92
Blijkens de, door de Stedelijke Fabrieken van
Gas- en Electriciteit, afdeeling Electriciteit, inge
diende rekening hebben de kosten van de vuil
verbranding over 1916 22887.34 bedragen. Zij
waren geraamd op 16700.en overtreffen
derhalve de raming met 6187.34. Daar andere
onderdeelen van den post evenwel belangrijke
overschotten opleveren, kan met eene verhooging
van 2434.09 worden volstaan.
Volgn. Ié8. Uitgaven voor de Bank van Leening f 1144.95
Blijkens een ingedienden suppletoiren begroo-
tingsstaat dezer inrichting zal de rekening der
Bank van Leening over 1916 een nadeelig slot
ten bedrage van 4379.95 aanwijzen. Bij de be
grooting is dit geraamd op 3235..Teneinde
bij onveranderde vaststelling der in te dienen
rekening de vereischte gelden voor de uitkeering
van het nadeelig slot beschikbaar te hebben, wordt
voorgesteld dezen postmet 1144.95 te verhoogen.
Volgn. 148b. Uitgaven voor het levensmiddelen-
bedrijf. 8720.20
Blijkens mededeeling van den Directeur van
het Levensmiddelenbedrijf zal het nadeelig slot
van dat bedrijf over het tijdvak van 1 October31
December 1916 f 24720.20 bedragen. De raming
bedroeg f 16000Indien de spoedig te ver
wachten rekening dienovereenkomstig door Uwe
Vergadering wordt vastgesteld, zullen de gelden
voor de voldoening van dit nadeelig slot beschik
baar moeten zijn.
Eene aanvulling van het artikel met 8720.20
achten wij derhalve raadzaam.
Volgn. 151. Kosten van de Kweekschool voor
onderwijzers en onderwijzeressen488.63
De kosten van verwarming en verlichting, die
van het schoonhouden van het schoolgebouwen
die van het onderhoud van het gebouw en meubilair
bedroegen respectievelijk f 356.84», f 10.06 en
f 123.90 meer dan geraamd was. Eene aanvulling
van den post met f 488.63 is evenwel, met het
oog op een klein overschot uit anderen hoofde,
voldoende.
Volgn. 152. Toelagen en bijdragen tot opleiding
van onderwijzers19.30»
Eene aanvulling van dezen post met f 19.30»
blijkt noodig, wegens hoogere kosten voor vuur
en licht en leermiddelen.
Volgn. 154. Kosten van het instandhouden van
schoollokalen en onderwijzerswoningen 1949.52
Tegelijk met het in orde brengen der school
gebouwen, nadat deze door de militairen waren
ontruimd, zij n ter voldoening aan de Kon. Besluiten
van 25 Juni 1912 (Stbl. No. 192) en 31 October
1913 (Stbl. No. 403), de ramen in verschillende
schoollokalen draaibaar gemaakt, hetgeen eene
uitgaaf van f 3145.tengevolge heeft gehad.
Deze werkzaamheden zouden aanvankelijk over
5 jaren worden verdeeld; dienovereenkomstig
was op de begrooting slechts f 1360.uitge
trokken. Nu de scholen grootendeels geheel
onder handen genomen moesten worden, was het
rationeel en goedkooper de draaibaarmaking dei-
ramen gelijktijdig uit te voerenten opzichte van
alle scholen is dan ook thans aan het voorschrift
van bovengenoemde Koninklijke Besluiten voldaan.
Door het Rijk wordt 25% in deze kosten ver
goed. (zie de verhooging van volgn. 39 der ont
vangsten).
Volgn. 156 Kosten van het aanschaffen en onder
houden van schoolmeubelen 1699,58
Na het vertrek der militairen uit de school
gebouwen moest het meubilair worden hersteld
en verbeterd. De daarvoor gemaakte kosten konden
echter niet alle ten volle aan het Rijk in rekening
worden gebracht. De dientengevolge voor rekening
van de gemeente gebleven kosten, maken echter
de aanvulling van dit artikel met/1699.58 noodig.
Volgn. 151. Kosten van het aanschaffen en
onderhouden der schoolboekenleermiddelen en
schoolbehoeften463.10»
De geraamde som bleek voor enkele scholen
onvoldoende. De raming was f 11100.De
uitgaven bedroegen f 11563.10».
Volgn. 158. Kosten van verlichting en van ver
warming en van het schoonhouden der school
lokalen 3603.77
De kosten
van
raamd op f 10290.
verlichting en verwarming, ge
bedragen
f 13921.66», die
van het schoonhouden der lokalen geraamd op
f 5125.-, f 5097,10».
Eene verhooging van het artikel met/3603.77
blijkt derhalve noodig.
Volgn. 160. Kosten van de commissie tot wering
van schoolverzuim8.42»
Het voor 1916 toegestaan bedrag van 25.
voor aankoop van schrijfbehoeften enz. blijkt niet
voldoende en moet met 8.42» worden verhoogd.
Volgn. 161. Kosten van examens en proeflessen
der onderwijzers128.76
Deze post, geraamd op 300.vereischte over
1916 eene uitgaaf van 428.76 en moet derhalve
met 128.76 worden verhoogd.
Volgn 166. Kosten voor de Middelbare Scholen,
a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers 2947.50»
Met ingang van 1 October 1916 werd, krachtens
Raadsbesluit van 28 September 1916, het salaris
van den leeraar in het teekenen aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens met /630.per jaar
verhoogd, hetgeen voor 1916 eene hoogere uit
gaaf van 157.50 tengevolge had. Eene verhooging
van het voor jaarwedden der leeraren aan de
Hoogere Burgerschool uitgetrokken bedrag met
91.255 is evenwel voldoende.
Voorts heeft de in werking treding, met ingang
van 1 Januari 1916, van de nieuwe salarisrege
ling voor de leeraressen aan de Hoogere Burger
school voor Meisjes voor die school eene hoogere
uitgaaf aan jaarwedden van 2856.25 tengevolge
gehad.
Eene verhooging van den post met f 91.25» -J-
2856.25 2947.50» is dus noodzakelijk.
c. Vuur en licht in de scholen1507.23
De kosten van verlichting en verwarming van
de nieuwe Hoogere Burgerschool voor Jongens
bedragen 2081.60, die van de Hoogere Burger
school voor Meisjes 925.63. De raming was
respectievelijk 800.en 700.— Eene aan
vulling van het artikel met 1281.60 en 225.63
1507.23 is derhalve noodig.
Het voor de Hoogere Burgerschool voor Jongens
geraamd bedrag van/800.betrof nog het oude
schoolgebouw aan de Pieterskerkgracht; de over
schrijding van het voor de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes uitgetrokken bedrag wordt' gedeel
telijk veroorzaakt door het gebruik, dat gedurende
het le halfjaar 1916, van eenige lokalen van die
school werd gemaakt voor het onderwijs van de
Meisjesschool 2e klasse, waarvan het school
gebouw gedurende dat tijdvak is bestemd geweest
voor legering van militairen.
Op de begrooting voor 1917 is respectievelijk
2100.en 700.geraamd.
d. Onderhoud der gebouwenmeubelen enz. 656.89»
Op dit artikel bedragen de uitgaven ƒ3447.89».
De raming bedroeg 2791.en wordt dus met
/656.89s overschreden, een gevolg van de hoogere
onderhoudskosten der Hoogere Burgerschool voor
Meisjes.
e. Verdere uitgaven719.08»
De vervanging van den amanuensis aan de
Hoogere Burgerschool voor Jongens, gedurende
diens ziekte, bracht eene extra-uitgave van ƒ485.33
mede, terwijl de aanstelling van een len en van
een 2en amanuensis in plaats van den inmiddels
eervol ontslagen, amanuensis, (Raadsbesluit van
4 Mei 1916) eene hoogere uitgaat van 78.16
tengevolge had.
Verder bedragen de kosten van het schoon
houden der nieuwe Hoogere Burgerschool voor
Jongens 950.62», d. i. 127.42» méér dan ge
raamd was, terwijl ten slotte de kosten van ge
plaatste advertentiën voor oproeping van sollici
tanten enz. de raming met 28.17 overtreffen.
Eene verhooging van het geheele artikel met
719.08» is dientengevolge noodig.
Volgn. 170. Kosten voor het Gymnasium,
a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers 2046.69»
De vermeerdering van het aantal lesuren van
eenige leeraren, wegens de splitsing der 3e klasse,
heeft een hoogere uitgaaf tengevolge gehad, die
nog niet op de begrooting is geregeld. Eene
aanvulling van het artikel met 2046.69» blijkt
thans noodig; de helft van dit bedrag wordt door
het Rijk terugbetaald.
b Kosten van schoolboeken en schoolbehoeften s 56.26»
Op dit artikel moet een bedrag van ƒ696.26»
worden betaald. De raming was ƒ640.—