DONDERDAG 21 JUNI 1917. 131 VII. Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 4e klasse No. 2. (Zie Ing. St. No. 141.) Wordt benoemd met 25 stemmen Mej. J. P. W. Groen. 1 Biljet was in blanco. VIII. Verzoek van J. A. Schreuder om bestendiging in de betrekking van Stads-geneesheer. (Zie Ing. St. No. 139.) De heer J. A. Schreuder wordt met 23 stemmen wederom voor den tijd van 3 jaren in zijne betrekking bestendigd. De heer L. Mulder verkreeg 1 stem. 2 Biljetten waren in blanco. De Voorzitter. Ik dank de leden van het stembureau voor de genomen moeite. IX. Suppletoire staat van begrooting, tevens staat van al en overschrijving op de begrooting, dienst 1916, van het Gerei. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. No. 129.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. X. Rekening, .dienst 1916, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. No. 129.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. (De heer Heeres had tijdelijk de vergadering verlaten). De Voorzitter. Ik kan den heer Heeres mededeelen dat de rekening is goedgekeurd. XI. Staat van wijziging der begrooting, dienst 1916, van de Gemeentelijke Bank van Leening. (Zie Ing. St. No. 150.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XII. Rekening, dienst 1916, van de Kamer van Koop handel en Fabrieken. (Zie Ing. St. No. 150.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. (De heeren Pera en A. Mulder hadden tijdelijk de ver gadering verlaten). De Voorzitter. Ik kan den heeren Pera en Mulder mede deelen dat de. rekening is goedgekeurd. XIII. Rekening, dienst 1916, van de Gezondheidscommissie. (Zie Ing. St. No. 150). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. (De heer van Gruting had tijdelijk de vergadering verlaten). De Voorzitter. Ik kan den heer van Gruting mededeelen dat de rekening is goedgekeurd. XIV. Voorstel tot bestendiging van do huur van het per ceel Aalmarkt No. 5 aan P. J. Verkoren. (Zie Ing. St. No. 145). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stepiming over eenkomstig het praeadvies besloten. XV. Verzoek van het district Leiden der Vereeniging ,,Pro Juventute" om het kosteloos gebruik van de beide wacht kamers van de inentings-inrichting in het Elisabethshof. Zie Ing. St. No. 144). De beraadslaging wordt geopend. De heer van der Elst. M. d. V. Ik heb met genoegen geconstateerd dat Burgemeester en Wethouders gunstig ad- viseeren omtrent dit verzoek. Het slot van het praeadvies heeft echter mijn aandacht getrokken. Daar zeggen Burgemeester en Wethouders: „Met het oog op den kolennood zullen wij adressante krachtens de voorwaarde sub. 6 aanschrijven, dat tot nader order het ge bruik van vuur en licht niet geoorloofd is." Het spijt mij dat Burgemeester "en Wethouders hiermede hun anders zoo gun stig advies besluiten. Want het zal praktisch dan toch hierop neerkomen dat adressanten in September geen gebruik zullen kunnen maken van deze gelegenheid. Ik zou er daarom bij Burgemeester en Wethouders op willen aandringen dat zij deze vereeniging zooveel mogelijk tegemoetkomen en haar in het najaar wel het gebruik van licht toestaan. De heer van der Pot. M. d. V. Ik zou willen ondersteunen hetgeen door den heer van der Eist gezegd is. Aan zijn verzoek kan echter tegemoet gekomen worden, wanneer Burgemeester en Wethouders slechts willen ver klaren, dat zij zich niet gebonden achten aan de toezegging, die in de laatste zinsnede van het praeadvies staat. Ik bedoel dit, dat wanneer het Bestuur van Pro Juventute komt met het verzoek om de lokalen een weinig te mogen verlichten, Burgemeester en Wethouders zich de vrijheid voorbehouden dit dan te mogen toestaan en zij zich dan niet zullen beroepen op de toezegging aan den Raad gedaan om de verlichting geheel en al te verbieden. Wanneer Burgemeester en Wethouders zich daaromtrent de noodige vrijheid voorbehouden, dan heb ik geen bezwaar tegen de aanneming van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer Fokker. M. d. V. In de laatste alinea zeggen Burgemeester en Wethouders, dat het gebruik van vuur en licht tot nader orde aan de vereeniging niet geoorloofd is. Maar gesteld nu eens, dat de vereeniging kolen of petroleum kan krijgen, die niet behoort tot den voorraad van de gemeente, is er dan ook bezwaar tegen, dat die lokalen verlicht en ver warmd worden? Ik zou hieromtrent gaarne het oordeel van Burgemeester en Wethouders vernemen. De Voorzitter. Ik moet zeggen, dat het mij verbaast, dat over de laatste zinsnede van het praeadvies het woord is gevoerd. Het is eene mededeeling, die wij evengoed achterwege hadden kunnen laten. Ter bezuiniging van licht hebben wij evenwel gemeend deze alinea aan de voorwaarden te moeten toevoegen. Gebruik makend van voorwaarde No. 6 hebben wij dan ook bepaald, dat tot nader order geen gebruik mag worden gemaakt van vuur en licht. Waar men in dezen tijd nog tot 10 uur kan zien, moet men het doen zonder licht. Wij hebben deze alinea in het praeadvies geplaatst ter gerust stelling, opdat men niet zou denken, dat wij zouden mee werken aan eene nuttelooze verspilling van vuur en licht. Wat de vraag van den heer Fokker betreft omtrent het gebruik van petroleum moet ik zeggen, dat die vraag niet zoo onschuldig is. Wanneer men gas heeft, zal men geen petroleum mogen gebruiken. Het is er niet om te doen het gasverbruik zooveel mogelijk te beperken, maar het is te doen om het verspillen tegen te gaan van wat niet verspild mag worden. In het algemeen geloof ik, dat het Gemeentebestuur zeer voorzichtig moet zijn met het laten gebruiken van petro leum in gemeentelokalen. De heer van der Pot. M. d. V. Ik dank U voor de uit legging die U van deze alinea gegeven hebt. Mijne bedoeling was geen andere dan deze, dat wanneer bijv. een lid van het Bestuur van Pro Juventute zou komen bij den heer Fischer met het verzoek om eene spaarzame verlichting toe te laten, deze dit verzoek niet zou van de hand behoeven te wijzen, omdat nu eenmaal aan den Raad de toezegging was gedaan om geen gebruik van vuur en lichj toe te laten. Na Uwe interpretatie van deze alinea is dit bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders echter geheel vervallen. De beraadslaging wordt gesloten. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het praeadvies besloten. (Tijdens de behandeling van dit punt was de heer Fabius ter vergadering gekomen.) XVI. Voorstel tot aankoop van een terreinstrook, gelegen tusschen den Maredijk en de Haarlemmertrekvaart, en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 146.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XVII. Voorstel om Burgemeester en Wethouders te mach tigen tot II M. de Koningin het verzoek te richten, om het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 3