78
DONDERDAG 26 APRIL 1917.
tiënten de door dezen gevraagde attesten af te geven. Dat
was misschien zeer menschelijk en begrijpelijk, doch niette
min werd de regeling er door in de war gestuurd en de ge
meente op groote kosten gejaagd.
Het ging hierbij niet, zooals in het adres wordt gezegd, om
het afgeven van attesten aan personen die niet tot de min
vermogenden behoorden. Neen, mijne heeren, dit was niet
aan de medici ter beoordeeling gelaten. Het girig om het
afgeven van attesten aan menschen voor wie melk misschien
wel nuttig was, maar die het niet noodig hadden, omdat zij
ziek waren,
Met deze gegevens voor oogen kon de gemeente daarmee
niet doorgaan. Er was een beperking noodig en op advies
van de Voedingsmiddelencommissie is toen besloten, de ver
strekking van goedkoope melk te beperken. Toen is besloten,
niet verder de tusschenkomst van de medici te vragen, maar
de verstrekking te beperken tot kleine kinderen. Zooals de
heeren weten, is naderhand op verzoek van ingezetenen en
naar aanleiding van requesten van de Duurteeommissie de
zaak weer belangrijk uitgebreid en nu wordt niet alleen melk
gegeven voor kinderen beneden '1 jaar, maar ook voor zieke
kinderen van onvermogenden beneden 12 jaar. De voor deze
laatsten noodige attesten zouden dan worden afgegeven door
de Kinderpolikliniek en door het Consultatiebureau van de
Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose, die zich daartoe
beide hebben beschikbaar verklaard.
Burgemeester en Wethouders beseffen zeer goed dat er
buitendien wel kinderen en volwassenen zullen zijn, die melk
noodig hebben, en die thans worden buitengesloten. Zij zien
evenwel niet in, dat er eene regeling zou zijn te treffen,
waardoor niet weer de deur wordt opengezet voor de mis
bruiken, die vroeger zijn ingeslopen. Om financiëele redenen
is beperking noodig. Wanneer men weer wilde handelen als
vroeger, dan zou het verschaffen van goedkoope melk aan de
gemeente ten minste ƒ30.000 per jaar kosten. Ik teeken
hierbij aan, dat de algemeene melkverschaffmg door de bijslag
centen nu ook al aan de gemeente ƒ30.000 per jaar kost.
Wilde men gevolg geven aan het Verzoek van, adressanten,
dan zou het artikel melk aan de gemeente ƒ60.000 kosten.
Het doen van eene zoodanige uitgave kunnen Burgemeester
en Wethouders aan den Raad niet voorstellen, vooral niet, omdat
voor zoover mij bekend Leiden de eenige grootere gemeente is,
waar goedkoop melk wordt verstrekt. Wat verder de in het
adres geuite bezwaren betreft, zij opgemerkt, dat le de
medici nooit iets anders te beoordeelen hebben gehad dan de
geneeskundige zijde van het vraagstuk. De finantiëele draag
kracht der patiënten hebben de medici nooit behoeven te
beoordeelen, ik herhaal het nogmaals. Ten. 2e geeft het in
handen geven van het beoordeelen hiervan aan alle medici
aanleiding tot misbruik, zooals in de praktijk is gebleken, en
ten derde is eene regeling, waarbij aan alle thuis verpleegd
wordende kinderen goedkoope melk zou worden verschaft
eene onmogelijkheid, zonder het sub 2 genoemde bezwaar te
ontmoeten.
Ik stel derhalve voor de regeling te laten zooals zij thans
is en aan requestranten te berichten, dat op het genomen
besluit niet kan worden terug gekomen.
De heer Fabius. M. d. V. Het indienen van dit adres bij
den Raad is niet alleen met mijn medeweten geschied, maar
ik heb zelfs ertoe mede gewerkt.
Het is niet geweest, omdat ik mij persoonlijk gepasseerd
gevoelde, dat ik in eene vorige vergadering tot U de vraag
richtte, welke de reden was tot het indienen van het spoed-
eischend voorstel om verandering te brengen in de verschaf
fing van goedkoope melk, daar ik behoor tot de geneesheeren
van het Consultatie-bureau voor tuberculose. Toch moet ik
mededeelen, dat mij niet gevraagd is, of ik in die functie
bereid was bewijzen voor het verkrijgen van goedkoope melk
af te geven, evenmin als dat gevraagd is aan de andere
geneesheeren van het Consultatie-bureau. Ik ben van meening,
dat noch de geneesheeren van het Consultatie bureau noch
Dr. Gorter zullen kunnen beoordeelen of een ziek kind in
aanmerking kan komen voor het verkrijgen van goedkoope
melk. Wij geneesheeren kunnen wel beoordeelen of iemand,
die ziek of zwak is, in aanmerking komt voor het verkrijgen
van melk, maar niet van goedkoope melk. Dat is de reden
geweest, dat de medici in den beginne zooveel meer rnelk
hebben voorgeschreven dan noodig was. Daarbij komt, dat
de eene medicus goedgeefscher is geweest dan de andere,
zoodat hij wanneer er iemand kwam op zijn spreekuur en
vroeg om een bewijs ten einde goedkoope melk te kunnen
verkrijgen, zoo'n briefje afgaf zonder dat hij er bij nadacht,
wat de kosten hiervan voor de gemeente zouden zijn.
Dat er dus overwogen is om een maatregel te nemen, waar
door de gemeente niet op zulke hooge kosten kwam, kan ik
mij alleszins begrijpen. Hoe zal het nu echter moeten gaan?
Hoe zullen, om maar een voorbeeld te nemen, de zieke kin
deren van ouders die in aanmerking komen om goedkoope
melk te krijgen, voorzoover zij niet vervoerd kunnen worden,
een attest kunnen krijgen. Ik noem b.v kinderen met long
ontsteking, nieraandoeningen, mazelen, roodvonk, enz. Zulke
dnderen hebben gewoonlijk koorts en kunnen dus niet worden
vervoerd. Alleen kunnen worden vervoerd tuberculeuze kin
deren, kinderen met bloedarmoede, enz.
Bovendien, of de ouders van dergelijke kinderen in aan
merking komen voor het ontvangen van goedkoope melk,
weet de huisdokter toch altijd nog beter dan Dr. Gorter of
de geneesheeren van het Consultatiebureau.
Het zal erop neerkomen, dat de huisartsen naar een van
de geneesheeren, die de.attesten afgeven, een briefje moeten
schrijven met. het verzoek, aan de een of andere patiënt een
briefje te geven.
De Voorzitter. Zij moeten maar moeite doen en dan eerst
eens gaan kijken.
De heer Fabius. Wij doktoren hebben het toch druk genoeg
dan dat wij vijven niet kunnen gaan contrólecren bij de arme
patiënten, of zij in aanmerking komen voor het: ontvangen
van goedkoope melk. Dat is niet de taak van het Consultatie-
bui eau en evenmin van de polikliniek van Dr. Gorter; dat
zijn consulteerende lichamen. Wanneer wij dat gingen doen,
zouden wij komen op het gebied van de andere medici.
Bovendien, hoe zullen wij medici dan kunnen contröleeren.
Tenslotte als doktoren moeten contióleerén, dan komen in de
plaats in aanmerking de stadsgeneesheeren, die toch gemeente
ambtenaren zijn. Zij echter zijn over deze zaak niet eens ge
hoord, laat staan, dat zij belast zijn met het uitoefenen van
deze controle.
De Voorzitter. De heer Fabius is begonnen met nog even
te herinneren aan hetgeen in de vorige vergadering geschied
is. Dat ik hem, toen hij mij, nadat het punt was afgehandeld,
nog even wilde interpelleeren, daarvoor niet de gelegenheid
heb kunnen geven, is van mij geen onwelwillendheid geweest.
Het moest gebeuren. Wanneer eenmaal de beslissing is ge
vallen. kan men er niet weer over beginnen. Wanneer de
heer Fabius mij persoonlijk had willen raadplegen, zou ik
daartegen geen bezwaar hebben gehad.
Dat de heer Fabius er niets van weet, dat het Consultatie
bureau zich bereid heeft verklaard, kan ik niet helpen; dat is
de zaak van het Consultatiebureau, dat hem niet op de hoogte
heeft gesteld. Vanwege het Consultatiebureau is ons geschreven
»Na ingewonnen inlichtingen aan het Consultatiebureau
der Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose alhier is mij
gebleken dat er op het oogenblik circa 100 kinderen onder
behandeling zijn, waarvoor per dag circa 80 liter melk noodig
zal zijn. Deze hoeveelheid is krap genomen.
Wet de meeste Hoogachting."
en dan volgt de ondertekening.
Dat de heer Fabius dus niet op de hoogte is, kan ik niet
helpen.
De heer Fabius. Dat is een heel andere zaak. De vraag is
alleen, of wij willen contróleeren.
De Voorzitter Het komt mij toch voor, dat hieruit duidelijk
blijkt, dat men wil meewerken. De heer Fabius heelt het voort
durend over kinderen, die goedkoope melk noodig hebben,
ik dacht dat kinderen melk noodig hebben! Het bezwaar van
de vorige regeling is geweest, dat melk werd voorgeschreven
alsof het duinwater was.
Ik heb erover gesproken met den Wethouder van
Amsterdam, den heer Wibaut, en die staat verbaasd over
de hoeveelheid melk die hier wordt, verbruikt; het verbruik
is ongeveer' de dubbele hoeveelheid per hoofd van dat in
Amsterdam. Het nam natuurlijk enorm toe door de be
staande regeling. De tegenwoordige toeslag van 30.000
is enorm hoog. Wanneer het in het heele land zoo ging,
zou de toeslag voor het heele land zijn 30 millioen en hij
wordt door den Minister maar getaxeerd op 15 millioen.
Ik geef volkomen toe, dat het wel zeer wenschelijk zal zijn
dat kinderen melk drinken, maar men moet ook niet vergeten,
dat de melk, die hier 12 cent kost, in andere plaatsen voor
13 cent verkocht wordt.
Hier kost de melk 12 cent. Ik geef toe, dat het prettiger
zou zijn, wanneer de melk maar 10 cent kostte, maar er-moet
toch een grens zijn. Men kan toch niet, omdat eenige kinderen
door deze regeling er wat minder goed afkomen, goedkeuren
dat men melkbaden gaat nemen. Mij dunkt, dat edele men-
schenvrienden die kinderen dan maar moeten helpen. U klaagt,
er over het zoo druk Ie hebben, maar denkt U dan, dat wij
het ook niet druk hebben. Er zijn heel wat menschen, die
hunne medewerking verleenen aan de kolendistributie, aan de
centrale keuken en dergelijke zaken, en het daarmede ook
zeer druk hebben.