174
DONDERDAG 30
AUGUSTUS 191/.
De Voorzitter. Ik had dit gedacht.
Men begrijpt, dat als men eene zaak beheert als de gas
fabriek, dat men er dan niet altijd op ingeschoten is om
genoeg contact te houden met den Raad. De Commissarissen
moeten er evenwel op staan geheel op de hoogte te worden
gehouden van de reserves, die er zijn, want zij moeten daar
van verslag uitbrengen aan den Raad. De Commissarissen
moeten den stand van zaken mededeelen aan den Raad, en
de Directeur moet alleen tegenover hen open kaart spelen.
Dat is de gezonde toestand van een openbaar lichaam.
Verlangt thans iemand nog het woord over de rekening?
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praeadvies besloten.
(De heeren Bots en Zwiers komen weder ter vergadering.)
XXI. Praeadvies op het verzoek der N. V. Leidsche Melk
inrichting »de Landbouw" om vergunning tot het bouwen
van een houten afdak op het perceel aan den Rijnsburger-
singel No. 23.
(Zie Ing. St. No. 187.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden, tot dek
king van het een vierde gedeelte van het tekort op de exploi
tatie van de Centrale Keuken.
(Zie Ing. St. No. 198.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXIII. Praeadvies op het verzoek van A. Backer om den
toegangsprijs tot de Graanbeurs te verhoogen tot 10 cent
per persoon.
(Zie Ing. St. No. 207.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXIV. Praeadvies op het verzoek van J. N. van der Rey-
den Jr. en A. Th. J. Swaving om een gedeelte van het achter
hunne perceelen aan den Leidschen Straatweg onder Oegst-
geest gelegen weiland te mogen huren of koopen.
(Zie Ing. St. No. 200.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXV. Praeadvies op het verzoek van het Centraal Bureau
van- Advies van den Middenstand, om toekenning van een
subsidie ten behoeve van zijn te Leiden gevestigd filiaal.
(Zie Ing. St. No. 199.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Vergouwen. M. d. V. Het leek natuurlijk wel wat
vreemd, dat ik in deze vergadering kwam, niettegenstaande
ik in de vorige zitting reeds afscheid had genomen. Het zal
den leden echter niet onnatuurlijk voorkomen, wanneer men
in aanmerking neemt, dat punt 25 op de agenda is geplaatst.
Had ik kunnen vermoeden, dat dit punt nu reeds op de agenda
zou komen, dan had ik mijn afscheid tot deze zitting uitge
steld. Ik had gedacht dat Burgemeester en Wethouders
voldoende officieele inlichtingen zouden hebben kunnen ver
krijgen omtrent de werking van het adviesbureau, voordat zij
daaromtrent praeadvies uit zouden brengen. Ik acht deze quaestie
evenwel vim zoo'n groot belang niet alleen voor den midden
stand van Leiden, maar voor den middenstand in het algemeen
dat ik meende goed te doen om hiervoor nog eens het woord
te kunnen nemen. Ik wil vooraf zeggen, dat het niet mijne
bedoeling is om aan de stemming over dit punt deel te nemen,
maar ik wenschte slechts eenige nadere toelichting te geven,
en laat de beslissing over deze zaak met vertrouwen aan den
Raad over.
Ik begin dan te constateeren, dat dit is een zaak niet in
het belang van Leiden alleen, maar in het algemeen belang
van den middenstand. De heeren maken zich blijkbaar naar
ik bevonden heb van een adviesbureau een verkeerde voor
stelling. Er zijn op het oogenblik 17 adviesbureau's over het
geheele land verbreid. De oprichting van die bureau's is uit
gegaan van de Regeering. De Regeering subsidieert ze. Zij
houdt er toezicht op en wel zoo sterk, dat er geen vergadering
van beteekenis plaats heeft zonder tegenwoordigheid van den
Rijksnijverheidconsulent. Het ware nu natuurlijk geweest, dat
men zich tot den Rijksnijverheidconsulent, die volkomen van
de zaak op de hoogte is, of tot een van de bureau's om in
lichtingen had gewend. Maar noch het een, noch het ander
is geschied. Vandaar dat het advies van de Kamer van Koop
handel zoo afwijkt van den werkelijken toestand. Het ver
wondert mij des te meer, omdat de voorzitter van de Kamer
van Koophandel een warm hart heeft voor den middenstand.
En deze zaak »is" in het belang van den middenstand.
Dat belang van den middenstand is mede bepleit door de twee
groote middenstandsvereenigingen hier ter stede, die adhaesie
hebben betuigd met het verzoek in kwestie. Alleen die twee
adhaesiebetuigingen hadden al de aanleiding moeten zijn om
nadere en betere inlichtingen omtrent de werking van de
adviesbureau's in te winnen. De Regeering heeft indertijd hare
medewerking verleend bij de oprichting van de bureau's, om
dat zij een groote leemte zag bij den handeldrijvenden midden
stand. Een massa middenstanders houden nl. absoluut geen
boek. Elk oogenblik had de Regeering daarmede moeilijkheden;
maar ook voor de middenstanders zelf bleek het een groote
leemte, die zoo spoedig mogelijk moest worden aangevuld.
Daarom heeft de Regeering eenvoudig gezegd: Ik zal zelf in
grijpen en de oprichting van adviesbureau's zoo gemakkelijk
mogelijk maken door het verleenen Van subsidie.
Dit is dan ook gebeurd en het gevolg is geweest, dat die
bureau's zijn gaan werken en ook overeenkomstig de aan
wijzingen, die zij ontvangen hebben, gewerkt hebben. Ik heb
de vrijheid genomen aan de heeren eene circulaire testuren,
waaruit blijkt, hoeveel door het Centraalbureau in den Haag
reeds is behandeld. De Kamer van Koophandel stelde voorop,
dat voorlichting van den Middenstand wenschelijk werd geacht
op administratief gebied. Nu is het merkwaardig, dat de op
vatting heeft post gevat, dat deze bureau's te kort zouden
doen aan accountants en boekhouders. Dat is niet het geval.
De adviesbureau's werken niet, waar accountants zijn, maar
juist daar, waar men zich zoo iemand niet kan aanschaffen,
omdat hunne tarieven daarvoor te hoog zijn. Het is dikwijls
gebeurd, dat door een adviesbureau eene boekhouding is in
gericht, die dan later door een boekhouder werd overgenomen. In
plaats, dat de adviesbureau's de boekhouders tegenwerken, ver
gemakkelijken zij hun werk. Deze bureau's werken op geheel
onontgonnen terrein. Zij dienen van advies zulke menschen,
die er geen accountant of boekhouder op na houden en toch
juist eene boekhouding noodig hebben. De Kamer van Koop
handel zegt: wij weten nog wel een ander arbeidsveld voor
zulk een adviesbureau. Het ligt echter niet op den weg van
de Kamer van Koophandel aan te geven, wat het doel is van
de adviesbureau's. Het doel van zulk een bureau is menschen,
die geen verstand van boekhouding hebben aan eene goede
boekhouding te helpen. Ik behoef niet te zeggen, hoe moeilijk
het aan vele menschen valt hunne belastingbiljetten goed in
te vullen.
Nu adviseert de Kamer van Koophandel dat het advies
bureau krachtig propaganda moest gaan maken voor de goede
inrichting eener boekhouding. Maar dat wordt door het advies
bureau van zelf gedaan. Tot 1 Juni van dit jaar zijn er van
wege het Centraalbureau in den Haag niet minder dan 20
spreekbeurten vervuld, waarvan 6 in Leiden, waarvoor niets
behoefde te worden betaald, en waarbij de noodzakelijkheid
van eene goede boekhouding is in het licht gesteld. Het heeft
o. a. dit gevolg gehad, dat zich gisteren nog eene deputatie
tot het bureau heeft gewend met het verzoek inlichtingen te
verstrekken voor de oprichting van een cursus in het boek
houden. Dit is evenwel niet het hoofddoel, maar het nevendoel.
Het hoofddoel van het adviesbureau is leiding te geven aan
de administratie van de middenstanders, opdat zij eene goede
boekhouding verkrijgen. Wanneer dan nog door de Kamer
van Koophandel genoemd wordt als doel voor een advies
bureau om ten behoeve van kleine zaakjes, die de hulp van
een accountant of boekhouder bezwaarlijk bekostigen kunnen,
gratis of althans tegen een uiterst laag tarief hulp beschik
baar te stellen, dan verbaas ik mij ten zeerste over zulk eene
opmerking, want dat is juist het doel van het adviesbureau,
meer nog dan iets anders.
Een adviesbureau lijkt in geen enkel opzicht op een parti
culier bureau. Want wanneer iemand bij een adviesbureau
komt, die absoluut niet kan betalen, dan wordt hij beslist
geholpen en dan wordt hij niet half geholpen, maar heel.
Meermalen is er dan ook arbeid verricht voor menschen, van
wie men beslist wist, dat zij niet konden betalen. Het komt
natuurlijk wel eens voor, dat er menschen komen, die voor
geven niet te kunnen betalen, maar van wie na onderzoek
der boeken blijkt, dat zij wel kunnen betalen. Dat zal overal
wel zoo zijn. Wanneer echter duidelijk blijkt, hetzij na onder
zoek van de boeken, hetzij uit de omstandigheden waaronder
de personen verkeeren, dat ze niet betalen kunnen, dan wordt
hun ook niets in rekening gebracht.
De heer Pera. Het kost geld 1
De heer Vergouwen. Ja, het kost ook geld! Die kosten nu