27
Artikel II.
Na artikel 2 worden ingevoegd twee nieuwe artikelen,
luidende:
Artikel 2 bis.
Het is verboden in winkelkasten of ten behoeve van étalages
kunstlicht te gebruiken.
Artikel 2 ter.
Het is verboden, onverminderd de bepalingen van de arti
kelen 1 en 2 bis, in een winkel, met uitzondering van een
barbierswinkel of een kapperssalon, meer dan een derde ge
deelte van de daarin op of vóór 1 Februari 1917 geïnstal
leerde gas- of electrische lampen te gebruiken of voor dadelijk
gebruik, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders,
gereed te hebben, met dien verstande, dat in ieder geval één
lamp zal mogen worden gebruikt.
Het is verboden in een winkel:
a) eene lamp van eene lichtsterkte van meer dan 200 N.K.
te gebruiken, of voor dadelijk gebruik, ter beoordeeling van
Burgemeester en Wethouders, gereed te hebben;
b) eene op of vóór 1 Februari 1917 geïnstalleerde gas- of
electrische lamp door eene andere van grooter lichtsterkte te
vervangen;
c) naast gas- of electrisch licht ander kunstlicht te ge
bruiken.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzondere ge-
vallën schriftelijk eene al dan niet voorwaardelijke ontheffing
van de verbodsbepalingen van dit artikel te verleenen.
Handelen zonder inachtneming van, of in strijd met de bij
de ontheffing gestelde voorwaarden, wordt gelijk gesteld met
handelen zonder ontheffing.
Artikel III.
In het eerste lid van artikel 3 worden de woorden „de
verbodsbepaling van artikel 1" vervangen door „de verbods
bepalingen dezer verordening."
Artikel IV.
Aan artikel 5 wordt toegevoegd een nieuw lid, luidende:
Bij veroordeeling wegens de overtreding van eene verbods
bepaling dezer 'verordening kunnen de voorwerpen, waarmede
de overtreding is gepleegd, worden verbeurd verklaard, voor
zoover zij den veroordeelde toebehooren.
Artikel V.
Deze verordening treedt in werking onmiddellijk nadat zij
is afgekondigd.
II. VERORDENING, houdende verbod van reclameverlichting.
Artikel 1.
Het is verboden voor reclamedoeleinden, welke ook, kunst
licht te gebruiken.
Art. 2.
De dienaren der gemeentepolitie zijn in het bijzonder be
last met het opsporen van overtredingen van de bepaling
dezer verordening en verplicht daarvan proces-verbaal op te
maken.
Deze verplichtingen rusten mede op de technische ambte
naren van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit.
Art. 3.
Overtreding van de verbodsbepaling dezer verordening wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete
van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Bij veroordeeling wegens de overtreding van de verbods
bepaling dezer verordening kunnen de voorwerpen, waarmede
de overtreding is gepleegd, worden verbeurd verklaard, voor
zoover zij den veroordeelde toebehooren.
Art. 4.
Deze verordening treedt in werking onmiddellijk nadat zij
is afgekondigd.
Art. 5.
Deze verordening vervalt op den dag waarop de verorde
ning van 14 December 1916 op de beperking der verlichting
van winkels zal ophouden te gelden.
B. te besluiten tot het doen afkondigen dezer verordeningen
onmiddellijk nadat zij zijn vastgesteld.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie voor de Strafverordeningen.
-h
1
i*-üöt