DONDERDAG 26 APRIL 19]7.
83
XV. Voorstel tot bestendiging van de pacht van het recht
van tolheffing aan de Leiderdorpsche brug c. a. aan P. J.
Ramaker.
(Zie Ing. St. No. 90.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van der Elst. M. d. V. Ik heb in de stukken
gezien, dat het contract al afloopt op 30 April. Het komt mij
voor. dat deze zaak dan wel een beetje te laat gebracht wordt
in deze vergadering. Mocht de Raad het voorstel niet aan
nemen, dan hangt het voorstel in de lucht, omdat het dan
eenige weken zou kunnen duren, voordat de zaak in het
reine was gebracht. Ik zou willen, dat Burgemeester en Wet
houders dergelijke zaken wat vroeger in den Raad brachten,
De Voorzitter. Ik kan het bezwaar van den heer van der
Eist deelen. Het betrof hier echter een uitstekenden huurder.
Daarom is er niet zoo gauw werk van gemaakt; men be
hoefde geen anderen huurder te zoeken. Bovendien had men
eenigen last met de drankvergunning. In het algemeen heeft
de heer van der Eist echter gelijk, dat dergelijke dingen vroe
ger in den Raad moeten worden gebracht.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig hel
praeadvies besloten.
XVI. Voorstel tot verkoop van handspuit No. 4.
(Zie Ing. St. No. 91.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Romburgh. M. d. V. Nu wij al de handspui
ten successievelijk gaan verkoopen, zou ik wel willen vragen,
of er voor gezorgd wordt, dat de andere brandbluschmiddelen
in goeden staat verkeeren en of het wel zeker is, dat men
zich altijd van de duinwaterleiding zal kunnen bedienen om
een brand te blusschen. Het is bekend, dat de duinwaterlei
ding niet is aangelegd voor het blusschen van branden, de
druk is daardoor niet groot genoeg. Wanneer het water hoog
moet worden opgevoerd, is het gebleken, dat de druk te
wenschen overlaat, 's Zomers kan men in zijn eigen huis, op
de tweede verdieping, niet voldoende water krijgen. Verder
zou ik wenschen te vragenof er voldoende brandstollen en
petroleum voor de stoomspuiten beschikbaar is.
De heer Sijtsma. Al. d. V. Ik heb Burgemeester en Wet
houders tot dusverre altijd gevolgd, wanneer zij kwamen met
een voorstel tot het verkoopen van een brandspuit. Ik dacht
dan, dat men die wel niet meer zou noodig hebben. Maar
nu dergelijke verkoopen telkens weer terugkeeren, heb ik mij
toch eens afgevraagd, of dat wel gewenscht is, en heb ik
mijn licht eens opgestoken bij menschen die ik dacht dat
er meer van wisten. Toen heb ik hetzelfde gehoord, wat nu
de heer van Romburgh opmerkt, n.l. dat wij niet, zooals ik
vermoed had, met de waterleiding hetzelfde kunnen doen als
met de handspuiten. Ook omdat men thans niet gemakkelijk
tot aankoop van andere spuiten zal kunnen overgaan, heb ik
mij afgevraagd, of het niet beter zou zijn, dat wij dezen ver
koop uitstelden. De spuit is wel niet bijzonder góed, naar ik
gehoord heb, maar kan toch nog gebruikt worden. Mij is
medegedeeld, dat door het verkoopen van deze handspuit
wijk 3, 4, 5 en 10 maar één spuit samen hebben en onder
één opperbrandmeester staan. Die vier wijken vormen het
centrum der stad en zijn daarin tal van groote gebouwen.
Wanneer er brand kwam en de brandspuit zou niet op tijd
aanwezig kunnen zijn door omstandigheden als de heer van
Romburgh aangaf, door den verren afstand of doordat er
geen petroleum genoeg was, dan zou gevraagd kunnen worden
Waarom hebt ge besloten de handspuit van de hand te doen,
die had misschien gebruikt kunnen worden.
Dit klemt temeer thans, omdat de hoofdcommandant van
onze brandweer op non-activiteit schijnt te zijn. Mij is voor
waar medegedeeld, dat hij, omdat hij secretaris is van de
Brandstoffencommissie, niet meer kan worden opgescheld wan
neer er brand is, maar dat de ondercommandant in zijn
plaats opgescheld moet worden, zoodat deze blijkbaar de
leiding heeft
Het vorig jaar is hier gekomen een adres van opperbrand-
meesters en brandmeesters, waarin verschillende inlichtingen
werden gevraagd en wenschen geuit. O.a. werd daarin ge
vraagd: Hoe moet het met de brandweer, wanneer wij steeds
meer handspuiten verkoopen? Ik wil er Burgemeester en
Wethouders geen verwijt van maken, dat zij het praeadvies
op dit adres nog niet hebben uitgebracht iedereen heeft
het tegenwoordig druk, en Burgemeester en Wethouders
hebben het bijzonder druk doch ik zou wel gaarne willen,
dat deze zaak werd uitgesteld, totdat wij dat praeadvies onder
de oogen hebben.
Waarom zullen wij die brandspuit gaan verkoopen, terwijl
deze nog te gebruiken is en er niets anders voor in de plaats
zal worden gesteld?
De heer Fokker. M. d. V. Wij zijn druk bezig oude schoenen
weg te gooien, terwijl er van het koopen van nieuwe nog
maar zeer weinig te bemerken is.
De voorzichtigheid leert echter, dat men geen oude schoenen
moet wegwerpen voor men nieuwe heeft.
Nu stellen Burgemeester en Wethouders voor om deze spuit
te verkoopen zonder dat er in de leemte, die hierdoor in de
organisatie zal ontstaan, zal worden voorzien. Ik veronderstel
tenminste, dat er door het verkoopen van deze spuit een
leemte zal ontstaan, want anders had men die spuit wel veel
eerder kunnen verkoopen en dan zou deze vermoedelijk meer
hebben opgebracht dan thans het geval zal zijn.
De heer Harte velt. Het is juist het tegenovergestelde.
De heer Fokker. Het komt mij toch voor, dat een spuit
zonder gebreken meer op zal brengen dan eene spuit, die men
wegdoet, omdat er gebreken aan zijn, maar in dezen tijd is
alles anders dan anders. Wanneer wij deze spuit niet noodig
hebben, waarom is deze dan niet al veel eerder verkocht
geworden? Wanneer deze spuit wel noodig is, dan acht ik
het verkeerd haar te verkoopen zonder dat in de leemte, die
hierdoor zal ontstaan, zal worden voorzien.
Nu lezen wij, dat overeenkomstig de bij vorige gelegen
heden gevolgde gedragslijn de wijk van spuit 4 voorloopig
bij de wijk van spuit 10 zal worden gevoegd. Hoe lang zal
dat zijn? Wat zijn de plannen van Burgemeester en Wet
houders daaromtreut?
Het komt mij voor, dat wij op een gevaarlijken weg zijn.
Men had hiermede moeten wachten tot men klaar was met
de organisatie van de brandweer. Aan Burgemeester en Wet
houders zou ik willen vragen, of zij de verantwoordelijkheid
op zich durven nemen in geval van brand, als deze spuit zal
zijn verkocht?
De verantwoordelijkheid van Burgemeester en Wethouders
is te Zwaarder, waar de vereeniging van brandweerorganisaties
in de verschillende steden, van welke vereeniging de Com
mandant te dezer stede lid is, een groot plakkaat heeft ver
spreid, waarin een ieder er voor gewaarschuwd wordt er toch
vooral voor te zorgen geen brand te krijgen, omdat het zoo
erg is, wanneer er iets verbrandt. Daarom zijn wij te meer
verplicht om, indien er onverhoopt een brand uitbreekt, dien
zoo krachtdadig mogelijk te bestrijden.
Ik kan mij dan ook niet vereenigen met de sobere toelich
ting van Burgemeester en Wethouders van hun voorstel.
De heer Fischer. M. d. V. Op de vraag van den heer
Fokker, of Burgemeester en Wethouders de verantwoordelijk
heid op zich durven nemen voor eventueele moeilijkheden bij
het uitbreken van brand, antwoord ik, dat het al of niet
aanwezig zijn van spuit No. 4 weinig afdoet tot de waarde
der brandbluschmiddelen. Deze brandspuit telt meer jaren dan
een van ons. In normale omstandigheden kan zij geven 100
L, per minuut met eene bediening van 30 man. Thans denk
ik niet meer dat zij in staat is Vs van die hoeveelheid te
geven. Wanneer men nu weet dat de minste brandkraan
levert 225 L. per minuut en de kleinste stoomspuit 700 L.,
dan behoeft men zich niet ongerust te maken dat het ver
koopen van deze oude spuit zooveel af zal doen aan de
waarde van de brandbluschmiddelen in het algemeen.
De heer vari Romburgh heeft er over gesproken, dat de
waterleiding niet zou voldoen aan de eischen, die er aan
worden gesteld in verband met de brandblusching. Ik weet
natuurlijk niet, waar de heeren hun licht opgestoken hebben.
Ik heb mijne inlichtingen ontvangen van den Directeur van
deDuinwaterleidingmaatschappij. Deze heeft mij verzekerd, dat er
in de stad bestaat een overdruk van 2 atmosfeeren en daar
mede kan het water boven de hoogste gebouwen worden
uitgespoten. Slechts in enkele leidingen is dit niet het geval,
b.v. op den Maredijk, waar dunner buizen liggen en dus niet
zoo'n hooge druk kan worden verkregen.
Daarbij komt, dat wanneer voor bijzondere doeleinden, bv.
voor het schoonmaken van de buizen, de druk van de water
leiding tijdelijk verminderd wordt, bij het minste brandalarm
de drukvermindering onmiddellijk weer wordt opgeheven,
zoodat wij ons omtrent de capaciteit van onze waterleiding
voor brandbluschdoeleinden werkelijk niet ongerust behoeven
te maken.
Er is gevraagd, of er altijd wel brandstoffen voor de ver
schillende spuiten aanwezig zullen zijn. Ik kan U verzekeren,
dat' er voor de verschillende spuiten altijd brandstoffen in
voorraad worden gehouden. Er is maar één petroleumspuit
en daarvoor is voldoende petroleum aanwezig.