80
N°. 114. Leiden, 22 Mei 1917.
In Uwe Vergadering van 18 Mei 1916 (Ingek. Stukken No.
112) werd besloten aan de Noord-Zuid-Uollandsche Tramweg-
Maatschappij een terreinstrookje van het gesticht „Endegeest"
en van den Hoogevoortschen weg in gebruik te geven, met het
recht dit terrein als in- en uitstapplaats in te richten en
daarop een wachthuisje te bouwen.
Deze in gebruikgeving had een persoonlijk karakter; sub
5° der voorwaarden n.l. bepaalt, dat de artikelen 865—876
van het Burgerlijk Wetboek in deze van toepassing zijn,
derhalve ook art. 870, luidende: »De gebruiker mag zijn regt
aan. geen ander afstaan of verhuren.'"
De Directie der Noord- Zuid-Hollandsche Tramweg-Maat
schappij verzoekt ons thans te willen bevorderen, dat in de
te dezer zake opgemaakte akte alsnog de bepaling worde op
genomen, dat de Staat der Nederlanden bevoegd is zich in
de plaats van de Maatschappij te stellen, indien hij tot naasting
van het bedrijf overgaat; de Maatschappij toch is verplicht
deze clausule in alle door haar aan te gane overeenkomsten
op te nemen.
Tegen de inwilliging van dit verzoek bestaat bij ons College
geen bezwaar, weshalve wij Uwe Vergadering in overweging
geven te besluiten, de voorwaarde van in gebruikgeving sub
5°, alsnog aan te vullen met de bepaling, dat bij naasting van
het bedrijf der Noord- Zuid-Hollandsche Tram weg-Maatschappij
door den Staat, laatstgenoemde gerechtigd is zich ten aanzien
van deze ingebruikgeving in de plaats van de Maatschappij
te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 115. Leiden, 23 Mei 1917.
fn nevensgaand adres verzoekt de afdeeling Leiden van
den Algem. Nederlandschen Bond van Handels- en Kantoor
bedienden om aan de Gemeentelijke Arbeidsbeurs eene af
zonderlijke afdeeling onder vakkundige leiding te verbinden
voor de plaatsing van handels- en kantoorbedienden.
Met het bestuur der Gemeentelijke. Arbeidsbeurs zijn wij
van oordeel, dat aan eene afzonderlijke vakafdeeling, als door
adressante gewenscht, hier ter stede geen behoefte bestaat.
In zeer groote gemeenten kan een dergelijke splitsing misschien
gewenscht zijn, in gemeenten als Leiden lijkt ons dit, gezien
rle betrekkelijk geringe beteekenis van de bemiddeling van
handels- en kantoorbedienden aan de Arbeidsbeurs alhier,
allerminst noodig. Stellen de handels- en kantoorbedienden,
niettegenstaande de gelegenheid tot inschrijving, hun aan de
beurs gegeven, toch prijs op eene aparte inrichting, dan
zullen zij zelf of hunne vereenigingen een eigen plaatsings
bureau dienen te stichten.
In aansluiting aan het advies, van het bestuur der Gemeen
telijke Arbeidsbeurs geven wij U mitsdien in overweging
afwijzend op het verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, Januari 1917.
Geeft te kennen, de afdeeling Leiden van den Algem. Neder
landschen Bond van Handels- en Kantoorbedienden;
dat de arbeidsbemiddeling voor degenen, die in den handel
of op kantoor werkzaam zijn, alles te wenschen overlaat;
dat deze nml. eenerzijds geschiedt door uitsluitend op winst
gebaseerde particuliere plaatsingbureaux, voor een ander deel
door vakvereenigingsbureaux, doch dat de plaatsingen voor
het overgroote deel tot stand komen door de kostbare en on
doelmatige methode van adverteeren
dat adressant daarom op het standpunt staat, dat de arbeids
bemiddeling voor handels- en kantoorbedienden, wil deze doel
treffend zijn, behoort te geschieden van overheidswege;
dat de regeering dit beginsel als juist heeft erkend door de
oprichting, mede op verzoek yan adresseerenden Bond, van
een centraal plaatsingbureau voor Handelsreizigers;
dat echter, wil de arbeidsbemiddeling voor handels- en
kantoorbedienden van overheidswege tot haar volle recht
komen, deze zal moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden;
redenen, waarom zij Uwen Raad verzoekt, de Gemeente
Arbeidsbeurs meer dan tot nu toe dienstbaar te maken aan
de plaatsing van kantoor-, winkel- en magazijnpersoneel, en
wel door:
le. eene afzonderlijke afdeeling te stichten van de Gemeente
Arbeidsbeurs voor de plaatsing van handels- en kantoor
bedienden
2e. deze afdeeling te stellen onder vakkundige leiding;
3e. dat de specialisatie zoo wordt doorgevoerd, dat ook
bijzondere aandacht wordt geschonken aan bepaalde branches;
4e. dat de organisatie der bedienden de noodige invloed
wordt gegeven op het beheer en het werken der betreffende
afdeeling, bijv. door de instelling van eene commissie van
toezicht, waarin de bedienden door een gelijk aantal leden
vertegenwoordigd zijn als de werkgevers;
5e. dat de arbeidsbeurs rekening houdt met de ter plaatse
geldende arbeidsvoorwaarden.
Ter toelichting veroorlooft zij zich te verwijzen naar het
Rapport over de Arbeidsbemiddeling, uitgave van den Alg.
Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden, hetwelk in 3
exemplaren wordt overgelegd.
't Welk doende enz.
Het Bestuur der afdeeling Leiden van den
Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden:
T. Groeneveld, Voorzitter.
P. J. Bomli, Secretaris.
Garenmarkt 48.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 116. Leiden, 23 Mei 1917.
Niettegenstaande herhaaldelijk is te kennen gegeven, dat
tot verplaatsing van de markten en veilingen op den Apothe-
kersdijk en de Bloemmarkt vooralsnog niet kan worden over
gegaan, dringen verschillende bewoners van den Apothekers-
dijk en de Bloemmarkt en eenige andere belanghebbenden
in nevensgaand adres wederom op die verplaatsing aan.
Een nieuw licht wordt in het adres echter niet op de zaak
geworpen. De reeds bekende klachten over het ongerief, door
de markt veroorzaakt, en over het blaffen der honden kan
men er in lezen.
Zooals laatstelijk in ons praeadvies van 9 Juni'1Q15 (Ingek.
Stukken No. 114) is medegedeeld, is eene verplaatsing der
markt niet wel mogelijk. Een zeer minutieus onderzoek,
in verband met het adres wederom ingesteld, heeft zoowel
de Commissie voor het Marktwezen als ons College versterkt
in de overtuiging, dat hiervan in de eerste tijden niets kan
komen. Ook tegen het geblaf der honden is geen afdoende
maatregel te treffen, zonder de marktbelangen te schaden.
Hoezeer wij het dan ook met de Commissie voor het Markt
wezen betreuren, dat adressanten ongerief ondervinden van
de groente- en ooftmarkten en hoe gaarne wij aan hunne
klachten zouden tegemoet komen, moeten wij Uwe Ver
gadering ook than§ in overweging geven ons te mach
tigen aan adressanten te berichten, dat tot de door hen ge
vraagde verplaatsing van de markten en veilingen op den -
Apothekersdijk en de Bloemmarkt vooralsnog niet kan worden
overgegaan. De Commissie voor het Marktwezen zal intus-
schen, naar zij ons schrijft, op deze aangelegenheid hare
aandacht gevestigd houden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 31 October 1916.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekenden, wonende aan den Apothekersdijk en de
Boommarkt, of genoodzaakt in aldaar gelegen gebouwen hunne
beroepswerkzaamheden te verrichten, veroorloven zich Uw
Raad eerbiedig op de groote bezwaren te wijzen, die de aan
wezigheid der groente- en vruchtenmarkt in dat stadsgedeelte
voor velen met zich meebrengt.
Reeds het feit, dat in een volkrijk gedeelte der stad een
markt als deze in een niet afgesloten ruimte gehouden wordt,
heeft een zeer bedenkelijke zijde. Bij het op en afladen toch
der koopwaren, zoo geheel aan de openbare straat, wordt de
gelegenheid voor de talrijk hier aanwezige straatjeugd om
hier en daar iets weg te nemen, wel wat al te verleidelijk.
Dat dit dan ook in belangrijke mate geschiedt, kunnen meerdere
der omwoners getuigen en de vraag moet rijzen, of onze
jeugd wel in zulk eene verzoeking gebracht mag worden.
Onmiddellijk lastig voor ondergeteekenden is het, dat zulk
een marktbedrijf in onbesloten ruimte, als vanzelf over de
geheele straat zich uitbreidt, ja tot.op de stoepen en in de
portieken der belendende huizen, geschikte zit- en rust
plaatsen der marktgangers, zich opdringt. Men wordt zoo
zelfs belemmerd bij den in- en uitgang van zijn eigen deur,
noch daargelaten dat menige extra schoonmaak daardoor nood
zakelijk gemaakt wordt.
Dit echter vertegenwoordigt slechts een klein gedeelte van
het ongerief en nadeel, dat de omwonende van deze markt-
drukte te lijden hebben. Men ga slechts na dat de voorbe
reiding tot de markt reeds 's morgens ongeveer te 5 uur