72 Leiden, December 1916. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven ondergeteekenden, allen verbonden aan de Leidsche V rij willige Brandweer, eerbiedig te kennen dat zij onderstaande bezwaren en grieven hebben tegen de verordening, op de Brandweer van den 29sten April '1909 en hare uitvoering; te weten 1. Het kader en de manschappen worden niet meer voldoende geoefend met het Materiaal. 2. Het Alarmstelsel behoeft grondige verbetering. 3. Er is aan de Stoomspuiten geen reserve Machinepersoneel. 4. Er is noodig een verbetering der Brandbluschmiddelen. 5. Het is wenschelijk dat de Commandant jaarlijks eene vergadering uitschrijft en bijwoont om de belangen der Brandweer met het geheele kader te bespreken. Waarvoor zij de vrijheid nemen hierbij eene Memorie van Toelichting te voegen. A. Planjer. (Volgen de namen van nog 28 adressanten.) N°. 100. Leiden, 2 Mei 1917. In het begin van bet afgeloopen jaar vestigde het College van Schoolartsen onze aandacht op het voortdurend voor komen van gevallen van diphtheritis en het ernstige karakter dier ziekte. Teneinde zooveel mogelijk het ontstaan van des infectiehaarden op de scholen te voorkomen, achtten de school artsen uitbreiding van het aantal gevallen, waarin bacterio logisch onderzoek geschiedde, noodig, welk onderzoek dan zou moeten plaats hebben in het laboratorium van Prof. Dr. D. A. de >Jong alhier. Naar hunne meening moesten zoowel zij zelf als de stadsgeneesheeren in de gelegenheid gesteld worden, in genoemd laboratorium ten behoeve van al of niet onvermogende ingezetenen die bacteriologische onderzoekingen te laten verrichten, die noodig zijn voor het geneeskundig toezicht op de scholen, om op die wijze zoo spoedig mogelijk infectiehaarden te ontdekken en uitbreiding der ziekte te voor komen. Bovendien behoorde ook de medewerking van de overige geneesheeren te worden ingeroepen, om, in samen werking met de schoolartsen, zooveel mogelijk schoolinfectie- haarden van diphtheritis te voorkomen. Groote uitgaven voor de gemeente zouden, naar de meening der schoolartsen, aan een en ander niet verbonden zijn, ook al werden de geneesheeren, teneinde geen tegenwerking van de ouders te ondervinden, kosteloos in de gelegenheid ge steld die onderzoekingen te doen plaats hebben. Voorloopige besprekingen met Prof. de Jong hadden aan de schoolartsen die overtuiging geschonken. Aangezien ook ons College een krachtige bestrijding van de heerschende diphtheritis en het zooveel mogelijk voor voorkomen van schoolinfectiehaarden dier ziekte dringend noodzakelijk achtte en wij ons met de in verband daarmede ingediende voorstellen der schoolartsen volkomen konden ver eenigen, stelden wij ons in verbinding met Prof. de Jong. Nadat deze zich welwillend bereid had verklaard, om de bedoelde onderzoekingen in zijn laboratorium te doen plaats hebben, noodigden wij hem bij schrijven van 26 Januari 1916 daartoe definitief uit, met verzoek ons na afloop van het jaar eene opgave van de gemaakte kosten te doen toekomen, opdat wij, nadat die kosten ons bekend waren, een voorstel tot beschik baarstelling van de vereischte gelden bij U aanhangig konden maken. Voor 1917 en volgende jaren zou dan eene nadere regeling kunnen worden getroffen. Verder werd in overleg met de schoolartsen eene circulaire tot alle geneeskundigen alhier gericht, welke hierachter is afgedrukt. Blijkens hun ter visie liggend schrijven zijn de schoolartsen zeer ingenomen met het resultaat, dat door de met Prof. de Jong getroffen regeling verkregen is, in zake het bacterio logisch onderzoek bij diphtheritis en raden zij ten zeerste aan, om deze regeling ook verder te doen voortduren. Bovendien achten zij het bijzonder gewenscht, dat ten behoeve van on- en minvermogende patiënten ook andere onderzoekingen op bacteriologisch en serologisch gebied, dan die op diphtherie plaats hebben. Vooral met het oog op het vinden van bacillen dragers bij typhus kan dit h. i. van veel beteekenis zijn. In het afgeloopen jaar zijn volgens opgave van Prof. de Jong 261 onderzoekingen verricht, waarvan de kosten f 783 hebben bedragen, d. i. ƒ3 per onderzoek. Met de schoolartsen zijn wij van meening, dat besten diging van de met Prof. de Jong getroffen regeling alleszins aanbeveling verdient. De daaraan verbonden kosten, die uiterst billijk berekend zijn, kunnen, gelet op de groote belangen, die op het spel staan, zeker niet hoog worden genoemd. Zelfs bij uitbreiding van het onderzoek in den door de schoolartsen gewenschten geest, zullen de uitgaven vermoedelijk niet meer dan ƒ1000 per jaar bedragen. Tegen betaling van dit bedrag van ƒ1000 is Prof. de Jong bereid in opdracht van ons College voor geneeskundigen in de gemeente Leiden of daarbuiten, echter alleen voor zoover het ziektegevallen in onze gemeente betreft, bacteriologische en serologische onderzoekingen te verrichten tot een maximum van 350 per jaar en het voor de te verzamelen ziektestof noodige materiaal aan die geneeskundigen desverlangd te verschaffen, terwijl voor elk onderzoek, dat boven het getal van 350 wordt verlangd, een bedrag van f 3 verschuldigd zal zijn. Ieder jaar vóór 1 November kan de overeenkomst worden opgezegd tegen 1 Januari van het volgende jaar. Het treffen van eene dergelijke regeling verdient de voor keur boven het gebruik maken van de gelegenheid tot koste loos onderzoek, geopend door het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid te Utrecht. Het Centraal Laboratorium is uitteraard vooral bestemd voor die gemeenten, waar gelegen heid tot onderzoek ten eenenmale ontbreekt en ook niet kan worden geschapen. In grootere gemeenten echter, wraar vele geneeskundigen zijn en herhaaldelijk onderzoek noodig is, is een gelegenheid daartoe ter plaatse gewenscht, om sneller te kunnen werken, eerder een resultaat te kunnen hebben, meer overleg tusschen aanvrager en onderzoeker mogelijk te kunnen maken, en vooral ook om, juist omdat de gelegenheid ter plaatse bestaat, het doen instellen van een onderzoek van wege de geneeskundigen bij vermoedelijk gevaarlijke ziekten aan te moedigen. In het bijzonder is een dergelijke gelegen heid tot onderzoek echter gewenscht voor de stadsgeneesheeren en de schoolartsen. Dat een en ander de algemeene gezond heidstoestand in eene gemeente zal kunnen bevorderen spreekt van zelf.. En dat verder in geval van een groot aantal ziekte gevallen, resp. in dat van epidemieën, waarbij een groot aantal onderzoekingen noodig is, onderzoek aan het Centraal Labora torium niet meer mogelijk en een inrichting in de gemeente onvermijdelijk zou zijn, zal mede wel geen nadere toelichting behoeven. Op grond van het bovenstaande geven wij U derhalve in overweging: a. door vaststelling van nevensgaanden staat van af- en overschiijving, dienst 1916, alsnog een bedrag van ƒ783 be schikbaar te stellen voor de in het jaar 1916 verrichte bac teriologische onderzoekingen in het laboratorium van Prof. Dr. D. A. de Jong; op den post voor Onvoorziene Uitgaven is nog ƒ16.178.09 beschikbaar. b. ons te machtigen een overeenkomst met Prof. Dr. D. A. de Jong aan te gaan betreffende het verrichten van bacterio logische en serologische onderzoekingen in den boven aange geven geest en in verband hiermede door vaststelling van den mede hierbijgaanden staat van af- en overschrijving, dienst 1917, een bedrag van ƒ1000 af te schrijven van den post voor Onvoorziene Uitgaven en volgn. 122 «Kosten ter voor koming en bestrijding van epidemische ziekten" met dat bedrag te verhoogen. Op den post «Onvoorziene Uitgaven" dienst 1917 is nog ƒ73.300 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. BIJLAGE. Leiden, 1 Februari 1916. In verband met het voortdurend voorkomen van gevallen van Diphtheritis en het ernstige karakter dier ziekte, hebben wij de eer U te verzoeken Uw gewaardeerden steun te willen verleenen, om. in samenwerking met de Schoolartsen, zooveel mogelijk schoolinfectiehaarden van Diphtheritis te voorkomen. Wij noodigen U daarom uit om in het vervolg na de be handeling van Diphtheritis-patienten, die tot de leerlingen eener school behooren, aan het geneeskundig attest, waarbij de ziekte en het gevaar voor besmetting als geweken worden verklaard, het resultaat toe te voegen van het bacteriologisch onderzoek der kelen van de herstelde Diphtheritis-lijders en van de schoolgaande huisgenooten. Tot het instellen van dat bacteriologisch onderzoek, doch uitsluitend voor de hierboven bedoelde gevallen, wordt U kosteloos gelegenheid gegeven in het laboratorium van Prof. Dr. D. A. de Jong in de Boerhaavestraat, waar tevens het benoodigde materiaal ter Uwer beschikking is. Burgemeester eq Wethouders van Leiden, N. C. de Gijselaar, Burgemeester. van Strijen, Secretaris. Den Heer Geneeskundige te LEIDEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 23