34 DONDERDAG 1 FEBRUARI 1917. 5°. Verzoek van de Duurtecommissie uit de Leidsche Arbei dersbeweging om onverwijld maatregelen te nemen, in ver band met het niet beschikbaar zijn van verschillende levens middelen, brandstoffen, enz. en de beschikbaarstelling van goedkoope rijst. De VooRziTTEB. Naar ik meen hebben de heeren dit adres in druk ontvangen. Het adres der Duurtecommisssie aan den Raad der Gemeente Leiden geeft mij een welkome gelegenheid om enkele opmer kingen te maken over de levensmiddelenvoorziening in onze stad, die mogelijk kunnen strekken om misverstand te dien aanzien weg te nemen. Op dit oogenblik, het dient ruiterlijk te worden erkend heerscht hier ter stede gebrek aan verschillende voedings middelen. Aardappelen, vet, gort en havermout zijn, voor zoover hieronder de regeeringsgoederen van deze soorten worden verstaan, niet in voldoende mate aanwezig, terwijl ook peulvruchten slechts in geringe hoeveelheden worden aangevoerd. Ik acht dit feit te ernstig, dan dat ik niet een oogenblik langer zou stilstaan bij de oorzaken, die tot deze schaarschte hebben gevoerd. Allereerst dan de aardappelen. In een schrijven door het gemeentebestuur tot het Algemeen Administratiekantoor gericht, werd, op advies der Voedings- middelencommissie, de behoefte der gemeente Leiden aan aardappelen geraamd op rond 1500 mud per week. Nadat echter sedert medio October regeeringsaardappelen waren ge leverd en het verbruik daarvan aanmerkelijk beneden de raming bleef, werd op een hernieuwde aanvrage der regeering bij schrijven van 2 December de totale behoefte van Leiden voor de periode 2 December tot. medio Februari geraamd op '110U0 mud of ongeveer 70 wagons. Deze nieuwe raming ge schiedde in overleg met de deskundige leden der Voedings middelencommissie. Gelijktijdig werd gevraagd deze 70 wagons zoo spoedig mogelijk te doen leveren met het oog op vorst- gevaar en liefst per scheepsgelegenheid, waarbij de gemeente zich bereid verklaarde eventueel sleeploon voor hare rekening te nemen. Niettemin geschiedde de aflevering in een zoodanig tempo, dat van voorraadvorming geen sprake kon zijn. Alleen kort voor Kerstmis ging het wat vlugger, waar echter tegen over staat, dat tusschen Kerstmis en Nieuwjaar niets werd ontvangen, lntusscben werden vanaf 2 December tot heden 60 wagons ontvangen. Tevens echter kwam aan het licht, dat de raming van T1000 mud te laag was geweest, omdat in- tusschen door hieronder te vermelden redenen er gebrek aan peulvruchten intrad. Vandaar dat opnieuw 30 wagons werden besteld; op 10 Januari werd op directe levering aan gedrongen, zoowel in Den Haag als bij de leveranciers, terwijl een week later nogmaals 30 wagens werden' aangevraagd. Van deze wagons is door de invallende vorst niets ontvangen. Moet ik dus de oorzaak van het heerscherid gebrek aan aardappelen zoeken, dan schrijf ik dit, behalve aan de stag natie in het vervoer door de vorst, in hoofdzaak toe aan het sterk vermeerderd verbruik van aardappelen, als gevolg van het ontbreken van peulvruchten. De oorzaak daarvan is gemakkelijk aan te toonen. Bij de meervermelde eerste opgave van de winterbehoefte werd voor Leiden aangevraagd 400.000 K.G. bruine boonen en 300.000 K.G. groene erwten, dus in totaal 7000 balen. Als eerste portie werd daarvan op 27 November besteld 600 balen boonen en 400 balen erwten, totaal 1000 balen, waarvan op 8 December ontvangen werden 150 balen bruine boonen en 150 balen groene erwten, zonder eenige verdere mededeeling, In de verwachting dat dé rest van het bestelde spoedig zou volgen, werd eenige dagen gewacht en de bestelling herhaald. Hierop volgde de mededeeling, dat de voorraad peulvruchten zeer beperkt was en voorloopig niet meer kon worden afgeleverd. Toen echter de voorraad totaal uitgeput was en nogmaals op levering werd aangedrongen, kwam bericht, dat niet meer dan K.G. peulvruchten per maand en per inwoner kon worden afgegeven. Zonder dat dit was medegedeeld, was de gemeente Leiden dus van den beginne af gerantsoeneerd op 300 balen per maand, d. i. tot op het i ongeveer van de oorspronkelijke aanvrage. Dat onder deze omstandigheden, rantsoeneering tot op K.G. per maand en per hoofd, de behoefte aan peulvruchten in de verste verte niet wordt gedekt, spreekt vanzelf. Een logisch gevolg daar van was weer een sterk toenemend Verbruik van regeerings aardappelen, waarop ik zooeven doelde. Het gebrek aan vet heeft een andere oorzaak. In de meergenoemde oorspronkelijke aanvrage werd ver zocht om 320.000 K.G. vet. Hiervan werd slechts ontvangen een enkele zending van 12.500 K.G. Na dien tijd kwam niets meer aan, ook niet na herhaalde aanvrage. Zelfs is sedert de verstrekking van rundvet geheel gestaakt en zal bak- en braadvet worden verstrekt. Op een een bestelling van 30.000 K.G. per maand is tot dusverre geen toezending gevolgd voor zoover mij bekend is, ffeeft geen enkele gemeente dit vet nog ontvangen. Zooeven echter ontving ik bericht, dat 1 Februari, dat is dus vandaag, met de distributie varr Rijks wege zal worden begonnen. Daar allerlei regelingen nog noodig zijn, zal de distributie is deze gemeente nog wel eep poosje aanhouden. Eerst toch moeten nog op lijsten in duplo de namen van de verschillende winkeliers err de hoeveelheden, die zij zullen krijgen, worden opgegeven, zoodat het nog wel eenige dagen zal duren, voor de distributie kan beginnen. Iets dergelijks heeft plaats gehad met havermout. Ook daarvan is nimmer een baal van de bestelde hoeveelheid ontvangen. Volgens mededeeling van den Minister zelf wordt de havermout vastgehouden. De Stedelijke Gasfabriek heeft verder bij de Rijks-Kolen- distributie eene hoeveelheid van 20,006 H.L. eierkolen aan gevraagd. Er zal al het mogelijke worden gedaan om vóór 10 Februari hiervan ca. 7.000 H.L aangevoerd te krijgen. De detailprijs bedraagt 1.60 per H.L. Bij verstrekking dezer brandstof op rabatbons zal H.L. tegen f 1,05 werden ver kocht, waarop het normale rabat van 0.25 zal worden toegestaan. Voorts beschikt de gemeente nog over ruim 500.000 stuks lange turven, die in het uiterste geval eveneens gedistribueerd zullen worden, zoo mogelijk tegen 71/s ct. per 10 stuks. Ten slotte wijs ik er op, dat de Gasfabriek hare dage- lijksche productie (ca. 825 H.L.) aan cokes geheel aflevert aan houders van brandstolkaarten en aan de contractanten. Daardoor zullen particulieren, die geen houders van rabat bons zijn, ook weer cokes kunnen betrekken van hunne leveranciers. Wat de hier ter stede bestaande distributieregeling betreft, deze acht ik zeer bruikbaar, zoolang men mag rekenen op regelmatigen aanvoer. Waar deze echter te wenscben over laat, is reeds een andere regeling in voorbereiding. Dit kost echter tijd (er moeten meer dan 60,000 bonboekjes worden gemaakt) en is reeds in bespreking geweest in de Voedings middelencommissie, waarin de adresseerende Duurtecommissie een vertegenwoordiger heeft. Waar de vergadering der Voedingsmiddelencommissie, waarin deze zaak ter sprake is gebracht, op 24 Januari heeft plaats gehad en aldaar de voor- en nadeelen van het z. g. Dordtsche systeem zijn bespr oken in verband met de hier ter stede nieuw in te voeren regeling, verwondert het mij eenigszins in dit adres toch het Dordtsche systeem te zieri aanbevelen. Ten slotte zij opgemerkt, dat het terugzenden van aan vragers van kaarten voor erwten en boonen een gevolg is van de thans ingevoerde rantsoeneering, waarop adressanten zelf aandringen. Ten slotte een enkel woord over de drukte en het wachten aan het Distributiebureau. Ik stel voorop, dat ik dit met adressanten betreur. Men verlieze echter niet uit het oog, dat de groote aanvraag om allerlei kaarten zeer plotseling is gekomen. Toen half Januari een zending groene erwten arriveerde, is er van wachten of ge drang geen sprake geweest. Eerst toen het gerucht ging, dat er weer bruine boonen waren, is ieder erop uit getrokken om van deze kleine zending wat machtig te worden; ook personen, die van de eerste zending hadden geprofiteerd, en veel meer dan hun rantsoen hadden verbruikt, en onnoodig de drukte vermeerderden. Neemt men daarbij in aanmerking, dat deze drukte samenviel met de voorbereidende werkzaamheden voor de verstrekking der nieuwe broodkaarten en daarom geen personeel kon worden gemist om de z. g. hulpposten te bezetten, dan mag men m. i. inderdaad spreken van een ongelukkigen samenloop van omstandigheden, waarvan het distributiebureau het slachtoffer is geweest. Wat eindelijk de gort betreft, daarvan was op 24 Januari j. 1. een voor het normale verbruik nog vrij aanmerkelijke hoeveelheid aanwezig. Toen echter de, wat ik zouwillen noemen, paniek ontstond, en ieder kocht wat hij krijgen kon, was deze voorraad al zeer spoedig verbruikt. Intusschen is een nieuwe bestelling onderweg. Vraagt men mij, welke maatregelen thans zijn getroffen, dan kan ik U mededeelen, dat vooreerst aanzienlijke hoeveel heden rijst zijn aangevraagd en gedeeltelijk reeds ontvangen; dat gort besteld is, zeide ik reeds. Ook is met den meest mogelijken aandrang gevraagd om een grootere hoeveelheid peulvruchten beschikbaar te stellen, dan met het rantsoen van 7* K.G. per maand en per hoofd overeenkomt. Onder de huidige omstandigheden is dit rantsoen veel te laag. Het kan onzerzijds echter eerst worden gewijzigd, wanneer wij zelf over grooter voorraad kunnen beschikken. Wat de maatregelen betreft, die in het adres zijn aan bevolen, moet ik opmerken dat een inbeslagname bij hande laren op grond van de mij ter beschikking staande inlichtingen zeer vermoedelijk een zeer mager resultaat zou opleveren. Daar enboven staat mijn recht daartoe o.p het oogenblik m. i. absoluut niet vast, nu de handelaren door den Minister ingevolge de Distr ibutiewet genoodzaakt zijn 3 Februari a s. de op dien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 2