45
beteling werd gevraagd, én heeft de concierge van het oude
gebouw der H. B. S. naar aanleiding van bedoelde advertentie
gemeend, de aandacht te moeten vestigen op de binnenplaats
van dat gebouw als een geschikt terrein voor den aanplant
van voedingsgewassen. Deze geschiktheid mag zeer sterk in
twijfel worden getrokken, maar ook de eerstbedoelde aan
biedingen zijn niet van dien aard, dat het wenschelijk mag
heeten, daarop in te gaan. Twee aangeboden terreinen liggen
ver van de stad, terwyl een derde, gelegen bij den Leidschen
straatweg, reeds als bouwland in gebruik is.
Voor de in aanmerking komende stukken land geldt nu
Vraag 5: Op welke wijze zouden ze te exploiteeren zijn?
En dan kwam het de Commissie voor, dat drie der genoemde
stukken (a, b en c) door hun ligging in aanmerking zouden
kunnen komen om als »Gemeente-tuintjes' te worden uitge
geven. Ze zouden kunnen worden verdeeld in perceeltjes van
een Are. De drie terreinen, tegenover Posthof, aan de Kooilaan en
aan den Haagweg, beslaan te samen een oppervlak van ongeveer
2,6 H.A., waarvan, toegangen afgerekend, ruim 200 perceeltjes
konden worden gemaakt. Rekenende, dat 10 H.L. aardappelen
als winterprovisie voor een werkmansgezin kunnen worden
verbouwd op 3 A., zou men kunnen bepalen, dat een persoon
hoogstens 3 perceelen kan huren. De Gemeente zou het om-
scheuren voor haar rekening moeten nemen. Daarbij komen
dan kosten van toezicht, administratie, afsluiting (ofschoon
veel door slooten is afgesloten) en dgl. De huurprijs zou
natuurlijk niet te hoog moeten worden gesteld. De Commissie
kwam tot een bedrag van f 3.60 per Are. Daarbij komen dan
een paar gulden voor pootgoed. Wenschelijk zou het zijn,
dat slechts aardappelen en peulvruchten, mogelijk wat boeren
kool als nagewas, werden geteeld.
In één perceel zou kunnen worden verhuurd het terrein
bezuiden Endegeest van 3J H.A. De bewerking daarvan zou
natuurlijk ten laste van den huurder komen. Verder ook als geheel
het land van het Isr. Weeshuis. En eindelijk, waar het niet
zeker is, dat beschikbaar gestelde Gemeente-tuintjes alle zouden
worden genomen, zouden c. q. de resten ook als geheel kunnen
worden verhuurd.
Hetlaat zich niet aanzien, dat met een en ander groote
kosten zouden zijn gemoeid. De huur der Gemeente-tuintjes
zou een belangrijk deel der onkosten goedmaken, terwijl
waarschijnlijk door het uit de huur nemen van het in het
groot uit te geven terrein, als men geen beperkende bepalingen
maakt omtrent het gebruik, winst zal zijn te behalen. Met
die bepalingen zal de animo tot huren vermoedelijk niet
groot zijn.
Wenschelijk zou het zijn, dat de Gemeente eventueele
tuintjes-huurders behulpzaam was bij bet aanschaffen van
pootgoed, speciaal pootaardappelen. Deze konden dan tegen
kostenden prijs beschikbaar gesteld wordenmisschien in
enkele gevallen daar beneden, daar de uitgaven om b.v. voor
een gezin voldoende winteraardappelen te telen, niet zoo heel
gering zijn.
Op de aangegeven wijze zou wel kunnen worden bereikt,
dat er een zekere voorraad voedsel in de stad kwam. De
heele zaak moet echter, met spoed worden aangepakt. De
Commissie was daarom zoo vrij, vooruitloopende op de indie
ning van dit rapport, U in overweging te geven, een oproeping
te willen plaatsen van eventueele gegadigden voor de huur
van tuintjes of van grootere perceelen en machtiging te ver
zoeken tot verspreiding van biljetten, behelzende de voor
waarden, waarop c.q. tuintjes zouden kunnen worden uitge
geven. Zij doet verder het voorstel, uit de huur te nemen de
boven aangewezen perceelen op de genoemde voorwaarden en
daarmee te handelen, als door haar omschreven. Vindt een en
ander de goedkeuring van den Gemeenteraad, dan zou zij in
overweging willen geven, haar voor het doen uitvoeren der
benoodigde werkzaamheden, de beoefening van toezicht, het
geven van advies en dgl. diligent te verklaren, en haar een
crediet te willen verleenen ter bestrijding van verschillende
onkosten, hoofdzakelijk van ploegen en aankoop van pootgoed,
tot een bedrag van twee duizend gulden.
Een laatste vraag, die de Commissie zich in deze aange
legenheid had te stellen, was deze:
Zou eventueele her-omzetting van bouwland in weiland
met groote kosten, in casu voor de Gemeente huurderving,
gepaard moeten gaan?
Volgens der zake kundigen onder de Commissieleden is dit
niet het geval. Waar is het, dat eerst na een tiental jaren de
weide-zode zich weer volkomen gevormd heeft. De gang van
zaken is echter deze: Men zaait op het land haver, gemengd
met klaver en kan het eerste jaar een voordeeligen oogst
wachten. Het tweede jaar kan het terrein als klaverland winst
afwerpen. Daarna komen een paar minder voordeelige jaren,
maar dooreengenomen behoeven de kosten, ook van den kant
van den verhuurder beschouwd, niet groot te zijn.
De Commissie heeft in haar opsomming der Gemeente
terreinen niet opgenomen het land, behoorende bij het gesticht
Endegeest, waarvan sprake is in het schrijven van den Inspec
teur van het Staatstoezicht op Krankzinnigen, in den aanvang
van dit rapport genoemd. Het ligt feitelijk op den weg van
het Bestuur van dit gesticht, stappen te doen voor een andere
exploitatie van dit land. Echter meent de Commissie dat, waar
het als geestgrond voor het beoogde doel weinig geschikt is
en het bovendien voor vrij langen tijd is verhuurd, er moeilijk
een andere bestemming dan de tegenwoordige aan te geven
zal zijn.
Ten slotte heeft de Commissie zich de vraag gesteld, of
het op haar weg lag, zich op te werpen als Commissie van
advies voor particulieren, die meenen stukjes grond voor de
teelt van voedings-gewassen te kunnen gebruiken. Zij kwam
echter tot de conclusie, dat de behoefte aan een dergelijk
adviseerend lichaam niet is gebleken en meende met het
voeren der besprekingen, waarvan het bovenstaande het ver
slag inhoudt, voorloopig de haar opgedragen taak te hebben
vervuld.
De Commissie voornoemd,
Fischer, Voorzitter.
M. van Wamelen, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
De ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad
van oordeel dat door de gemeente het mogelijke moet worden
gedaan om terreinen haar eigendom, aan de voedselvoorziening
zooveel doenlijk dienstbaar te maken, noodigt Burgemeester
en Wethouders uit:
1. na te gaan welke zoodanige terreinen in kleine perceelen
ter bearbeiding aan de bevolking die hiervoor in aanmerking
komt, kunnen worden ter beschikking gesteld en de uitvoer
baarheid hiervan te overwegen:
2. zoo spoedig doenlijk aan den Raad de resultaten van
deze overwegingen, eventueel in een voorstel belichaamd,
over te leggen.
Toelichting.
De vraag mag worden gesteld ol de terreinen eigendom
van de gemeente onverschillig of zij al dan niet binnen hare
grenzen zijn gelegen, op zoodanige wijze worden benut, dat
daarvan voor de voortbrenging van voedsel voor mensch of
dier het hoogst mogelijk rendement wordt verkregen. Bedoe
ling van het thans ingediend voorstel is, Burgemeester en
Wethouders uit te noodigen deze vraag, die in deze benarde
tijden wel bij uitstek van praktisch gewicht moet worden
geacht, onder het oog te zien en zoo blijkt dat inderdaad in
deze richting iets moge het veel zijn door de gemeente
kan worden verricht, de hiertoe noodzakelijke voorstellen uit
te werken en voorbereidende maatregelen te trefïen.
Fokker.
K. Sijtsma.
Leiden, 26 Februari 1917.
N°. 75. Leiden, 23 Maart 1917.
Overeenkomstig het advies der Commissie van Fabricage
geven wij O in overweging tot wederopzeggens en verder
onder de gebruikelijke voorwaarden in gebruik te geven:
a. het niet voor straat bestemde gedeelte van de bij raads
besluit van 20 Januari 1916 (lngek. Stukken no. 9) aange
kochte terreinstrook, gelegen bewesten de school aan de
Duivenbodestraat, ter oppervlakte van 174 M2. en op de
situatie in rood aangeduid, aan W. van der Laan, hoofd der
genoemde school, tegen betaling van een jaarlijkschen huur
prijs van f 7.50;
b. het stukje grond, gelegen ten noorden van de school aan
de Duivenbodestraat, ter oppervlakte van 200 M2. en op
de situatie in geel aangeduid, aan H. Lautenbach, onderwijzer
aan genoemde school, tegen betaling van een jaarlijkschen
huurprijs van f 5.
De sub a bedoelde terreinstrook is afgescheiden van de
naburige tuingronden door een draadafrastering en van de
straat door een gewapend-betonmuur, waarin een deuropening
is gespaard. De ligging van bet andere stukje grond is veel
ongunstiger, weshalve voor dat terrein een huurprijs van f 5
voldoende wordt geacht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.