DONDERDAG
26 APRIL 1917.
75
Zitting Tan Donderdag 26 April 1917.
Geopend des namiddags te twee uur.
"Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen
1° Benoeming van een lid der Commissie van Fabricage (vaca
ture K. H. Korff).
2° Verzoek van K. H. Korff om eervol ontslag als Commissaris
der Gemeentelijke Bank van Leening. (79)
3° Benoeming van een Commissaris der Gemeentelijke Bank
van Leening (vacature K. H. Korff). (87)
4° Idem als voren (vacature Mr. Ph. B. Libourel). (87)
5° Benoeming van een lid van het Bestuur der vereeniging »de
Ambachtsschool". (86)
6° Benoeming van een onderwijzer met hoofdakte aan de
Jongensschool der 2e klasse. (80)
7° Idem als voren aan de school der 3e klasse No. 2. (81)
8° Idem als voren aan de school der 3e klasse No. 7. (81)
9° Idem als voren aan de school der 4e klasse No. 2. (81)
10° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 4e klasse
No. 1 (vacature Mej. Mouwen). (82)
11° Idem als voren aan de school der 4e klasse No. 1 (vacature
Mej. Hoff). (82)
12° Idem als voren aan de school der 3e klasse No. 3 (vacature
A. Klarenberg). (82)
13° Verzoek van het Bestuur van het genootschap «Mathesis
Scientiarum Genitrix" om het kosteloos gebruik van de
Stadsgehoorzaal voor het houden der tentoonstelling en
van de algemeene vergadering. (78)
14° Voorstel tot overname in eigendom en onderhoud bij de ge
meente van een terreinstrook aan de Heerenstraat, Kad.
bekend Sectie M. Nis 3657, 3602, 3656, 3651, 3648, 3367
en 3366. (92)
15° Voorstel tot bestendiging van de pacht van het recht van
tolheffing aan de Leiderdorpsche brug c. a. aan P. J.
Ramaker. (90)
16° Voorstel tot verkoop van handspuit No. 4. (91)
17° Voorstel:
a. tot aankoop van het perceel Lammermarkt No. 48;
b. tot aankoop van het perceel Nieuwe Rijn No. 22 en
Burgsteeg No. 2
c. tot vaststelling van den desbetreffenden begrootings-
staat. (84)
18° Voorstel tot toekenning van een gratificatie aan den leeraar
van de Hoogere Burgerschool voor Jongens, P. Werkman,
wegens bewezen, buitengewone diensten en tot vaststelling
van de desbetreffende begrootingsregeling. (93)
19° Voorstel tot aanvaarding van de door den Minister van
Waterstaat vastgestelde tijdelijke regeling der werkloos
heidsverzekering. (94)
20° Verordening, tot wijziging van de verordening van 17 De
cember 1914 (Gem.blad No. 32), houdende reglement op
het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit te Leiden, naar aanleiding van het voorstel van
Mr. A. van der Eist om de Commissie van Beheer over
die fabrieken met twee lederi uit te breiden. (85)
21° Voorstel tot aanvaarding van de vergunning van het Hoog
heemraadschap van Rijnland in zake de'verbetering van
den Hoogen Rijndijk. (88)
22° Voorstel tot vaststelling van eene tijdelijke regeling van
de bezoldiging der Agenten van Politie 2e klasse. (89)
23° Motie van de heeren K. Sijtsma c.s. in zake de afschaffing
van het ambulantisme op verschillende openbare lagere
scholen. (83)
24° Voorstel om het Hoofd der Buitengewone school voor Lager
Onderwijs te ontheffen van zijne verplichting tot het ge
regeld geven van onderwijs in een bepaalde klasse en te
bepalen dat het aantal leerkrachten één meer zal bedragen
dan het aantal der klassen. (12)
Tegenwoordig zijn 27 leden, n.l. de heeren van Tol, Rom-
burgh, A. Mulder, Zwiers, Reimeringer, Hoogenboom, Sasse,
Hartevelt, Botermans, Vergouwen, van der Eist, Briët, Fok
ker, Fabius, van Hamel, Bots, Roem, van der Pot, Pera,
Fischer, J. P. Mulder, Sijtsma, de Boer, Huurman, van der
Lip, van Gruting en Aalberse.
Afwezig zijn de heeren Timp wegens ongesteldheid, en
Heeres wegens Kamerzitting.
Er zijn 2 vacatures.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 29 Maart 1917 worden goedgekeurd.
De Voorzitter. Zooals de heeren weten zijn er op het
oogenblik een tweetal vacatures in den Raad. Van den beer
Tepe heb ik het volgende schrijven ontvangen:
Oegstgeest, 25 April 1917.
Aan den Edelachtbaren Heer Burgemeester van Leiden,
Voorzitter van den Gemeenteraad.
Edelachtbare Heer
Ondergeteekende heeft bij dezen de eer U, als Voorzitter-
van den Leidschen Gemeenteraad, te berichten, dat hij, wegens
het metterwoon verlaten van de gemeente Leiden, heeft op
gehouden deel uit te maken van uw ;ollege.
U en den Heeren leden van den Raad dankzeggend voor
de aangename samenwerking en vriendelijke tegemoetkoming,
die hij gedurende den korten tijd, dat hij de eer had lid van
uw college te zijn, mocht ondervinden, teekent hij
met de meeste hoogachting,
Uw dw. dr.
R. Tepe.
Mijne Heeren! Het zal U evenals mij zeer spijten, dat de
heer Tepe door zijne verhuizing naar Oegstgeest opgehouden
heeft lid van onzen Raad te zijn. Slechts zeer kort, eerst van
1915, is de heer Tepe lid van onzen Raad geweest. Altijd
heeft hij met ijver deel genomen aan de beraadslagingen en
aan de verdere werkzaamheden, die hem als Raadslid waren
opgedragen. Hij was iemand, die door de wijze, waarop hij
zijne werkzaamheden als Raadslid waarnam, veel voor de
toekomst beloofde en het zal U dan ook evenals mij zeer
spijten, dat hij niet langer lid van den Raad zal zijn. Het
eenige middel, waardoor wij hen nog eens terug zouden
kunnen winnen voor den Raad, is gelegen in de uitbreiding
van de gemeente, waardoor wij in de gelegenheid zouden zijn
dien deserteur te achterhalen.
Thans stel ik U voor dezen brief voor kennisgeving aan
te nemen.
Daartoe wordt besloten.
De Voorzitter. M. H. Op 19 April j.l. is door mij, mede
namens het Dagelijksch Bestuur en den Gemeenteraad, aan
Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden een brief van geluk-
wensch gezonden ter gelegenheid van Hoogstdeszelfs verjaardag-
Hierop is het volgende telegram ingekomen:
Burgemeester Leiden.
Ontvangt met gemeentebestuur 's Prinsen oprechten dank.
Adjudant von Mühlen.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Missive van Gedep. Staten houdende mededeeling dat
het bedrag van de over 1917 bij voorschot uit te keeren
Rijksbijdrage in de kosten van het Lager Onderwijs is vast
gesteld op ƒ120.440.-.
2°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot het verleenen van een voorschot van
ten hoogste 352800.aan de Woningbouwvereniging «Eens
gezindheid".
3°. Mededeeling van J. Hartevelt Azn. dat hij de benoeming
tot lid der Commissie van Fabricage niet aanneemt.
4°. Mededeeling van Prof. Dr. J. Huizinga dat hij de be
noeming tot lid der Plaatselijke Schoolcommissie aanneemt.
5°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde verordening van 1 Februari 1917, bepalende o. a. de
bezoldiging van het onderwijzend personeel der openbare lagere
scholen.
6°. Idem als voren ten geleide van de verordening regelende
de bezoldiging van het onderwijzend personeel der Herhalings
scholen en die van Mej. E. M. Enuma, onderwijzeres in de
huishoud-, kook- en waschkunst aan de Herhalingsschool voor
Meisjes.