DONDERDAG 1 MAART 1917.
57
de oorzaak en dit stond weer in verband met den uitvoer
van visch naar het buitenland. Maar nu de uitvoer van
visch verboden is, en het te verwachten is dat dit verbod
ook zeker nog wel geruimen tijd van kracht zal blijven, lijkt
het mij niet wenschelijk reeds nu tot den bouw van een
dergelijke bergplaats over te gaan. Hierbij komt zeker nog
een argument van beteekenis dat men zich nu door den
strengen winter overal van natuurijs heeft kunnen voorzien.
Wanneer het werkelijk noodig was zou ik me er niet tegen
verklaren, Mijnheer de Voorzitter. Maar nu wel. Ik zou deze
post dit jaar niet willen toestaan. Misschien een volgend
jaar als ten minste dan de noodzakelijkheid blijkt.
Bovendien word ik nog versterkt in mijn opvatting als
ik lees wat Commissarissen zelf schrijven in hun toelichting.
Zij zelf hebben overwogen om den bouw nog uit testellen,
doch hebben het tegenovergestelde besloten. Deze overweging
van Commissarissen sluit in zich dat uitstel mogelijk is,
niettegenstaande de meerdere leverantie waarop ze zich be
roepen. Waar dus Commissarissen zelf de mogelijkheid van
uitstel in hun stukken aangeven, is er voor mij voldoende
aanleiding om aan de uitgaaf' van dit bedrag althans voor
dit jaar mijn stem te onthouden.
De heer van der Lip. M. d. V. Naar aanleiding van de
vraag van den heer van der Pot het volgende. De kwestie
van de scheiding van het slachthuisbedrijf en het ijsbedrijf
is reeds meermalen in onze Commissie ter sprake gekomen.
Ik wil den heer van der Pot gaarne de toezegging doen, dat
ik deze kwestie nog eens ter sprake zal brengen. Ook ik
gevoel veel voor hetgeen hij heeft gezegd. Ik zal er thans
niet verder op in gaan, alleen wil ik nog opmerken, dat er
zonder twijfel praktische bezwaren bestaan tegen de scheiding
van die twee bedrijven. Zij zijn toch zeer moeilijk uit elkaar
te houden. Er zijn verschillende machinerieën, die voor beide
bedrijven worden gebruikt. Zoo b.v. die behoorende bij de
koelinrichting, die zoowel voor het koelbedrijf als voor het
eigenlijke slachthuisbedrijf gebruikt worden. Zoo heel gemak-
lijk is het dus niet om die bedrijven te scheiden, men zou
moeten gaan schatten, maar, zooals ik gezegd heb, ik ben
gaarne bereid deze zaak nog eens in de Commissie ter sprake
te brengen.
Wat nu de opmerking van den heer Mulder betreft. Ik
geloof, dat uit den loop van den ijsverkoop duidelijk is ge
bleken, dat deze, afgescheiden van den al of niet uitvoer
van visch, enorm is toegenomen. Tegenwoordig wordt er veel
meer ijs gebruikt dan vroeger. Wanneer men nagaat, hoe
zeer de ijsverkoop in de buitengemeenten is toegenomen,
dan behoeft men niet te vreezen, dat dit door de omstandig
heden minder zal worden. Ook de strenge winter heeft hierop
geen invloed. Er is veel natuurijs, zegt de heer Mulder, ja
zeker, maar natuurijs wordt niet veel meer gebruikt om te
conserveeren, want dit wrerkt verrotting in de hand. Het
wordt alleen nog maar gebruikt om bewaarplaatsen koel te
houden. De groote hoeveelheid natuurijs zal dus van geen
invloed zijn op den omzet van dit jaar. De heer Mulder
houdt er verder eene eigenaardige wijze van redeneering op
na. Hij zegt: laten wij den bouw uitstellen, dit kan gerust
gedaan worden, want ook de Commissie heeft uitstel over
wogen. De Commissie heeft deze vraag onder de oogen
gezien omdat de prijzen der bouwmaterialen door de tijds
omstandigheden zoo hoog zijn. Wij hebben ons afgevraagd
of het uit een financiëel oogpunt niet beter zou zijn nog wat
te wachteq. Maar er staat toch ook in ons schrijven, dat wij,
gezien de groote moeite, die wij verleden jaar zomer gehad
hebben om onze klanten te bedienen, het op deze wijze dezen
zomer niet weer aandurven. Wij willen de zaak thans goed
geregeld hebben. Ondanks de hooge kosten hebben wij ge
meend ons voorstel te moeten doen omdat wij bet niet langer
zonder behoorlijke ijsbergplaats kunnen stellen. Hoe de heer
Mulder hieruit nu een argument kan halen om den bouw uit
te stellen is mij niet duidelijk. Wij hebben juist aangetoond
dat ons voorstel zeer presseerend is.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
X. Verzoek van de Woningvereeniging «Eensgezindheid"
om een voorschot in de kosten van aankoop van grond en
den bouw van een 118-tal arbeiderswoningen op een terrein
aan den Zijlsingel en een jaarlijksche bijdrage in de ter zake
van dat voorschot verschuldigde annuïteit.
(Zie Ing. St. No. 48.)
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorziter. Door de heeren Botermans, Tepe, Fokker,
Sijtsma, van Romburgh en Hoogenboom is verzocht de deu
ren te doen sluiten. Ik schors thans de openbare vergadering.
De Voorzitter doet nu de deuren sluiten.
De vergadering wordt na eenigen tijd hervat.
De heer Botermans. M. d. V. Ik wil beginnen den heer
Wethouder van Fabricage, en allen die hieraan medegewerkt
hebben, hulde te brengen dat zij in dezen duren tijd getracht
hebben den bouw van deze arbeiderswoningen tot stand te
brengen. Er is woningnood en daarom moeten wij allen mede
werken om dit op te heffen. Mijnheer de Voorzitter, het ont
worpen plan juich ik van harte toe; zooals het plan hiervoor
ons ligt, maakt het een zeer aangenamen indruk, vooral draagt
het mijne goedkeuring weg, omdat van de 118 woningen er
96 eensgezinswoidngen bij zijn. Mijnheer de Voorzitter. Toch
heb ik eenige bezwaren tegen deze ontworpen voorstellen en
dat betreft wel den duren aankoop van den grond. Er staat in
de stukken dat de grond te koop is voor f 3.per M2., dat
is zeer zacht uitgedrukt. Laat ik het even harder uitdrukken
deze bouwgrond is te koop voor f 30000.per H.A. Kijk,
Mijnheer de Voorzitter, dat klinkt heel wat anders. De grond
is veel te duur; in mijn kwaliteit als rijksschatter bij de
Registratie heb ik dezen grond een paar jaar geleden geschat
op een publieken verkoopwaarde van f 24240.later hoorde
ik dat zij voor f 30000.te koop was, en nu deze vereeni-
ging er om komt, zouden zij er f 45640.voor moeten be
talen. Ik vind dit op zijn minst f 15000.te veel; berekent
men dit tegen 5 procent, dan is dit 750.per jaar, dat
maakt per woning en per week een verschil van 10 a 12
cents. Dat is toch wel iets waarmede men bij arbeiderswonin
gen rekening mede mag houden.
Nu moet men niet gaan zeggen: ja, maar wij behoeven
van dat bedrag maar 25 te betalen en het Rijk 75 De
gemeente staat borg voor de geheele som en wanneer na
een paar jaar het eens verkeerd mocht loopen, dan kan de
gemeente betalen. Hiermede moeten wij rekening houden en
men moet den eigenaar van den grond maar niet gaan spek
ken. Ik heb mij afgevraagd, waar het hier eene zaak geldt
van algemeen belangkan men dien grond dan niet onteige
nen? In Veendam is men toch ook overgegaan tot de onteige
ning van het Sportterrein en Zwembassin. Ik weet' niet of
het in dit geval ook mogelijk is, maar als het voor het een
kan, dan kan het ook voor het ander. Ik heb nog een ander
bezwaar. 'D/2 jaar geleden is er aan de Heerenstraat grond
verkocht voor bouwterrein. Die grond ligt tegenover Staal-
wijk. Het is groot 2,85 H.A. Ik heb er indertijd met den
Wethouder van Fabricage over gesproken of het niet wen
schelijk zou zijn dien grond te koopen. Het is uitstekend
bouwterrein, voor het grootste gedeelte gelegen langs de
Heerenstraat, dus even zoo goed gelegen zooals het terrein
aan den Zijlsingel. Dit terrein is publiek verkocht voor
20000.dat is dus voor f 7000.per H.A.
De Wethouder wilde van den aankoop van dezen grond
niets weten. Dit heeft mij zeer verbaasd, en nu nog meer, -
nu Burgemeester en Wethouders thans met voorstellen komen
deze vereeniging grond te laten koopen voor 30000.per
H.A. In mijn oog blijf ik het een groote fout vinden dat de
gemeente den grond aan de Heerenstraat niet gekocht heeft.
De heer Fischer. M. d. V. Uit het algemeen zwijgen moet
ik wel opmaken, dat men het algemeen eens is met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer Fokker. Neen!
De heer Fischer. De heer Botermans is de eenige persoon
die bezwaren heeft geopperd; hij is begonnen met mij.lof toe
te zwaaien voor het indienen van dit plan en ik ben hem
hiervoor zeer dankbaar. Het is steeds een aangenaam werk
een woningvereeniging te paard te helpen. De heer Botermans
heeft evenwel bezwaar tegen den prijs van het terrein. Hij
verwijt het gemeentebestuur voortdurend dat het zoo duur
koopt. Ik zou hem er evenwel op willen wijzen, dat hier de
gemeente niet koopt, maar de vereeniging en iedereen weet
dat een particulier heel wat gemakkelijker kan onderhandelen
met een eigenaar dan de gemeente. De heer Botermans zegt,
dat dit terrein voor de registratie getaxeerd is op ƒ25300
maar hij weet toch ook wel dat een taxatie voor de regis
tratie en een aankoop lang niet hetzelfde zijn. Het geldt hier niet
een aankoop van weiland maar van grond in de nabijheid
van den singel, die uitstekend geschikt is voor bouwterrein.
Bovendien is de prijs van den grond in den laatsten tijd
aanmerkelijk gestegen.
De heer Botermans. De prijs is lager geworden!
De heer Fischer. De heer Botermans zegt, dat het terrein
f 3Ö000.waard was vóórdat de vereeniging erom kwam.
Ik ben er zeker van dat wanneer dit vroeger de waarde was
van dien grond, deze thans veel hooger is geworden. De heer