48 DONDERDAG 15 FEBRUARI 1917. ging in de eerste plaats gevonden moet worden bij de publieke vermakelijkheden. Ik zou de café's wel niet geheel en al willen sluiten, maar ik zie niet in, waarom die niet een paar uur vroeger gesloten zouden kunnen worden. Dan is er nog een belangrijke quaestie. Zou men het nu werkelijk niet daarheen kunnen leiden, dat aan het nacht- bakken een eind werd gemaakt? Ik geloot dat dergelijke nietige quaesties als de protesten tegen oudbakken brood in deze tijdsomstandigheden niet in aanmerking mogen komen. Ik kan mij volkomen vereenigen met het voorstel van Burge meester en Wethouders, maar ik meen, dat er nog wel eenige andere middelen zijn waardoor men in dezen een belangrijke bezuiniging zal kunnen verkrijgen. (De heer Fokker komt ter vergadering). De Voorzitter. De heer Zwiers heeft gevraagd waarom wij niet hebben overgelegd een schriftelijk advies van Commissa rissen van de Lachfabrieken. Ik kan daarop mededeelen, dat wij geen schriftelijk advies hebben gekregen van die Commissie. Doordat er met grooten spoed moest worden gehandeld, heeft de Voorzitter van de Commissie ons het voorstel van den Directeur overgebracht met de mondelinge mededeeling dat Commissarissen daarmede instemden. De bevoegdheid tot beboeten, die in het voorstel van den Directeur aan Commissarissen werd gegeven, hebben wij in ons voorstel echter overgebracht bij Burgemeester en Wet houders. Dit is het eenige verschil tusschen het voorstel van Commissarissen en dat van Burgemeester en Wethouders. Om haar bijzonderen aard oordeelden wij het beter, dat deze bevoegdheid bij Burgemeester en Wethouders berustte. Natuurlijk zullen Burgemeester en Wethouders in voorko mende gevallen op het advies van Commissarissen afgaan. De heer Briët heeft eenige inlichtingen omtrent de te geven voorschriften gevraagd. Uit mijn antwoord zal de heer Zwiers bemerken, dat Burgemeester en Wethouders de zaak hebben geregeld op dezelfde manier als Commissarissen dat wilden. Burgemeester en Wethouders zijn van plan te bepalen, dat het verboden is, meer gas en electriciteit te gebruiken gedu rende het tijdvak tusschen twee maandelijksche meteropne mingen dan een hoeveelheid van 60 van het verbruik over het overeenkomstige tijdvak van het vorig jaar, met dien verstande dat altijd het gebruik van het minimum, dat voor 8 cent per M8 wordt geleverd, is toegelaten. Hem, die meer verbruikt dan 60 van de hoeveelheid, door hem in het overeenkomstig tijdvak van het vorig jaar gebruikt, kan als boete worden opgelegd het bedrag, dat hij volgens het gel dend tarief voor de hoeveelheid boven de 60 bovenbedoeld moet betalen, zulks boven eri behalve het bedrag, dat hij als prijs voor het verbruik verschuldigd is. Gebruikt een afnemer meer dan 70 der hoeveelheid, door hem in gelijk tijdvak van het vorig jaar gebruikt, dan kunnen Burgemeester en en Wethouders bovendien den toevoer van gas en electriciteit geheel doen afsluiten en verdere levering weigeren. Voor aansluitingen, die nog geen vol jaar in gebruik zijn, zal door de Directie der Lichtfabrieken het maximum, dat niet mag worden overschreden, worden vastgesteld. Men ziet dus, dat de beslissing bier is gebracht bij Burge meester en Wethouders en dat het College de bevoegdheid heeft om boete en afsnijding toe te passen. Imperatief voor geschreven zijn deze maatregelen echter niet. Burgemeester en Wethouders kunnen dus met de omstandigheden rekening houden. Want wat is hier de quaestie? Er moet volgens de circulaire van den Minister tot 65% bezuinigd worden. Dit moet in elk geval gebeuren, want anders krijgen wij geen steenkolen meer voor de gemeente. Nu kan men wel met bezwaren komen, maar-daar is niets aan te doen. Nu is het m. i. beter dat Burgemeester en Wethouders in deze als het ware een blanco mandaat van den Raad krijgen om te doen wat zij goedvinden, dan dat men de voorschriften imperatief in een verordening neerlegt. Dan kan men van de voorschriften niet afwijken in bijzondere gevallen en komt men zoodoende tot groote onbillijkheden. Wanneer iemand het vorig jaar uit de stad is geweest en der halve niets heeft gebruikt, daar zou hij dus nu ook niets mogen gebruiken. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is juist gedaan om de zaak zoo soepel mogelijk te maken. Nu kan er worden nagegaan wie er goed bezuinigen kan en wie niet. Dit kan worden nagegaan door de Commissarissen voor de Lichtfabrieken en door de Directie, die dan aan Burgemeester en Wethouders daaromtrent inlichtingen kunnen verschaffen. Ik geloof, dat deze zaak zoo het best geregeld is. Het kan voorkomen, dat iemand 50% kan bezuinigen. Dit kan dan weer ten goede komen aan een ander, voor wie het onmogelijk is te bezuinigen, op deze wijze zullen wij niet tot een draconischen maatregel behoeven over te gaan, wanneer het totaal verbruik maar daalt tot beneden de 65% van het normale verbruik. Wanneer men zich precies aan den Ietter moest gaan houden, dat niemand meer mocht gebruiken dan 65% van zijn normaal gebruik, dan zou men iemand moeten gaan straffen, die niet gestraft moet worden. Wat nu betreft hetgeen de heer van Romburgh heeft gezegd moet ik zeggen, dat ook ik het onaangenaam vind, dat men het maximum verbruik van de muntgasmeters met 10M3 moet gaan verminderen. Het is evenwel gebleken dat er op de muntgasmeters in bet geheel niet bezuinigd is geworden. Het vorige quantum was zoo hoog genomen, dat niemand zich behoefde te bezuinigen, terwijl men toch maar 8 cent per M3. betaalde. Men zal nu iets moeten gaan bezuinigen. Dit is geen bezwaar omdat van de muntverbruikers 93% beneden de geldende minima blijven. Het is niet de bedoeling de menschen dubbel te laten betalen of boete te willen opleggen of de leiding af te snijden, maar eenvoudig om tot bezuiniging te dwingen. Ieder moet bezuinigen en nu moet ieder daar maar toe medewerken. Het advies van de Commissie, waarover de heer Zwiers sprak, is door Burgemeester en Wethouders niet veronachtzaamd maar het is niet afgedrukt geworden, omdat wij er geen hebben ontvangen. Het is goeddat de geheele gemeente hoort, dat er zooveel mogelijk moet worden bezuinigd, niet alleen in zijn eigen belang maar, omdat men hierdoor een ander zal kunnen helpen, die niet genoeg bezuinigen kan. Op deze wijze zullen industrieën, die niet bezuinigen kunnen, niet gehinderd behoeven te worden. Dit is de manier, waarop wij trachten moeilijkheden te voorkomen. De heer Fokker. M. d. V. Het moet aan den Raad wel een vreemden indruk hebben gegeven, dat er geen advies was van de Commisie voor de Lichtfabrieken. Deze zaak is in de vergadering van Commisarissen behandeld en daar is besloten, dat er aan Burgemeester en Wethouders advies zou worden uitgebracht. Indien er nu geen advies is ontvangen, dan valt de verantwoordelijkheid daarvoor niet op de Commissarissen, maar op hem of hen, die dat besluit niet heeft of hebben uitgevoerd. Het is hier de plaats niet deze quaestie uit te vechten. Ik heb slechts namens de leden van de Commissie willen mededeelen, wat er besloten is geworden. Later zullen wij dan wel vernemen, waarom dat advies aan Burgemeester en Wethouders niet is uitgebracht. De Voorzitter. Den heer Fokker zou ik willen zeggen: U vecht tegen windmolens. Ik heb niet gezegd, dat er geen advies zou zijn uitgebracht, alleen dat er geen schriftelijk advies bij ons was ingediend. Donderdag hebben de leden van de Commissie vergaderd en daarna is door den heer Bots mondeling advies uitgebracht. De heer Zwiers. Maar het stond op schrift. De Voorzitter. Om de stukken op te stellen hadden wij het advies van Commissarissen zoo spoedig mogelijk noodig. Daardoor hadden deze geen tijd om het op schrift te stellen en heeft men het mondeling uitgebracht. De heer Bots. Om half een was het advies door Commissa rissen uitgebracht en om half twee was er. vergadering van Burgemeester en WTethouders. De Secretaris der Commissie had dus geen tijd om het advies op schrift te stellen. Dit is de reden, dat ik het rapport van de Directie in de vergade ring van Burgemeester en Wethouders mondeling heb inge diend onder mededeeling, dat de Commissie er zich mede kon vereenigen. De heer Zwiers. M. d. V. Het rapport was getypt, en had slechts onderteekend behoeven te worden door den Voorzitter van de Commissie en den Secretaris. Op deze wijze heeft de Raad geen kennis kunnen krijgen van het advies van de Commissie en van den Directeur, terwijl de bedoeling van de Commissie was, dat dit wel het geval zou zijn. Het spijt mij, dat de quaestie zoo is geloopen. De Voorzitter. Wij beschouwden het als een mondeling advies. De heer Zwiers. Commissarissen bedoelden geenszins een mondeling advies. Het spijt me, dat de zaak zoo geloopen is, en ik hoop, dat dergelijke misverstanden in het vervolg kun nen worden vermeden. De heer A. Mulder. M. d. V. Ik begrijp dat het moeielijk zal zijn om mijn bezwaren eenigszins afdoend te wederleggen, maar ik zou toch gaarne iets vernemen, op mijn vraag of men niet kon bezuinigen door afschaffing van den nachtar beid der bakkers en door het nemen van andere sociale maatregelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 4