DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1917. 199 belang van de ambtenaren niet opofferen. Burgemeester en Wethouders hebben ons bang gemaakt met het hooge cijler door hen gegeven. Het was voor mij een uitkomst daarnaast te mogen ontvangen een dienstrooster van de brugwachters zelf. Dat rooster heb ik met aandacht gelezen en het is mij niet gelukt een hiaat te vinden, zoodat ik met deze beambten geloof dat het met zeer weinig kosten kan gaan zooals ik voorstelwaar hetgeen ik voorstel zoo weinig verschilt met de andere regeling. Ik meen daarom mijn amendement te moeten handhaven tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter. Bij mij is ingekomen het volgende amen dement van den heer Sijtsma: «Ondergeteekende stelt voor in zijn amendement op ar tikel 21 alinea 1 in plaatst van 11 uur per etmaal te lezen 77 uur per week." Het amendement luidt dan nu: »Het aantal uren, waarop de ambtenaar volgens zijn instructie dienst moet doen, mag niet meer bedragen dan 9, voor de brugwachters niet meer dan 77 uur per week". Het amendement is voldoende toegelicht; wordt het onder steund Het amendement wordt voldoende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraadslaging uit. De heer van der Pot. M. d. V. Het amendement zal nu moeten luiden: mag niét meer bedragen dan 9 per etmaal en voor de brugwachters niet meer dan 77 uur per week. De heer van der Lip. M. d. V. Ik wil beginnen met op te merken, dat. wij hier eigenlijk te doen hebben met twee amen dementen en dat het mij wenschelijk voorkomt, dat ieder afzonderlijk in stemming wordt gebracht. De heer Sijtsma stelt in de eerste plaats voor, dat het aantal diensturen der ambtenaren, uitgezonderd dat der brugwachters, niet meer zal mogen bedragen dan 9 per etmaal, terwijl door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld 10 uur. Ik moet er op wijzen, dat wij hier te doen hebben met een maximum en dat het alleszins van belang is ten deze wat speelruimte te hebben. Wij hebben de be zwaren tegen dit amendement reeds schriftelijk meegedeeld, en het verbaast mij, dat de heer Sijtsma hierover met geen enkel woord heeft gesproken. Wij hebben er op gewezen, dat deze regeling b. v. voor het Slachthuis onmogelijk zou zijn uit te voeren. Zomers is de werktijd daar 10 en 's winters 9 uur. Wanneer men nu een maximalen diensttijd invoert van 9 uur, dan is er natuurlijk geen enkel ambtenaar, die 10 uur zal mogen werken. Hoe moet het dan 's zomers aan het slachthuis gaan Ik zou nog wel andere voorbeelden kunnen noemen. Ik denk verder aan de bedienden in de Gemeente- Apotheek. Ook te hunnen aanzien kan toch moeilijk bepaald worden dat zij slechts een diensttijd van 9 uur per dag zullen hebben, daar hun diensttijd, wat niets erg is, wel eens langer is. Ik zeg nog eens: wat door ons wordt voorgesteld, is een maximum. De heer Sijtsma zal ook wel weten, dat de toestand hier van dien aard is, dat men over den duur van den werktijd heusch niet te klagen heeft. Dit is ook wel gebleken uit de requesten van de verschillende bonden. Daarin zijn natuurlijk allerlei wijzigingen en aanvullingen van deze verordening gevraagd, 'maar op deze bepaling is geen aanmerking gemaakt. De Ned. Ambtenaarsbond vraagt: »de uren van verplichten buitengewonen dienst aan den »ambtenaar te vergoeden, voor zoover zij met het gewone «aantal diensturen te zamen meer dan 10 bedragen." Tegen een normalen werktijd van hoogstens 10 uur wordt dus geen bezwaar gemaakt. De Ned. Bond van Gemeente-ambtenaren schrijft: «Niet kan worden ontkend dat de aard der betrekking «meebrengt dat van de eene groep van ambtenaren meer «behoort te kunnen worden gevorderd dan van een andere «groep, zoodat reeds uit dezen hoofde de maxima eenigszins «ruim gesteld moeten worden", en dan komt het verzoek om voor de ambtenaren ter Secretarie het maximum te stellen op 8. Dus zooals men ziet, ook deze bond heeft niet het minste bezwaar tegen het algemeene maximum van 10. Zelfs wordt toegegeven dat het maximum wat ruim moet worden gesteld. Ik wil er verder nog op wijzen, dat ook in andere plaatsen een bepaling, als de heer Sijtsma wil, niet voorkomt. In de Haagsche verordening ik kom weder met den Haag aan dragen is een bepaling van het aantal werkuren per dag in het geheel niet te vinden, wel is een voorstel daartoe gedaan, maar dat is verworpen. In Haarlem heeft men be paald, dat de arbeidstijd per week 60 uren niet mag over schrijden, dat klopt dus volkomen met hetgeen wij voorstellen. Maastricht heeft ook een maximum van 10 uren per etmaal, terwijl ik in geen enkele verordening een maximum van 9 uren heb gevonden. Laat mij er ook nog even op wijzen ik heb het bij de algemeene beschouwingen ook al gedaan dat de grootste moeielijkheid van een regeling als deze is dat zij moet gelden voor alle ambtenaren wier werk zoo ontzettend uiteen loopt. Ook daarom is hier een eenigszins ruime grens gewenscht. Ik geloof derhalve dat de Raad verstandig zal doen niet met dit amendement mee te gaan. Wat nu betreft de regeling omtrent de brugwachters, de heer Sijtsma deed het voorkomen alsof de wijziging die hij in zijn amendement gebracht heeft een tegemoetkoming zijner zijds is. De berekening van de uren per week inplaats van per etmaal kunnen Burgemeester en Wethouders echter moeielijk als een tegemoetkoming beschouwen. Het gaat toch hier over den werktijd van de brugwachters en dezen wil de heer Sijtsma verminderen en wij willen dit niet. Het is heel gemakkelijk gezegd: maak van 12 uur 11, maar men weet niet tot welke moeielijkheden dat aanleiding geeft. Wij zou den daardoor een geheele ontwrichting van den dienst krijgen, die op een werktijd van gemiddeld 12 uren per dag ingericht is. Men zou dan een geheel andere dienstregeling moeten maken en meer personeel aanstellen. De heer Sijtsma zegt: dat is zoo'n bezwaar niet. Ik heb gisteren ontvangen een rooster van de brugwachters en die hebben het zoo ingericht, dat zij werkelijk maar 77 uren per week dienst zullen behoeven te doen. Ik vind het wel wat erg, dat men op zoo'n rooster maar dadelijk afgaat en het aanvaardt als een evangelie, en dat men niet eerst vraagt: Is dat rooster dat de brugwachters zelf ontworpen hebben wel uitvoerbaar Het heeft mij in hooge mate verbaasd, dat wij gisterenavond een voorstel van de brugwachtersvereeniging gekregen hebben, om den dienst op de door hen ontworpen wijze in te richten natuurlijk hebben wij geen tijd gehad deze regeling nader te onderzoeken. Heeft men dan geen tijd gehad die regeling eerder bij de leden van den Raad in te dienen? Ik kan dan ook op het oogenblik over die regeling mijn opinie niet uit spreken, Burgemeester en Wethouders hebben geen gelegen heid gehad daarover het advies van den Havenmeester in te winnen. Ik ga er dus niet verder op in. Alleen deze opmer king dat het mij al dadelijk trof dat er in het rooster iets voorkomt wat niet mogelijk zal zijn. Er zal volgens het rooster één nacht zijn waarin slechts 5 man dienst zullen doen, terwijl wij ons bij contract met de Provincie verbonden hebben des nachts 6 brugwachters te laten dienst doen. De heer Sijtsma. M. d. V. Moet er over de 2 amendementen afzonderlijk worden gestemd? De heer van der Lip. Men kan ze onmogelijk tegelijk in stemming brengen, iemand kan vóór het eene en tegen het andere zijn. De heer Pera. M. d. V. Een enkel woord wensch ik te zeggen naar aanleiding van het eerste gedeelte van het amendement van den heer Sijtsma. Ik wil dan opmerken, dat de heer Sijtsma goed moet begrijpen, dat er ernstige bezwaren tegen zijn voorstel zijn. Na de toelichting van Burge meester en Wethouders, dat 10 uur moet worden beschouwd als maximum, zou het van den Raad toch wel wat al te dwaas zijn mede te gaan met het voorstel van den heer Sijtsma. Ik zou den heer Sijtsma derhalve in ernstige overweging willen geven het eerste gedeelte van zijn amendement in te trekken. Ik geloot niet, dat wij zullen handelen in het belang der gemeente, wanneer wij den diensttijd bepalen op als maximum 9 uur. Over het tweede gedeelte van het. amendement wil ik het zwijgen bewaren. De heer Fischer. M. d. V. Een klein staaltje wil ik mede- deelen ter illustreering van de onmogelijkheid van hetgeen door den heer Sijtsma wordt voorgesteld. Zooals men weet zijn de werkuren van de gemeentewerklieden 9 uur per dag en 54 per week. Het spreekt nu van zelf, dat in den winter de werkuren wat korter zijn en in den zomer wat langer, wanneer men hoogstens 10 uur per dag werkt. Voor men- schen, die handenarbeid verrichten, is dat zeker niet te lang. Wat zal er nu gebeuren, wanneer het amendement van den heer Sijtsma wordt aangenomen. Wanneer er dan 9 uur ge werkt is, zullen de opzichters zeggen: werkt nu nog maar een uur door, maar wij behoeven er niet langer bij te zijn. De heer van der Pot. Dit is geen gelukkig voorbeeld, want zij vallen niet onder deze regeling. De Voorzitter. Het is integendeel een zeer gelukkig voor beeld, want de opzichters vallen er wel onder. De heer van der Lip. M. d. V. Ik wil nog iets zeggen over het tweede gedeelte van het amendement van den heer Sijtsma, dat ik zoo even verzuimd heb te zeggen, het betreft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 13