80
DONDERDAG 26 APRIL 1917.
12°. Adres van de Duurtecommissie uit de Leidsche Arbei
dersbeweging, in zake:
den prijs van rijst en aardappelen;
de distributie van klompen en sajet;
de beschikbaarstelling van een H.L. cokes op een rant-
soeneeringsbon
de vertegenwoordiging van de commissie in de Brand-
stoffencommissie
en den prijs van de bereide middagmalen.
De Voorzitter Wanneer de heeren er niet op staan, dat
het adres wordt voorgelezen, zou ik willen voorstellen het in
de Leeskamer ter visie te leggen.
De heer Fokker. Is het de bedoeling, dat met het ter visie
leggen van dit adres, deze zaak is afgedaan. Ik ken den
inhoud van het adres niet.
De Voorzitter. Wanneer U voorlezing van het adres ver
langt, zal ik den Secretaris verzoeken het voor te lezen.
Het adres luidt als volgt:
Leiden, 24 April 1917.
Aan den Raad der Gemeente Leiden
Geven met verschuldigde eerbied te kennen, ondergetee-
kenden, handelende namens en in opdracht van de «Duurte-
commissie uit de Leidsche Arbeidersbeweging", domicilie
kiezende ten kantore van den Leidsche Bestuurdersbond,
Pieterskerkgracht 20,
dat zij met leedwezen hebben geconstateerd,
a: dat sinds 5 Maart geen Havermout, sinds 16 Maart geen
bruine boonen, sinds 30 Maart geen groene erwten, sinds 2
April geen gort, sinds 3 April geen bak of braadvet is be
schikbaar gesteld, terwijl in vlak nabij gelegen gemeenten,
zoowel als in Amsterdam en andere plaatsen deze artikelen,
zij het in geringe hoeveelheid, wrel voorhanden waren,
b: dat de kwaliteit der aardappelen van dien aard is, dat
minstens der hoeveelheid als ondeugelijk moet worden
weggeworpen, waardoor de prijs minstens hooger is als in
andere jaren om deuzelfden tijd,
c: dat in verband met het fijt dat vele arbeiders veel meer
als hun rantsoen brood mede naar het werk moeten nemen,
de kinderen 's morgens en 's avonds met rijst moeten worden
gevoed, waar voor de prijsverhooging van 10 op 14 cent per
K.G. een ernstig beletsel is,
d: dat vele arbeiders gezinnen onder de schandelijk hooge
klompen prijzen welke eene stijging aantoont van ƒ0.60 op
ƒ1.65 ernstig lijden, en dat de in uitzicht gestelde distributie
van sajet steeds- op zich laat wachten,
e: dat door gebrek aan petroleum en brandstoffen de ge
zinnen welke geen gasleiding hebben, niet in staat zijn, zich
's morgens voor zij naar hun werk gaan van warm drinken
te voorzien en het daarom dringend noodig is in verband met
de schandelijk hoogen prijs der turf, op een rantsoeneeringsbon
een H.L. cokes word beschikbaar gesteld tegen lagen prijs,
f: dat nog steeds aan de arbeidersbeweging in de bi;and-
stoffencommissie geen vertegenwoordiging is gegeven, waar
door de zekerheid gemist word dat met de belangen der
arbeidersbevolking voldoende rekening word gehouden,
g: dat moet worden geconstateerd, dat zeer vele gezinnen,
die den eersten week de bereide middagmalen van de Volks
keuken betrokken, dit om de te hoogen prijs hebben moeten
staken en daarom noodzakelijk moet worden geacht, dat deze
prijs verlaagd word en tevens meer rekening word gehouden
met de adviezen der arbeidersgezinnen inzake de saamstelling
der middagmalen,
verzoeken uwen Raad dringend,
a: de prijs der rijst te brengen op 10 cent per f K.G.
b: de prijs der aardappelen te brengen op 5 cent per K.G.
c: zoo spoedig mogelijk aan te vangen met de distributie
van klompen en van sajet,
d: op een rantsoeneeringsbon een H.L. cokes beschikbaar
te stellen tegen den prijs van het vorig jaar,
c: de «Duurtecommissie" een vertegenwoordiging te geven
in de brandstolfencommissie,
f: zulke maatregelen te nemen, dat de prijs der bereide
middagmalen op 10 cent word gebracht en aan ondersteunden
beneden dien prijs kan worden geleverd,
't welk doende
voor de «Duurtecommissie uit
de Leidsche Arbeidersbeweging
Jac. Baart, voorzitter.
P. J. Bomli, secretaris.
De Voorzitter. Mijne heeren. Nu dit stuk is voorgelezen,
wensch ik ook een paar kantteekeningen erbij te maken. Er
worden hier een zevental punten naar voren gebracht, die ik
goed meen te doen achtereenvolgens te behandelen.
Ten eerste wordt er gezegd, dat er a. na 5 Maart geen
havermout, b. na 16 Maart geen bruine boonen, c. na 30
Maart geen groene erwten, d na 3 April geen bak-en braad
vet en e. na 2 April geen gort beschikbaar is gesteld. Ik
wensch daarop het volgende te antwoorden:
a. Dat sinds 5 Maart geen havermout is beschikbaar gesteld,
is een pertinente onwaarheid. De havermoutdistributie op
bons is pas begonnen op 13 Maart met boft 11. Op dat
oogenblik was het volle rantsoen van 1 ons per maand ten
volle voorhanden.
b. sedert 16 Maart geen bruine boonen. Op 15 Maait werden
10.000 K.G. bruine boonen onder de winkeliers verdeeld, die
konden dus op 16 Maart nog niet op zijn.
c. sinds 30 Maart geen groene erwten. Nog op 28 Maart
werd een hoeveelheid van 200 K.G. aan de Coöperatie «Vooruit"
afgegeven.
d. sedert 3 April geen bak- en braadvet. Op 2 en_ 3 April
te zamen werd nog een 1075 K.G. gedistribueerd, o.a. kreeg
de Coöperatie «Vooruit" 200 K.G. Omdat de bons voor 1 ons
geldig waren, kon na 2 April door 10.750 menschen het hun
toekomende deel worden verkregen.
e. sinds 2 April geen gort. Sinds 1 Februari werd 42.000
K.G. gort beschikbaar gesteld. Daar het maandrantsoen 2 ons
per hoofd bedraagt en Leiden rond 60.000 inwoners heeft,
heeft Leiden per maand noodig 12.000 K.G.
De hoeveelheid, die vanaf 1 Februari beschikbaar is gesteld,
was dus voldoende voor 3^2 maand, derhalve tot 12 Mei.
Niettemin is er 20 April weer gort beschikbaar gesteld uit
een nieuw ontvangen hoeveelheid. Uit het een en ander
moge blijken dat er op de geldigheid van de geuite klacht
wel het een en ander is aan te merken.
Wat betreft het verzoek om den prijs van rijst en aard
appelen te verlagen, dient te worden opgemerkt, dat dit niet
mogelijk is. Ik weet niet of het aan de heeren bekend is, dat
er door den Minister een afspraak is gemaakt met de gemeen
tebesturen van de groote steden, Amsterdam, Rotterdam en
den Haag, met sommige kleinere steden en met de vereeni-
ging van Nederlandsche Gemeenten, dat de prijzen niet meer
door de gemeenten zouden mogen worden verlaagd. Zooals
de heeren weten, heb ik den Minister doen weten, dat ik den
prijs van de rijst hier ter stede verlaagde. Dit heeft bij den
Minister ongenoegen verwekt. Nu is er afgesproken, dat overal
dezelfde prijzen zullen gelden. Hier worden verstrekt 5 K.G.
aardappelen per persoon, dat is eene flinke hoeveelheid. Hier
om heeft de Minister er op aangedrongen, om de rijst weer
op den gewonen prijs te brengen. Hiertegen kan het gemeente
bestuur niets inbrengen, omdat anders de Minister van zijn
kant zou kunnen zeggen: dan moeten de klei-aardappelen
8 cent per K.G. kosten. Nu zal men die aardappelen niets
duurder behoeven te betalen. Bovendien heeft de Minister de
verzekering gegeven, dat wanneer de gemeenten zich niet vrij
willig aan den afgesproken prijs houden, hij eene wetswijzi
ging voor zou stellen, waardoor afwijking van den vastge-
stelden prijs onmogelijk zou worden gemaakt.
Wat betreft de klompendistributie, waarbij dan door de ge
meente ƒ1. - per paar betaald zou moeten worden, om den
prijs normaal te doen zijn, deel ik mede, dat Burgemeester
en Wethouders dit niet doenlijk achten.
Voor sajet wordt door de Reering volgens hare mededee-
lingen gezorgd. Het beschikbaarstellen van een 1 H.L. cokes
op een rantsoeneeringsbon is ondoenlijk, omdat er geen vol
doende voorraad is. Overigens heeft men zich daarvoor te
wenden tot de brandstoffencommissie die ressorteert onder het
Rijkskolendistributiebureau.
Ik stel voor dit request ter visie te leggen, dan kan men
overwegen, of men naar aanleiding daarvan een voorstel aan
den Raad zou willen doen.
De heer Fokker. M. d. V. Ik stel voor dat adres voor
kennisgeving aan te nemen en het niet ter visie te leggen. Ik
heb er prijs op gesteld te vernemen, wat U naar aanleiding
van dit request zou hebben mede te deelen, omdat enkele
zaken, in het request genoemd, mij bekend waren. Het is ons
thans uit Uwe mededeelingen gebleken, dat het request wemelt
van onjuistheden. Door het ter visie te leggen zou men er
nog een zekere eer aan bewijzen en dat acht ik niet noodig.
Het zou wellicht een slechten indruk hebben gemaakt naar
buiten, wanneer men vernam, dat er een request, waarin
allerlei klachten werden geuit over de slechte wijze, waarop
door het Gemeentebestuur gezorgd wordt voor de levensmid
delendistributie, ter visie was gelegd en men er later niets
meer van vernam. Waar nu uit Uwe weerlegging de onge
grondheid van de klachten is gebleken, daar acht ik het niet
noodig meer dit request ter visie te leggen. Ik zou willen dat
het door den Raad voor kennisgeving werd aangenomen, waar
door de Raad zijne goedkeuring hecht aan hetgeen door U
is gezegd.