DONDERDAG 29 MAART 1917.
67
van dit voorstel zal zijn uitgesproken) geen rekening houden
en de Raad stuurt haar iemand op het dak die zij liever
niet had gehad, dan heeft de Commissie dat aan zichzelf te
wijten en dan zou zij werkelijk het belang van het onder
wijs, n.l. dat deze Commissie zoo goed mogelijk is samen
gesteld, niet naar behooren hebben behartigd.
De motie is onduidelijk, zegt de heer van der Lip, de
heer Fokker wil dat een S.D.A.P.-er er in komt, en dus had
hij dat er in moeten zetten. Wanneer waar is en op gezag
van hetgeen de geachte Wethouder zegt, neem ik dat gaarne
aan dat niemand van Christelijk historische richting in
de Plaatselijke Schoolcommissie zit, dan zaLik, gezien" het
stemmenaantal dat die richting uitbrengt, of het aantal
personen van die richting in deze gemeente, waaruit blijkt,
dat die richting meer aanspraak op vertegenwoordiging kan
maken dan de Sociaal Democratische richting ditmaal, de
volgende maal met even veel plezier stemmen voor iemand
van Christelijke historische richting, als die ook wordt aan
bevolen, als thans op een Sociaal democraat. Wij willen, dat
zooveel 'mogelijk alle levensbeschouwingen laat ik het woord
van den heer Briët overnemen, en ik wil tegelijk ook mijn
motie in dien geest wijzigen in de Plaatselijke School
commissie vertegenwoordigd zijn. Wanneer er een sterkere
richting is, die niet vertegenwoordigd is, en een zwakkere,
die niet vertegenwoordigd is, dan komt het eerst de sterkere
aan bod,om vertegenwoordigd te worden en daarna de zwakkere.
Het is dus absoluut niet in strijd met den geest van deze
motie, indien ik mij in dien zin uitlaat. Ik ben gaarne be
reid, om aan het bezwaar van den heer Briët, die overigens
zoo verzoenend gesproken heeft, betreffende de woorden
«politieke richtingen tegemoet te komen, door in plaats daar
van «levensbeschouwingen" te lezen. De bedoeling blijft voor
mij dezelfde; ik hecht niet aan een woord en wil daarom
graag dat woord veranderen.
De motie luidt dus nu:
«De Raad,
van oordeel dat ook in de Plaatselijke Schoolcommissie
evenredige vertegenwoordiging der verschillende richtingen
gewenscht is,enz."
Het woord «politieke" valt dus uit.
Ik geloof niet, dat ik nog verder wat ter toelichting behoef
te zeggen.
De Voorzitter. Dus U wilt, dat het woord «politieke"
geschrapt wordt. Wordt dat gesteund door den heer Sijtsma
en de andere heeren? Dan is dat woord vervallen.
Verder heb ik van den heer Briët het volgende voorstel
.ontvangen
„De ondergeteekende stelt voor punt 2 der agenda aan te
houden tot de volgende vergadering."
Dat heeft een andere strekking, want bij aanneming van
dit voorstel wordt de aanbeveling niet teruggezonden, maar
wordt den volgenden keer gestemd met dezelfde aanbeveling.
Het nut daarvan ontgaat mij eenigszins, want dan krijgen
wij weer hetzelfde. U zegt: dan kunnen wij ons van te voren
beraden, maar denkt U, dat de heeren, die deze motie hebben
ingediend, zich ook niet van te voren beraden hebben. Het zou
mij zeer vreemd lijken, als zij dat niet gedaan hebben.
De heer Briët. Zij willen de aanbeveling terug zenden, dus
hebben zij zich niet beraden
De heer Vergouwen. Dat moet de Schoolcommissie doen!
De Voorzitter. Maar zij zullen zich toch wel beraden heb
ben over den persoon, dien zij zoo meteen zullen stemmen.
De heer Fokker. Ik zou blanco gestemd hebben!
De Voorzitter. Hoe het ook zij, ik begrijp weinig van
het nut van dit voorstel.
Wordt het voorstel van den heer Briët gesteund?, Zoo ja,
dan kan het een punt van beraadslaging uitmaken.
De heer van der Lip. M. d. V. ik wil gaarne nog een
enkel woord zeggen. De heer Fokker heeft niet goed begrepen,
wat ik heb bedoeld, toen ik onderscheid maakte tusschen een
aanbeveling en een voordracht. De heer Fokker is anders
zoo scherpzinnig en daarom begrijp ik niet, dat dat zeer een
voudige verschil hem niet beter voor den geest staat. Ik beweer
dan en dat is m. i. niet voor tegenspraak vatbaar dat
de Raad bij een voordracht kan zeggen: ik wil gelegenheid
hebben, althans die probeereri te krijgen, om op iemand van
die en die richting te stemmen, en dat kan ik niet anders
gedaan krijgen dan door de voordracht te renvoyeeren. Maar
ik zie er het nut niet van in, om een aanbeveling terug te
zenden. Alle leden van den Raad wisten, wat er gaande is,
zij hebben zich er over kunnen beraden en de vraag kunnen
stellen, of het niet billijk is, dat in deze vacature iemand
benoemd wordt die de sociaal-democratische beginselen
is toegedaan.
Ik gevoel ook veel voor evenredige vertegenwoordiging en
ik ben het eens met den heer Briët, dat er veel voor te zeg
gen is dat de verschillende richtingen in de Plaatselijke
Schoolcommissie vertegenwoordigd zijn. Ik acht het echter
overbodig om deze aanbeveling terug te te zenden, want de
Commissie heeft de quaestie al gewikt en gewogen, en deze
aanbeveling is daarvan het resultaat. Wordt nu door den Raad
iemand benoemd buiten de aanbeveling, dan kan ra. i. van
boosheid bij de Commissie geen sprake zijn, zij zou dan trou
wens evengoed boos kunnen zijn wanneer de aanbeveling aan
haar wordt teruggezonden. Ik heb daarom gezegd: men moet
hier onderscheid maken tusschen een aanbeveling en een
voordracht en ik heb bezwaar gemaakt om de aanbeveling
terug te sturen, terwijl dat meteen voordracht een ander geval
zou zijn. Ik heb dus geen enkele aanleiding gegeven tot het
bezigen van zulke groote woorden als de heer Fokker, als
naar gewoonte, gedaan heeft. Ik zou niet weten waardoor ik
getoond heb in deze zaak geen breeden blik te hebben.
De heer Pera. M. d. V. Ik wil wel een kleinigheid klappen
uit de vergadering van de Plaatselijke Schoolcommissie. Ik
meen dat dit kan dienen om een beetje helderheid in deze
quaestie te brengen en ook het standpunt dat men in die
Commissie heeft ingenomen ietwat bloot te leggen. Er zou
waarschijnlijk van de Plaatselijke Schoolcommissie een andere
aanbeveling zijn gekomen dan op het oogenblik het geval
is, wanneer het verzoek van de Sociaal-Democratische Arbei
ders Partij, dat bij Burgemeester en Wethouders is ingekomen,
eerder ter kennis was gebracht bij de Plaatselijke School
commissie. Het stadium waarin de behandeling van die zaak
nu verkeerde maakte het heel moeilijk om er nog notitie van
te nemen en te handelen op die wijze, zooals dat ook in de
Schoolcommissie een krachtige verdediging heeft gevonden.
Wanneer de Schoolcommissie met een aanbeveling komt,
worden eerst personen gepolst, die eventueel bereid zouden
zijn een dergelijke benoeming aan te nemen. Dat is hier ook
gebeurd. Waar dit nu eenmaal had plaatsgehad vond men
het wel wat onaangenaam om daarop weder terug te komen
en te zeggen: wij zullen u passeeren voor een ander.
Daarbij komt ook nog, dat de wijze waarin adressanten
zich uitdrukken een minder prettigen indruk maakt.
Wanneer men komt met de erkenning van een politieke
partij, geloof ik dat de Plaatselijke Schoolcommissie daartegen
bezwaar zal maken, maar ik meen wel de verzekering te
kunnen geven namens mijn medeleden van die Commissie,
dat men in den vervolge met den wensch van den Raad te
dezen opzichte rekening zal houden.
Wanneer de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij het in
haar adres laat voorkomen, dat eigenlijk »de" arbeiderspartij
in onze samenleving is de Sociaal-Democratische Arbeiders
partij, dan is het begrijpelijk dat daartegen eenig verzet komt
en dat men zegt: dat gaat niet aan. Wanneer men wil dat
ook de arbeiderspartij in de Plaatselijke Schoolcommissie wordt
vertegenwoordigd, behoeft dit toch niet bij uitsluiting te zijn
een Sociaal Democraat, Er zijn toch ook nog andere arbeiders
die warm voelen voor het openbaar onderwijs en die zich
voortdurend op dat terrein hebben bewogen, maar zich niet
hebben geschaard onder de Sociaal-Democratische Arbei
derspartij.
Ik heb hiermede te kennen willen geven dat dit adres het
onderwerp heeft uitgemaakt van breedvoerige besprekingen
in de Plaatselijke Schoolcommissie en wat de zaak zelf be
treft omtrent de vertegenwoordiging van de verschillende
standen zal de Commissie in den vervolge zeer zeker notitie
nemen van de wenschen in den Raad geuit, want er zitten
in die Commissie personen, die geheel medegaan met de be
schouwingen van de heeren Briët, Fokker en Sijtsma en gaarne
zullen medewerken om vertegenwoordigers van meerdere
standen een plaatsje in die Commissie te bezorgen.
De heer van der Elst. M. d. V. Het komt mij voor, dat
de uitdrukking «politieke partij" in deze quaestie niet ge
lukkig gekozen is.
De heer Fokker. Het is er al uitgenomen
De heer van der Elst. De bedoeling is dat in die Commissie
een Sociaal Democraat zal worden benoemd, maar het is best
mogelijk dat die bedoeling niet zal worden bereikt wanneer
het mocht blijken dat in de Commissie andere partijen nog
niet zijn vertegenwoordigd. Dan is het mogelijk dat de
Commisssie komt met een aanbeveling van iemand die be
hoort tot een andere partij.
Ik geloof daarom, dat het beter is, om de motie van den
heer Briët aan te nemen, opdat de leden, die er prijs op
stellen, om iemand buiten de aanbeveling om te benoemen,
zich voor den volgenden keer kunnen beraden. Dat is nog