GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
INdEKOHEIi STIKKKX.
No. 189. Leiden, 15 Augustus 1917.
Naar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer,
hebben Ëestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting de
eer het volgende dubbeltal voor te dragen voor een lid van
ons bestuur buiten den Gemeenteraad, dat jaarlijks op den
eersten Dinsdag van September aftreedt, ditmaal zijnde de
heer W. F. Verhey van Wijk, die opnieuw benoembaar is.
1°. W. F. VERHEIJ VAN WIJK.
2°. A. H. DROS.
Bestuurderen voornoemd
J. G. v. d. Sluys, Voorzitter.
Aug. L. Reimeringer, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 190. Leiden, 15 Augustus 1917.
Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van
Mej. Dr. C. Ligtenberg, om eervol ontslag als leerares in de
geschiedenis en aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes alhier, bestaat bij ons College geen bezwaar.
Wij geven U mitsdien in overweging aan Mej. Dr. C.
Ligtenberg, op haar verzoek, eervol ontslag te verleenen uit
hare betrekking van leerares in de geschiedenis en aardrijks
kunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier en
dat ontslag te doen ingaan op 1 October 1917, of zooveel
eerder als de te benoemen opvolgster van Mej. Ligtenberg in
functie treedt.
De door de Commissie van Toezicht en den Inspecteur van
het Middelbaar Onderwijs te dezer zake uitgebrachte adviezen
liggen in de Leeskamer ter inzage.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Ik heb de eer U beleefd te verzoeken mij met 1 October
a.s., of zoo mogelijk reeds met 1 September a.s., eervol ontslag
te willen verleenen uit mijne betrekking van leerares in de
geschiedenis en aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes te Leiden, wegens mijne benoeming tot leerares
aan de 2e Hoogere Burgerschool voor Meisjes te 's-Gravenhage.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te
verblijven van U, Edelachtbaren,
de dw. dien.
C. Ligtenberg.
's-Gravenhage, 30 Juli 1917.
No. 191. Leiden, 15 Augustus 1917.
In Uwe Vergaderingen van 21 Juni en 26 Juli j.l. werden
achtereenvolgens, overeenkomstig ons voorstel, de navolgende
adressen in, handen van ons College ten fine van prae-
advies gesteld:
I. een adres van de Christelijke Vakcentrale, om het minimum-
verbruik, dat thans voor gasverbruikers geldt en waarbij de
oude prijs van 8 cent per M3. wordt berekend, te bepalen op
ten minste 35 M8. per maand. (Bijlage II).
II. een adres van de Duurtecommissie uit de Leidsche
Arbeidersbeweging, om het sub a bedoelde minimum verbruik
gedurende de zomermaanden op 40 en gedurende de winter
maanden op 50 M8. per maand te bepalen. (Bijlage III).
III. een adres van de Duurtecommissie uit de Leidsche
Arbeidersbeweging in zake de distributie van sajet en klom
pen tegen lagen prijs. (Bijlage VI.)
IV. een adres van de Duurtecommissie uit de Leidsche
Arbeidersbeweging in zake de beschikbaarstelling van brand
hout in den a. s. winter tegen den kostenden prijs. (Bijlage VII).
V. een adres van de Duurtecommissie uit de Leidsche
Arbeidersbeweging in zake:
a. de beschikbaarstelling van sajet en klompen tegen goed-
koope prijzen;
b. het verschatïen van brandhout aan de arbeidersbevolking
tegen den laagst mogelijken prijs;
c. het regelend optreden bij den verkoop van petroleum en
het verlagen van den prijs daarvan;
d. het bevorderen van de prijsverlaging der groenten door
aankoop van voorraden groenten en beschikbaarstelling daar
van in gemeentelijke winkels;
e. het op de hoogte houden van de arbeidersbevolking, door
het gemeentebestuur, van hetgeen in het belang van de
distributie van goedkoope levensmiddelen wordt gedaan. (Bij
lage IX).
Na ingewonnen adviezen van de desbetreffende commissies,
zij het ons thans vergund met betrekking tot deze adressen
het volgende in het midden te brengen.
Ad I en II.
Omtrent deze beide adressen is door ons College het ge
voelen ingewonnen van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit. In hun hierachter afgedrukt schrij
ven (Bijlage I), waarnaar wij zoo vrij zijn U te verwijzen,
wordt o. i. duidelijk aangetoond, dat er geen sprake van kan
zijn, om een grooter aantal Ms. gas, dan thans voor de gas
verbruikers geldt, tegen den prijs van 8 cent per M3. te
leveren. Op beide adressen zal daarom afwijzend moeten
worden beschikt.
Ad III.
Over de adressen in zake de distributie van sajet en klompen
van gemeentewege en tegen lagen prijs kan men de opinie
van de commissie van advies in zake levensmiddelen in haar
mede hierachter afgedrukt rapport lezen. (Bijlage IV). Aan
gezien echter inmiddels de eveneens als bijlage afgedrukte
circulaire van den Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel d.d. 3 Augustus j.l. (Bijlage V) tot de Burgemeesters
is gericht en daaruit blijkt, dat een regeling wordt over
wogen, waarbij schoeisel en sajet door en voor rekening van
het Koninklijk Nationaal Steuncomité zullen worden aange
kocht, terwijl voor den verkoop dier artikelen op de in de
circulaire aangegeven wijze door een plaatselijk orgaan, bij welks
samenstelling volgens den wensch van den Minister de ar
beidersorganisaties een belangrijken invloed moeten uitoefenen,
zal worden zorggedragen, kan het adres zonder meer voor
kennisgeving worden aangenomen. Volledigheidshalve deelen
wij U evenwel nog mede, dat het Plaatselijk Steuncomité
alhier zich op ons verzoek bereid heeft verklaard zijne mede
werking te verleenen bij de uitvoering van de in de circu
laire bedoelde regeling.
Ad IY,
Aankoop van brandhout en distributie daarvan tegen den
kostenden prijs of, zooals in het adres sub Vb wordt ge
vraagd, verschaffing daarvan aan de arbeidersbevolking tegen
den laagst mogelijken prijs, achten wij niet gewenscht.
Zooals uit het ter visie liggend schrijven van de Districts-
Brandstofïencommissie alhier blijkt, nemen de gemeenten,
die in deze met Leiden op één lijn gesteld kunnen worden,
een dergelijk standpunt in. Zelfs groote gemeenten als Am
sterdam en 's Gravenhage zijn een zelfde gevoelen toegedaan.
In hun onlangs aan den Raad uitgebracht praeadvies, naar
aanleiding van eene vraag van een der raadsleden, verklaren
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, dat zij het,
nu bemoeiing met de distributie van hout van de zijde der
Regeering wordt geweigerd, vooralsnog niet gewenscht achten
deze distributie tot gemeentelijke taak te maken. Gemeente
besturen, die thans groote voorraden hout zouden gaan opdoen,
zouden zich volgens Burgemeester en Wethouders van Amster
dam begeven in den wedloop van particuliere handelaren,
om zulke voorraden machtig te worden. Een nog sterkere
opdrijving van de reeds zeer hooge prijzen zou van dezen
verscherpten wedloop het onvermijdelijke gevolg zijn. Het
vooruitzicht, dat houtvoorraden wellicht nog in prijs zullen
stijgen, geeft hun evenmin aanleiding een ander standpunt
in te nemen. Ook ten opzichte van het artikel hout wen-
schen Burgemeester en Wethouders van de hoofdstad zich
te houden aan het stelsel van de Distributiewet. Indien
brandhout een artikel van overheidsdistributie moet worden,
hetzij voor alle ingezetenen, hetzij voor een deel, dan is naar
hun oordeel het Rijk, met de macht, waarover de Regeering
beschikt, het aangewezen orgaan, om zich de grondstof op
doelmatige en tegen toelaatbaren prijs te verzekeren en moet
dit niet langs den weg van onderlinge concurrentie tusschen
gemeenten en particuliere handelaren worden beproefd.