GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 39 IN6£K«IIEII STIKKEN. N°. 58. Leiden, 27 Februari 1917. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te dee- len dat, indien de Raad zich vereenigt met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, opgenomen in no. 55 der Inge komen Stukken, om een bedrag van ƒ16000.ter beschik king te stellen van de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis, ten behoeve van het maken van een ijsbergplaats, zij tegen de daartoe voorgestelde begrootingsregeling geen bezwaar heeft. Evenmin heeft de Commissie bedenking tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde overneming in eigen dom en onderhoud bij de gemeente van gedeelten van de Lusthoflaan en de Sophiastraat (Ingek. St. no. 56), noch tegen de voorgestelde overneming in eigendom en onder- boud bij de gemeente van strookjes grond en water aan den Heerensingel (Ingek. St. no. 57). Zij adviseert U mitsdien tot de bovenbedoelde overneming te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 59. Leiden, 27 Februari 1917. Bij nevensgaand adres verzoekt Mej. J. P. Los, om eervol ontslag als onderwijzeres in de handwerken aan de O. L. school der 3e klasse No. 5, alhier. Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging aan Mej. J. P. Los, op haar verzoek, eervol ontslag uit hare hierboven- genoemde betrekking te verleenen en dat ontslag te doen ingaan op 1 April 1917. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Edelachtbare Heeren. Ondergeteekende, Johanna Paulina Los, onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de O. L. School 3e kl. no 5, neemt bij dezen de vrijheid eervol ontslag te vragen als zoodanig, zoo mogelijk tegen 1 April a. s. Met de meeste hoogachting Uw dw. dnresse. J. P. Los. Leiden, 16 Febr. 1917. Heerengracht 84. N°. 60. Leiden, 28 Februari 1917. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening, dienst 1916, van de Plaatselijke Schoolcommissie, geene beden kingen heeft. Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die rekening te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 61. Leiden, 6 Maart 1917. In zake de tegen den aanslag in het vergunningsrecht inge komen reclames over het vergunningsjaar 1916/1917 stelt de uit Uw midden benoemde commissie van onderzoek in haar 'hierachter afgedrukt rapport voor, de aanslagen van de wed. D. Siljee ad 62.50 en van het bestuur der sociëteit «Mi nerva" ad f 225.te handhaven. Aangezien derhalve omtrent deze aanslagen tusschen ons College en de commissie overeenstemming bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging overeenkomstig het voorstel van de commissie te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 27 Februari 1917. De Commissie in zake reclames tegen den aanslag in het vergunningsrecht over 191617 heeft de eer, U het volgende te berichten. De reclames betroffen ditmaal de aanslagen van 1°. W. C. van der Steen, wed. D. Siljee, Haven 6/8 (tap perij en slijterij); 2°. de Commissie van Beheer van de Sociëteit Minerva, Breestraat 48/50 (Societeitsvergunning). De eerste reclame was geheel van dezelfde soort als die, welke reeds meermalen door commissies uit Uw midden werden behandeld. Nieuwe gezichtspunten deden zich hier niet voor, en de commissie was dan ook van oordeel, dat voor dit geval de becijfering van de eindwaarde geheel vol gens de gebruikelijke tabel of formule diende te geschieden. Over het quantum van den inslag in 50 procentigen alko- hol bestond geen dubium; daarvoor was dus te stellen 4193 Liters. De huurwaarde, waarvoor bij de schatting f 90.— was aangenomen, werd bij de herschatting vastgesteld op f 80. 'sjaars. Wij bezochten, behalve het lokaal van reclamante, nog een viertal vergunningslokalen in de onmiddellijke omge ving, wier geschatte huurwaarden varieerden van f 60.— tot f 100.'sjaars. Na vergelijking was de commissie eenparig van gevoelen, dat voor reclamante's lokaal een huurwaarde van f 80. diende te worden aangenomen. In verband met den boven aangegeven omzet volgt hieruit voor huurwaarde in den zin der wet f 250.— hetzelfde be drag, dat ook door den herschatter vanwege de Gemeente verkregen was. Minder eenvoudig was de beslissing bij de tweede reclame, die van de Sociëteit Minerva. Een geval van dezen aard was tot heden toe nog niet aan het onderzoek eener commissie onderworpen geworden. En de schattingsstaten, even goed van dit als van voorgaande jaren, deden zien, dat voor deze kategorie het strenge, lei dende beginsel, dat bij de gewone aanslagen gold, geen dienst had kunnen doen. Besprekingen, zoowel met den schatter als met de herschatters brachten uit, dat deze steeds de moeilijkheid hadden gevoeldom deze geheel afwijkende kategorie van vergunningslokalen op billijke wijze aan te sluiten aan het bestaande schattingsstelsel. Men heeft de moeilijkheid zoolang mogelijk ontgaan, door bestaande aan slagen zooveel doenlijk te continueerenmen heeft geschikt en geplooid, om een «billijk"eindcijfer te verkrijgen. Dat had zijn goede, maar ook zijn bedenkelijke zijde. En na het hooren van alle deskundigen kon onze Commissie tot geen andere conclusie komen, dan dat de aanslagen van deze kategorie van belastingschuldigen tot dusver verstoken waren van een noodige vaste basis, zooals die voor de gewone ver gunningslokalen althans sedert jaren bestond. Een zaak als deze was dus feitelijk voor schatters en commissie als het ware nieuw, en eischte zelfstandig onderzoek naast gemeen schappelijk overleg. Allereerst werd een conferentie gehouden met den deskun dige van belanghebbende, den heer Hillenaar. Diens afwijkend standpunt, den Raad reeds uit vroegere reclames bekend, kwam ook hier weer tot uiting. In de eerste plaats beriep hij er zich op, dat de geheele exploitatie-rekening der Socië teit zoowel over 1915 als vroeger reeds over 1914 met een tekort sloot. Om echter toch nog een cijfer voor aanslag te krijgen, vergeleek hij den inslag aan gedistilleerd ad 3026. met het geheele omzetcijfer der Sociëteit, en vond, dat het eerste slechts 1/38 van het geheel uitmaakte. Bij een schatting der huurwaarde van het gebouw door hem gesteld op 3700.kwam hij tot een huurwaarde voor het vergunt.ingsrecht van f 97.— per jaar, waaruit een be- lastingcijfer van f 25.zou voortvloeien. En de heer Hille naar sloot zijn betoog met, de woorden: «Ik meen dus, dat «van een verlies van 494.79® geen meerdere huurwaarde «mag geheven worden dan f 97. Het behoeft wel geen nader betoog, dat onze commissie dit verband van een vergunningsrecht met den omzet in, en het mogelijk verlies op zooveel andere bedrijfstakken als bij de exploitatie eener sociëteit gelijk Minerva voorkomen, moest afwijzen. Waar de drankwet spreekt van huurwaarde in verband met den omzetkan slechts de omzet in alkohol bedoeld zijn, zooals ze krachtens die wet plaats heeft, en daar moeten winst- of verliescijfers op wijnkelder, bier, biljart, keuken en wat dies meer zij, buiten geding blijven. Wij hebben dit eenigszins uitvoerig gerelateerd, om ook aan den verdediger der belangen van reclamante alle recht te doen wedervaren. Maar wij meenen er toch op te moeten wijzen, dat het steeds weer toepassen van een onjuist be ginsel tot niets anders dan oponthoud en onnoodige kosten leidt. Wat niet wegneemt, dat wij het Leidsche schattings-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 1