37 De ontworpen bergplaats, waarin 30.000 a 40.000 K.G. opgeborgen zal kunnen worden, zal tevens worden dienstbaar gemaakt om te voorzien in de.bestaande behoefte aan berg ruimte voor zout en machinekamermateriaal. Het zout, waarvan jaarlijks ongeveer 15.000 K.G. noodig is, wordt thans geborgen in den ziekveestal, waar het natuur lijk niet thuis hoort, terwijl een geschikte localiteit voor het onderbrengen van staaf- en plaatijzer, takels, reservedeelen, enz. geheel ontbreekt. De kosten van het ontworpen gebouwtje, dat dus moet strekken voor de drie hierboven genoemde doeleinden, worden door den Directeur der Gemeentewerken geraamd op f 12.600. waaronder niet begrepen zijn de kosten van aanschaffing van pekelpomp, motor, pekelleidingen, koelhuizen, isolatie, smal spoor, enz., waarmede ongeveer 3400.zal gemoeid zijn, zoodat de totaaluitgaven geraamd worden op rond 16.000. Het valt niet te ontkennen, dat dit een hooge uitgave is. De hooge kosten zijn ten deele toe te schrijven aan het feit, dat een dergelijk gebouw, op het terrein van het Slacht huis, altijd tamelijk duur zal moeten zijn, omdat met het oog op de zwaarte van de daarin te bewaren voorwerpen bij den bekend slechten ondergrond van het Slachthuis een paal- fundeering vereischt wordt en ook de noodzakelijke isolatie en koelinrichting vrij kostbaar is. Ten deele worden ook de hooge kosten veroorzaakt, doordat, zooals Uw College bekend zal zijn, de prijzen der bouwmaterialen door de tijdsomstandig heden aanzienlijk zijn gestegen. Wij hebben ons de vraag gesteld, of met het oog op die abnormaal hooge prijzen de bouw wellicht niet beter zou kunnen worden uitgesteld tot gewone tijden, maar meenen haar ontkennend te moeten beantwoorden. Behalve toch dat de oorlog misschien nog geruimen tijd zal duren, is het zeer twijfelachtig, of ook daarna niet in den eersten tijd de prijs der bouwmaterialen hoog zal blijven. Waar nu, zooals reeds boven is uiteengezet, een opvoering van de ijsleveranties, die voor het Slachthuis zeer voordeelig zijn, alleen mogelijk is, wanneer er gelegenheid bestaat op dagen, waarop de productie de aflevering overtreft, voorraad te maken, waarvoor een goede ijsbergplaats onontbeerlijk is, meenen wij, dat die bergplaats zoo spoedig mogelijk moet worden gemaakt; wij verwachten, dat de opbrengst van den ijsverkoop, die in 1916 reeds 15.324,25 bedroeg tegen f 3736,175 in 1910, nog zal stijgen, vooral nu de eenige particuliere ijsfabriek in deze gemeente is opgeheven, en de omliggende gemeenten in steeds toenemende mate ijs van onze inrichting betrekken. Op grond van een en ander verzoeken wij Uw College te willen bevorderen, dat de Raad zijne goedkeuring hecht aan den door ons noodig geachten bouw van bedoelde ijsberg plaats, en ons daartoe een crediet toestaat van f 16000.af te lossen in 40 jaren tegen een rente van 4i%. De Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis, J. C. van der Lip, Voorzitter. Th. P. J. Masthoff, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 56. Leiden, 23 Februari 1917. In nevensgaand adres geeft de naamlooze vennootschap «Nationaal Grondbezit" den wensch te kennen, om het haar toe- behoorend gedeelte der Lusthoflaan, kad. bekend onder Sec tie K Nis 2889 en 2130, om niet aan de gemeente af te staan. Dit gedeelte strekt zich niet uit tot onmiddellijk vóór de hui zen langs de laan; een smal strookje der laan behoort kadas traal tot elk der langs de laan gelegen huizen, althans voor- zooveel betreft het sectienummer 2889. Hoe deze zonderlinge toestand is ontstaan, is thans moeilijk na te gaan en is trouwens van weinig belang. De woningen behooren aan dezelfde vennootschap, die er prijs op stelt, dat ook deze strookjes in de overneming zullen worden begrepen, opdat de huizen komen te staan aan een weg, die aan de gemeente toebehoort. Eveneens wil de vennootschap in de overneming begrepen zien een 22 M. lange, 1 M. breede strook aan het einde der Sophiastraat, welke strook ook deel uitmaakt van het sectienummer 2889. Een en ander is nader aan gegeven op de ter visie liggende situatieteekening, waarop het geheele voor overneming in aanmerking komende terrein in bruin is aangeduid. De laan zelve bevindt zich in redelijk goeden toestand, doch zal, indien ze later tot de definitieve 15 M. breede straat wordt verbreed, een geheel ander profil en uiterlijk verkrij gen. Wanneer deze aanleg zal plaats hebben is thans nog geheel onzeker en hangt af van de plannen der grondeigena ren aan de overzijde der Lusthoflaan. Teneinde de straat te zijner tijd geheel in orde te maken, wordt volgens raming van den Directeur van Gemeentewer ken een bedrag van f 1310 vereischt. Alvorens tot over neming wordt overgegaan, zal dit bedrag dus door adres sante in de gemeentekas moeten worden gestort. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging te besluiten de op de situatieteekening in bruin aangeduide gedeelten van de Lusthoflaan en de Sophiastraat zonder eenige kosten voor de gemeente in eigen dom en onderhoud bij de gemeente over te nemen, nadat door adressante een bedrag van f 1310 in de gemeentekas zal zijn gestort voor het tezijnertijd in orde maken van de straat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Naamlooze Vennootschap «Nationaal Grondbezit", Boekhorststraat 54a te 's-Gravenhage: dat ten kadaster te Leiden te haren name staan: a) het gedeelte van de Lusthoflaan, Sectie K No. 2889, b) een verlengde daarvan, gelegen achter de Sofiastraat, Sectie K No. 2130; dat het hare bedoeling is laatstgenoemd gedeelte straat en het zich daar bevindende gedeelte schoeiing, welke thans defect zijn, te doen herstellen dat zij daarna de beide, onder de genoemde nummers be kende gedeelten straat en schoeiing om niet aan Uwe Gemeente zou wenschen af te staan en daarvan mitsdien bij dezen aan bieding doet. 't Welk doende enz. Naamlooze Vennootschap «Nationaal Grondbezit" A. Henkemans. 's-Gravenhage, 2 December 1916. N°. 57. Leiden, 23 Februari 1917. In den loop van dit jaar zal worden overgegaan tot het dempen en rioleeren van het laatste gedeelte der sloot langs den Heerensingel, waarvoor op de begrooting een bedrag van 5625 is uitgetrokken. Opdat het verhoogde voetpad langs de lijn van bebouwing aldaar zooveel mogelijk ter volle breedte kan worden aange legd, is het gewenscht, dat eenige terreinstrookjes, welke thans nog particulier eigendom zijn, door de gemeente in eigendom worden overgenomen. De eigenaren van de strookjes, op de ter visie liggende teekeningen in bruin en in rood aangeduid, hebben zich bereid verklaard die strookjes zonder eenige kos ten hunnerzijds af te staan, de eigenaresse van het rood ge kleurde terreinstrookje A. B. C. L). echter nog onder voor waarde, dat de gemeente langs de toekomstige scheidingslijn van beider eigendom A. B. een afsluithek plaatst. Noch bij de Commissie van Fabricage noch bij ons College bestaat tegen de overneming onder deze voorwaarden i. c. bezwaar. Weliswaar zal bij overneming van de bedoelde strookjes nog geen doorloopende rooilijn langs de gedempte sloot wor den verkregen, zooals bij het meer westelijk gelegen gedeelte dier sloot het geval is, doch in verband met de bestaande bebouwing, die buiten de rooilijn uitspringt, kan voorloopig niet tot verdere overneming worden overgegaan. Wij geven U mitsdien in overweging thans slechts te be sluiten de o.p de situatie-teekeriing in bruin en rood aange duide strookjes grond en water aan den Heerensingel, zonder betaling van koopsom in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen, onder voorwaarde dat de gemeente langs de op de teekening aangegeven toekomstige scheidings lijn A. B. een afsluithek plaatst. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 9