DONDERDAG 29 MAART 1917. 73 dan door het College van Burgemeester en Wethouders is voorgesteld. Daarom vraagt bedoelde commissie het terrein Endegeest, dat oorspronkelijk bestemd was, om in het groot te worden verhuurd, groot 3.25 H. A., ook te mogen gebruiken voor den aanleg van volkstuintjes, en in verband daarmede, doordat veel meer grond zal moeten worden verwerkt e.d., het krediet, dat gevraagd werd voor de voormelde werkzaam heden, van ƒ2000.tot ƒ4000.te verhoogen. In dien geest zal dus het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zoo'als het overgenomen is van de commissie voor de teelt van voedingsgewassen, moeten worden gelezen. De heer van Romburgh. M. d. V. Het is voor mij nog steeds een open vraag, of hetgeen voor deze zaak door de gemeente gegeven wordt, weer opgebracht zal worden aan waarde van de op het land geteelde aardappelen. Niettegen staande dat, zal ik toch mijn stem aan dit voorstel geven, en mocht het worden aangenomen, dan zou ik Burgemeester en Wethouders wel willen verzoeken, om zoo spoedig mogelijk met de werkzaamheden te beginnen, opdat het land ter be schikking van de menschen kan worden gesteld. Het is toch een bekend feit, dat hoe later aardappelen gepoot worden, hoe meer kans bestaat, dat ze door de aardappelziekte aan getast worden. Reeds heeft de afdeeling Leiden van de Neder- landsche Maatschappij voor tuinbouw- en plantkunde Burge meester en Wethouders schriftelijk nuttige wenken in dat opzicht gegeven en ik hoop dan ook, dat Burgemeester en Wethouders die in overweging zullen willen nemen. De heer Fischer. M. d. V. De heer van Romburgh heeft gevraagd, of het land zal opbrengen, wat het kost. Daar moet ik wel zeker ontkennend op antwoorden, vooral nu wij de 3.25 bunder van Endegeest ook in de uitgifte betrekken; daar zal wel wat geld bij moeten. Maar zooals in het rapport van de commissie staat', is daarvan op het oogenblik nog niets te zeggen. Wat de wenk van den geachten spreker betreft, om het land zoo spoedig mogelijk in bewerking te nemen, kan ik meedeelen, dat als dit voorstel heden door den Raad aanvaard wordt, nog hedenavond in Katwijk spitters worden rondge- klonken, dat morgen met ploegen en spitten wordt begonnen, en dat reeds maatregelen genomen zijn voor onmiddellijke aanschaffing en reserveering van pootgoed, zoodat te ver wachten is, dat ongeveer medio April de pooters in den grond kunnen staan. De heer Botermans. M. d. V. De geachte Wethouder zegt, dat van avond geklonken zal worden in Katwijk. Ik zou echter willen voorstellen, om het te doen met ingeschrevenen van het steuncomité, waar zich dagelijks menschen komen aanmelden. Het is dan een goed middel, om de menschen aan werk te helpen. De heer Fischer. M. d. V. Ik doe niet gaarne een belofte, die ik niet houden kan. Ik wil dat dus niet graag beloven. Bovendien weet ik niet, of er onder de Leidsche menschen goede spitters zijn. In Katwijk zijn wèl goede spitters en ik geloof, dat het in het belang van de zaak, om de tuintjes zoo spoedig mogelijk in orde te krijgen, is, om geen Leidsche spitters te gebruiken, maar het advies van de deskundigen te volgen. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het praeadvies besloten. XVIII. Verzoeken van verschillende personen om afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1916. (Zie Ing. St. No. 73). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XIX. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1916. (Zie Ing. St. No. 72.) Wordt zonder: beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. De Voorzitter. Thans geef ik het woord aan den heer Fischer, die namens het College van Burgemeester en Wet houders nog eenige mededeelingen wenscht te doen. De heer Fischer. M. d. V. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft mij opgedragen hier eenige mededeelingen te doen omtrent een zeer belangrijke quaestie, n.l. omtrent het voorkomen hier in de gemeente van nekkramp. Het kwam ons wenschelijk voor om mede te deelen wat zich hier ter stede heeft voorgedaan en welke maatregelen zijn genomen om de burgerij gerust te stellen en geruchten, die eventueel mochten opduiken, tegen te gaan. Er hebben zich in de gemeente vanaf 5 Januari j.l. voor gedaan 12 gevallen van nekkramp. Van die 12 gevallen zijn er 6 bij militairen voorgekomen en 1 geval was afkomstig uit Stom'pwijk, zoodat ten slotte van gemeentenaren zijn aan getast 5 personen, waarvan er nu 2 zijn overleden. De aan getaste militairen zijn opgenomen in de daarvoor bestemde barakken in de Ceciliastraat, op één geval na, dat is opge nomen in het Academisch Ziekenhuis, terwijl de zieken, die uit deze gemeente afkomstig zijn, allen zijn opgenomen in het Academisch Ziekenhuis. Ongeveer 15 Maart hebben wij van de Gezondheidscommissie een schrijven ontvangen, waarin zij de aandacht vestigt op het voorkomen van verschillende ge vallen van nekkramp hier ter stede. Daarbij gaf zij in over weging om bijzondere maatregelen te nemen om het oog te houden op de verbreiding van deze ziekte en maatregelen te nemen voor eventuëele behandeling van patiënten. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft ge meend een geneesheer te moeten uitnoodigen, die speciaal zijn werk heeft gemaakt van de bestrijding der besmettelijke ziekten, oin die taak op zich te nemen. Het gevolg daarvan is geweest dat is uitgenoodigd Dr. G. Kapsenburg om zich in het bijzonder bezig te houden met de bestrijding van de nekkramp en eventuëel de noodige voorstellen te doen om maatregelen te nemen die daarmede verband houden. Dr. Kapsenburg heeft aan die uitnoodiging gevolg gegeven, terwijl Prof. de Jong zoo welwillend is geweest zijn laboratorium voor de verschillende onderzoekingen beschikbaar te willenstellen. Het bleek nu al spoedig dat er noodig was een inrichting, waar verdachte lijders konden worden geïsoleerd. Die gelegen heid heeft men gevonden op het terrein van de vroegere begraafplaats aan de Heerenpoort, n.l. het tegenwoordige terrein van de gasfabriek, waar vroeger de woning van den bewaker der begraafplaats stond. Die woning is thans voor dat doel ingericht en op het oogenblik bevinden zich daarin eene verpleegster met twee verdachte lijders. Tenslotte kan ik den Raad nog mededeelen dat er zich sinds den 22en Maart geen nieuwe gevallen meer hebben voorgedaan. Men heeft er verder nog zorg voor gedragen, dat ontsmet zijn de diverse huizen en enkele schoollocalen waar zich gevallen van die besmettelijke ziekte hebben voorgedaan, of waar men verdachte lijders heeft geconstateerd. De heer Sijtsma. M. d. V. In verband met het heerschende gebrek aan meststoffen is er mijn aandacht op gevestigd dat hier in de stad nogal beerstoffen verloren gaan. Zoo gaan b.v. van de kazerne aan de Groene Hazengracht de beerstoffen in het water, en ook van de Koninklijke Grofsmederij loopen die in den Rijn, naar mij is medegedeeld. Ik wist. niet dat het zoo was, maar het lijkt mij toch op zichzelf al erg, dat het water zoo verontreinigd wordt. En op het oogenblik is dat vooral verkeerd, omdat er niet veel meststoffen te krijgen zijn. Verder heb ik gehoord, dat van enkele fabrieken, o. a. de oude fabriek van den heer Zaalberg, de beerstoffen wel opgevangen worden, maar afgehaald worden door den man, die hier het bagger- werk aangenomen heeft, zoodat het ook op deze manier ver loren gaat voor hen onder onze stadgenooten, die de mest stoffen goed kunnen gebruiken. Op al die zaken is mijn aandacht gevestigd en daarom breng ik ze ter sprakeze zijn van gewicht met betrekking tot de tegenwoordige moeielijk- heden bij de bemesting en aan den anderen kant voor het vraagstuk van het rein houden van de gemeente. Daarom zou ik Burgemeester en Wethouders willen vragen, of die zaken hun bekend zijn, zoo neen, of zij daarnaar een onder zoek willen instellen. De heer Fischer. Wij zullen het gaarne onderzoeken. De heer van Romburgh. M. d. V. Ik wenschte Burgemeester en Wethouders te vragen, of de levensmiddelen, die gedistri bueerd worden, niet onder toezicht staan van den keurings dienst. Ik heb een week of drie geleden bij een winkelier bruine boonen gezien, die in zoo'n staat verkeerden, dat ze voor menschelijk voedsel totaal onbruikbaar waren. Zij waren zoo muf, dat ze «gekookt" niet te gebruiken waren. Gisteren was er bij dien winkelier iemand van den keurings dienst, die het zelfde beaamde. De winkelier heeft van een baal wegende 100 K.G. nog het grootste gedeelte in voorraad omdat de boonen onverkoopbaar zijn. De Voorzitter. Ik kan IJ wel zeggen, dat natuurlijk alle levensmiddelen onder toezicht van den keuringsdienst staan. De heer Fokker. M. d. V. Mag ik in aansluiting aan de vraag van den heer van Romburgh vragen, welke maatregelen genomen worden, wanneer hier van Regeeringswege voor de consumptie onbruikbare artikelen worden aangebracht. Wordt dan een onderzoek ingesteld van wege de commissie die ons

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 11