De eigendom van het terrein is dus voor de gemeente van veel waarde, niet alleen in de toekomst met het oog op de te bouwen brug, doch ook reeds nu in verband met dagelijks voorkomende, werkzaamheden. De door den .eigenaar gevraagde koopprijs van 1000 d. i. ƒ3.33 per Ma., acht de Commissie van Fabricage niet te hoog. Bovendien zal de gemeente de kosten, verbonden aan het maken van eene behoorlijke afscheiding van de straat met de omliggende gronden voor hare rekening moeten nemen. Aangezien ook ons College den aankoop van de bedoelde terreinstrook gewenscht acht, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging: a. te besluiten tot den aankoop van de op de situatie in bruin aangeduide terreinstrook, gelegen tusschen den Maredijk en de Haarlemmertrekvaart, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie L No. 901, groot 305 M2., voor de som van 1000. onder voorwaarde, dat de gemeente zorg draagt voor eene behoorlijke afscheiding van de straat met de omliggende gronden b. vast te stellen den hierbijgaanden suppletoiren begrootings- staat, groot met inbegrip van de kosten van overdracht ƒ1050. Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden. N°. 147. Leiden, 15 Juni 1917. De Commissie van Beheer over de gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest, vestigt er in haar in de Leeskamer neergelegd schrijven de aandacht op, dat het nieuwe pavil joen voor 48 hulpbehoevende en bedlegerige patiënten op de weide achter het kasteel, tot den bouw waarvan Uwe Ver gadering bij besluit van 16 October 1913, nader aangevuld bij besluit van *23 December 1915 de nqodige credieten ver leende, thans voltooid is. Zooals U bekend zal zijn, is dit paviljoen o. a. bestemd voor de onderbrenging van de 24 patiënten, die thans in de houten hulppaviljoens der Provincie worden verpleegd, van welke pavil joens het gebruik op 30 Juni a. s. eindigt. Krachtens de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 16 September 1895 (Staatsblad No. 161), laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 19 Januari 1917 (Staatsblad No. 188), bepaalt de Minister van Binnenlandsche Zaken na de voltooiing van elk paviljoen het tijdstip, waarop dit in gebruik mag worden genomen en het maximum van het aantal verpleeg den, dat daarin mag worden opgenomen. Vervolgens zal bij Koninklijk Besluit de maximum-bezetting van het gesticht dienovereenkomstig moeten worden gewijzigd. Onder opmerking, dat bereids door ons College aan den Minister van Binnenlandsche Zaken is verzocht het tijdstip, waarop het nieuwe paviljoen in gebruik mag worden genomen, te bepalen op 1 Juli a.s. en het maximum aantal verpleegden, dat daarin opgenomen mag worden, op 48, hebben wij de eer Uwe Vergadering te verzoeken ons te machtigen tot H. M. de Koningin het verzoek' te richten het bovenaangehaald Koninklijk Besluit in dier voege te wijzigen, dat het aantal paviljoenen met één paviljoen voor mannen en vrouwen wordt uitgebreid en het maximum aantal patiënten, die in het krank zinnigengesticht mogen worden opgenomen, met 48 (24 mannen en 24 vrouwen) wordt vermeerderd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 148. Leiden, 15 Juni 1917. in Uwe Vergadering van 23 December 1915 (Ingek. Stuk ken No. 242) werden wij gemachtigd de overeenkomsten met de gemeenten Noordwijk, Valkenburg, Voorschoten en War mond in zake de uitbreiding van den Leidsehen Keurings dienst van eet- en drinkwaren over die gemeenten voor den tijd van één jaar. derhalve tot 1 Januari 1917 te verlengen tegen eene vergoeding van ƒ010 per jaar en per inwoner en overigens onder de bestaande voorwaarden. Ofschoon de uitbreiding ook ha 1 Januari 1917 is voort gezet, hebben wij eerst kort geleden van den Directeur van den Keuringsdienst van eet- en drinkwaren het bericht ontvangen, dat genoemde gemeenten de bestaande overeen komsten ook over 1917 wenschen verlengd te zien. Teneinde de jaarlijksche verlenging der overeenkomsten onnoodig te maken, hebben wij aan de aangesloten gemeenten gevraagd, of zij bereid waren de overeenkomsten voortaan tot wederopzeggens aan te gaan en of zij er mitsdien geen bezwaar tegen hadden, dat in de nieuwe overeenkomsten werd bepaald, dat zij worden aangegaan voor den tijd van één jaar, gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1917 en ein digende 31 December 1917, doch dat zij geacht worden daarna telkens voor één jaar te zijn verlengd, indien zij niet twee maanden te voren door een der contractanten zijn opgezegd. Bij geen der 4 gemeenten bleek hiertegen bezwaar te bestaan. Op grond van een en ander geven wij U dus in overweging ons College te machtigen de overeenkomsten met de gemeen ten Noordwijk, Valkenburg, Voorschoten en Warmond in zake de uitbreiding van den Leidsehen Keuringsdienst van eet- en drinkwaren over die gemeenten voor den tijd van één jaar, gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1917 en mits dien eindigende 31 December 1917, te verlengen tegen eene vergoeding van ƒ0.10 per jaar en per inwoner en verder onder de bestaande, doch in dien zin gewijzigde voorwaarden, dat de overeenkomsten geacht worden na 31 December 1917 telkens voor één jaar te zijn verlengd, indien zij niet twee maanden te voren door een der contractanten zijn opgezegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 149. Leiden, 15 Juni 1917. Eenigen tijd geleden stelde de Gezondheidscommissie ons voor te bevorderen, dat verschillende perceelen in het Min nebroershof, de Kattenpoort, het Klootshof en het Vliegent- harthot onbewoonbaar werden verklaard. Zooals Uwe Verga dering, uit de ter visie liggende stukken zal blijken, komt het oris voor, dat de perceelen in de Kattenpoort en het perceel Viiegentharthof no. 3 alsnog door het aanbrengen van ver beteringen in bewoonbaren staat kunnen gebracht worden. In verband hiermede ligt het in ons voornemen de eigenaren van die perceelen aan te schrijven de dezerzijds noodig geachte verbeteringen aan te brengen. De overige perceelen komen ook naar ons oordeel wegens te geringen toevoer van licht en lucht en wegens den verval len toestand, waarin zij verkeeren, voor onbewoonbaarverkla ring in aanmerking en kunnen o. i. ook niet door het aan brengen van verbeteringen in bewoonbaren staat worden gebracht. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging de perceelen Minnebroershof nis 1 tot en met 10, Klootshof nis 1 tot en met 4/5 en Viiegentharthof nis 5/7, 9/11 en 13/15 overeenkomstig het advies der Gezondheidscommissie en op de zooeven vermelde gronden onbewoonbaar te verklaren en te gelasten, dat de genoemde perceelen ontruimd moeten zijn binnen zes maanden te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening verstreken is of het besluit tot onbewoonbaar verklaring gehandhaafd is. Aan'den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van I.eiden. N°. 150. Leiden, 16 Juni 1917. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen: 1°. de rekening, dienst 1916, van de Gezondheidscommissie; 2°. de rekening, dienst 1916, van de Kamer van Koop handel en Fabrieken; 3°. den suppletoiren staat van begrooting, tevens staat van af- en overschrijving, dienst 1916, van de Gemeentelijke Bank van Leening en 4°. de begrooting, dienst 1917, van de Plaatselijke School commissie. Zij stelt li voor tot goedkeuring van beide rekeningen en beide begrootingsstaten over te gaan De heer Mr. C. W. van der Pot Bzn. heeft, als zijnde secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, aan het onderzoek dier rekening geen deel genomen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 151. Leiden, 16 Juni 1917. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen de 2e lijst van aangeslagenen op het kohier der plaatselijke directe be lasting naar het inkomen, over 1916, die de gemeente hebben verlaten of overleden zijn. Wij stellen U voor op hunne aanslagen afschrijving te verleenen tot de bedragen in kolom 11 van deze lijst vermeld. Aan den Gemeenteraad, Burg, en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 10