164 DONDERDAG 26 JULI 1917. heb mogen medewerken, omdat ze volgens mijn innige over tuiging in het belang der gemeente waren. Maar nu is mij een andere taak op de schouders gelegd, waardoor ik ook het algemeen belang dien, (waarom ik de vrijheid durf te nemen dezen arbeid in de belangstelling van den Raad bij voortduring aan te bevelen) en die mijn geheele toewijding vraagt. Ik dank U, Mijnheer de Voorzitter, voor de vriendelijkheid, welke ik steeds van U ondervond; ik dank de leden voor de aangename wijze waarop zij mij steeds bejegend hebben. Ik dank den Secretaris voor de welwillendheid mij steeds betoond en met hem al de ambtenaren zoowel hooge als lage, wier hulp of voorlichting ik ooit behoefde. Dat de bloei van Leiden mij steeds ter harte zal gaan, behoef ik niet te zeggen, ik wil daarom niet met den ge- bruikelijken wensch eindigen, maar besluiten met de betuiging, dat waar ik aan dien bloei kan medewerken. Leiden op mij kan rekenen. Teekenen van instemming.) De Voorzitter. Ik geloof in den geest van alle aanwezige leden te spreken wanneer ik zeg dat het ons leed doet, dat de heer Vergouwen zich niet langer kan beschikbaar stellen voor het' Raadslidmaatschap. Wij begrepen natuurlijk dat drukke bezigheden de aanleiding van zijn aftreden waren. Ik kan niet anders getuigen, dan dat wij in den tijd, dat de heer Vergouwen in dezen Raad zitting heeft gehad, hem hebben leeren kennen als iemand met een warm hart voor de zaken van de gemeente. De heer Vergouwen was een persoon, die zich nog al dikwijls in het debat mengde. Dan toonde hij echter, dat hij de stukken goed had bestudeerd en de onderwerpen meester was. Behalve dat wij U, Mijnheer Vergouwen, apprecieerden als behartiger van de gemeentebelangen, kan ik ook mede- deelen namens allen, dat U werkelijk in onzen kring waart een man, die aangenaam was in den omgang en dien wij noode zullen missen. Het spijt ons, dat Gij gaat vertrekken. Wij zullen zeker met genoegen terugdenken aan de wijze waarop Gij hier Uw taak hebt vervuld en de belangen der gemeente hebt behar tigd. Wij hopen dat het U in Uw nieuwen werkkring goed moge gaan en dat de belangen van deze gemeente U steeds nog ter harte mogen gaan. Teekenen van instemming). De Voorzitter. M. H. Alvorens tot de rondvraag over te gaan zou ik nog een mededeeling wenschen te doen. Zooals de heeren gezien zullen hebben is de achterstand in het verschijnen van het stenografisch verslag van de hande lingen van den Raad op het oogenblik nagenoeg ingehaald. Vanmiddag is verschenen de heeren zullen het reeds thuis aantreffen het laatste verslag van de maand Juni, zoodat alleen nog moeten uitkomen de verslagen over deze maand. Ten einde zooveel mogelijk te waarborgen, dat in den ver volge het stenografisch verslag zoo spoedig mogelijk verschijnt dring ik er bij de heeren op aan, dat zij hun stenogram zoo spoedig mogelijk corrigeeren. Ik herinner hierbij aan de vol gende clausule uit het contract gesloten met de firma Groen en Zoon: «Wanneer de Voorzitter, of de Raadsleden het gecor rigeerde verslag niet binfien twee dagen na ontvangst van het ongecorrigeerd verslag aan den aannemer teruggegeven hebben, wordt het stenografisch verslag, zooals het hem is toegezonden onveranderd opgenomen, met vermelding, dat het door den spreker niet is gecorrigeerd." Ik mag dus de heeren wel verzoeken om allen mede te werken om te voorkomen, dat er weder achterstand in de verschijning van het verslag komt. Niemand daarna meer het woord verlangende wordt de vergadering gesloten. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN K: ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 14