature, welke is ontstaan tengevolge
van het overlijden van den heer H. Th. van Urk en' voort
durende door het niet aannemen der benoeming door den
heer G. de Groot, welke voordracht is opgemaakt in overleg
met den Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen be
richt van het Hoofd der school.
1°. C. HUGE, tijdelijk onderwijzer aan de openbare Jongens
school 2e klasse) te Leiden;
2°. J. VAN LOO, Hoofd eener school, te Maasland;
3°. J. PRU1SSEN, Hoofd eener school, te 's Gravemoer.
Met verwijzing naar de desbetreffende, in de Leeskamer
ter inzage liggende stukken, verzoeken wij U alsnu tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 247. Leiden, 19 October 1917.
In overleg met den Arrondissements-Schoolopziener en na
ingewonnen bericht van de hoofden der Jongensschool 2e
klasse en der Meisjesschool 2e klasse, hebben wij de eer
Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bieden voor
de benoeming van een onderwijzer(es) aan die scholen,
speciaal belast met het onderwijs in het Fransch aan die
leerlingen welke, na eene andere school te hebben bezocht,
tot de Jongensschool 2e klasse of de Meisjesschool 2e klasse
worden toegelaten, doch het onderwijs in het Fransch niet
kunnen volgen in de klasse, waarin zij, in verband met
hunne vorderingen in de overige vakken, moeten geplaatst
worden, en zulks ter voorziening in de vacature, welke is
ontstaan tengevolge van het met ingang van 1 September j.l.
aan den heer W. Prins verleend eervol ontslag:
1°. Mej. H. C. NOIJ, tijdelijk onderwijzeres aan de z. g.
Fransche klasse aan de Jongensschool 2e klasse en aan
de Meisjesschool 2e klasse, te Leiden;
2°. Mej. H. DE WILDE, onderwijzeres aan de O. L. school
2e klasse voor jongens en meisjes, No. 3, te Leiden;
3°. Mej. T. OVER DIEP, onderwijzeres aan de O. L. school
3e klasse, No. 5, te Leiden.
Wij verzoeken U thans tot de benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.