110
Op grond van het bovenstaande geven wij U, in het ver
trouwen, dat op de Indische begrooting de genoemde Rijks
bijdrage van ƒ3000 zal worden uitgetrokken, in overweging
door vaststelling van nevensgaanden suppletoiren begrootings-
staat een bedrag van f 6000 te onzer beschikking te stellen
voor de verbetering en uitbreiding der z.g. Indische Postschool.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 170.
Leiden, 20 Juli 1917.
Bij nevensgaand adres verzoekt Mej. C. F. Ie Clercq, om
eervol ontslag als onderwijzeres aan de openbare lagere school
der 3e klasse, No. 3, alhier.
Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons College
geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging aan Mej.
C. F. Ie Clercq, op haar verzoek, eervol ontslag uit hare hier-
bovengenoemde betrekking te verleenen en dat ontslag te
doen ingaan op 1 Augustus 1917.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 14 Juli 1917.
Edelachtbare Heeren,
Ondergeteekende heeft de eer zich tot Uwen Raad te wen
den met het beleefd verzoek haar om gezondheidsredenen
liefst met ingang van 1 Augustus a.s., eervol ontslag te wil
len verleenen uit haar betrekking van onderwijzeres aan de
O. S. III3 alhier.
Met verschuldigde hoogachting
Uw dw. dsse
C. F. le Clercq.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 171.
Leiden, 20 Juli 1917.
Ingevolge artikel 29 der wet op het Middelbaar Onderwijs
hebben wij de eer U de navolgende aanbeveling aan te bieden
voor de benoeming van eene leerares in de wiskunde en de
wiskundige aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes alhier, ter voorziening in de vacature welke zal ont
staan, tengevolge van het aan Mej. J. H. Hoestra verleend
eervol ontslag.
1°. Mej. A. W. SCHELTEMA, leerares aan het Lyceum voor
meisjes, te Amsterdam;
2°. Mej. P. J. FLUIJT, leerares aan de bijzondere Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus, te Utrecht.
Onder mededeeling, dat de adviezen van den Inspecteur
van het Middelbaar Onderwijs en van de Commissie van
Toezicht in de Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij
U thans tot de benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 172.
Leiden, 20 Juli 1917.
In Uwe Vergadering van den 27en Juli 1916 werd de heer
J. D. Wilschut benoemd tot tijdelijk len amanpensis bij het
onderwijs in de natuur- en scheikunde aan de Hoogere Bur
gerschool voor Jongens alhier, en wel tot 1 September 1917.
De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs
geeft thans, bij haar in de Leeskamer ter inzage liggend
schrijven, in overweging, om den heer Wilschut vast aan te
stellen als amanuensis.
Met het voorstel van de Commissie kan ons College zich
geheel vereenigen.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging, om
den heer J. D. Wilschut, met ingang van 1 September 1917,
vast aan te stellen tot len amanuensis bij het onderwijs in
de natuur- en scheikunde aan de Hoogere Burgerschool voor
Jongens alhier.
Aan den'Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 173.
Leiden, 20 Juli 1917.
De Commissie van Financiën heelt de eer U mede te deelen,
dat zij tegen den in hare handen gestelden suppletoiren be-
grootingsstaat en de balans en verlies- en winstrekening, dienst
1916, van het Openbaar Slachthuis, geene bedenkingen heeft.
Zij stelt U mitsdien voor tot goedkeuring van die balans
en verlies- en winstrekening over te gaan.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën.
N°. 174.
Leiden, 20 Juli 1917.
In nevensgaand adres richt de commissie, die zich gevormd
heeft met het oog op het houden van een bazaar ten behoeve
van de in de maand September a.s. te openen Zendingsschool
te Oegstgeest, tot Uwe Vergadering het verzoek de geheele
Stadsgehoorzaal van 1522 September, hetzij kosteloos, hetzij
tegen een tarief, lager dan het minimum-tarief, te harer be
schikking te stellen.
Het komt ons voor, dat voor inwilliging van dit verzoek
geen termen aanwezig zijn. Een bazaar ten behoeve van eene
zendingsschool te Oegstgeest kan toch moeilijk op één lijn
gesteld worden met congressen, die verband houden met een
of ander wetenschappelijk doel of met het algemeen belang,
waarvoor Uwe Vergadering de zaal kosteloos pleegt af te staan,
dan wel met tentoonstellingen, als b.v. de jaai lijksche Pluim
veetentoonstelling, waaraan de zaal door U in den regel
beneden het minimum-tarief wordt verhuurd. Met betrekking
tot bazaars, als waarvan hier sprake is, is ons College gewoon
het minimum-tarief in rekening te brengen, in casu derhalve,
nu men de geheele zaal in gebruik wenscht te hebben, 40.
per dag. Vermits de huur, berekend naar het maximum
tarief, f 70.per dag zou bedragen, lijkt ons dit reeds eene
niet onaanzienlijke reductie.
Wij geven U dan ook in overweging afwijzend op het
verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
EdelAchtbare Heeren
Zooals u bekend zal zijn, is te Oegstgeest in de dichtste
nabijheid van Leiden een Zendingsschool gebouwd, die men
in September a.st. hoopt te openen en in gebruik te nemen.
Het plan bestaat bij die opening in de stads-gehoorzaal een
bazaar te houden ten behoeve dezer school, zoodat deze ge
hoorzaal van 15—22 Sept. voor dit doel in gebruik moest
worden gevraagd.
De Commissie van dien bazaar richt zich thans tot UEA. met
het beleefd verzoek, haar de gehoorzaal gedurende die dagen
gratis te willen afstaan en, zoo u dit niet mogelijk is, dan
toch den huur-prijs tot een minimum te willen herleiden.
De bedoelde Commissie grondt dit verzoek op den wensch
om zooveel mogelijk door dien bazaar voor de school te kun
nen bijeenbrengen en meent dit verzoek te mogen doen, om
het groote belang, dat de stad Leiden bij deze Zendingsschool
zal hebben. Zij zal toch in vele opzichten als naast de Leidsche
Universiteit komen te staan, terwijl het voor de stad Leiden
in haar geheel niet weinig voordeel zal opleveren, dat deze
Zendingsschool om der wille van de Universiteit zoo dicht
mogelijk in hare nabijheid verrezen is.
Met verschuldigde hoogachting hebben wij de eer te zijn,
Namens voornoemde Commissie,
Uw dw.
Oegstgeest
Leiden
30 Juni 1917.
A. J. Ruus Voorz.
C. J. v. Cittert Secretaris.
N°. 175.
Leiden, 20 Juli 1917.
College
In Uwe Vergadering van 1 Maart j. 1. werd ons
gemachtigd, om uit 'sRijks kas een voorschot van ten
hoogste ƒ352.800 aan te vragen en te aanvaarden ten behoeve
van den bouw van 118 woningen, waaronder 3 winkels, en
den aankoop van den daarvoor benoodigden grond aan den
Zijlsingel, door de woningbouwvereeniging «Eensgezindheid"
alhier en tevens om tot H. M. de Koningin het verzoek te
richten in de tengevolge van de verstrekking van het voor
schot door de gemeente aan het Rijk te betalen annuïteit
gedurende een door het Rijk te bepalen aantal jaren een