21 Wethouders zeer vele ambtenaren die voor 1 October 1913 in de pensioenverordening waren opgenomen, zeer ernstige financieele schade zullen ondervinden, terwijl het pensioen fonds er wiskundig is op berekend verblijf adressant met de meeste hoogachting Uw Ed. Achtb. ond. dw. dn. Welk doende A. van Gent. Ermelo 11 December 1916. N°. 38, Leiden, 24 Januari 1917. De Commissie, bedoeld in art. 15 der Verordening, rege lende de heffing van eene plaatselijke directe belasting, heeft de eer U hierbij te doen toekomen eene lijst, waarin is vervat haar advies omtrent 101 bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1916. De Commissie voornoemd, A. van der Elst, Voorzitter. W. Pera, T J. Botermans, Leden. Aan den Gemeenteraad. N°. 39. Leiden, 24 Januari 1917. De Commissie, bedoeld in art. 15 der Verordening, rege lende de heffing van eene plaatselijke directe belasting, heeft de eer U hierbij te doen toekomen eene lijst, waarin vervat baar advies omtrent 13 bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1916. De Commissie voornoemd: A. van der Elst, Voorzitter. W. Pera, r J. Botermans, Leden. Aan den Gemeenteraad. N°. 40. Leiden, 26 Januari 1917. Ter voorziening in de vacatures van lid der Commissie tot wering van schoolverzuim in deze gemeente, welke den 5en Maart a. s. zullen ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding van de heeren P. G. Hocks en D. F. Mayer, hebben wij de eer U, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 16 November 1900 (Staatsblad No. 200), de volgende aanbevelingen van twee benoembaren aan te bieden Voor de vacature Hoeks. 1°. P. G. HOCKS, 2°. F. W. ZEELENBERG. Voor de vacature Maijer. 1°. D. F. MAIJER, 2°. F. A. DEE. Wij verzoeken U thans tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 41. Leiden, 26 Januari 1917. Ten gevolge van het overlijden van den heer D. J. M. de Hondt, op 10 Januari 1917, is vacant gekomen de betrekking van hoofd der O. L. School 2e klasse voor jongens en meisjes, No. 1, aan de Langebrug in deze gemeente. Bij zijn in de Leeskamer ter inzage liggend adres roept de heer A. J. J. Verbrugge, hoofd der O. L. School 3e klasse, No. 1, alhier, onze medewerking in, ten einde door Uwe Vergadering aan het hoofd der eerstgenoemde school te worden geplaatst. Gaarne voldoen wij aan dat verzoek. De heer Verbrugge toch mag, naar onze meening, alleszins berekend worden geacht voor de betrekking van hoofd eener school 2e klasse. Vóór zijne benoeming tot hoofd der school 3e klasse No. 1, was hij jarenlang, zeer tot tevredenheid van zijne superieuren, als onderwijzer werkzaam aan tweede klasse-scholen in deze gemeente, eerst aau de school 2e klasse voor jongens en meisjes, No. 1, destijds gevestigd in het gebouw aan de Oude Vest (thans in dat aan de Langebrug) en daarna aan de Jongens school 2e klasse. Behalve de akte wiskunde L. O., bezit hij de drie taaiakten. Ook gedurende de ruim 6 jaren, dat hij thans de Plantsoenschool bestuurt, heeft de heer Verbrugge zich doen kennen als een degelijk hoofd, vol ernst en ijver voor de taak hem opgedragen en vol toewijding voor de be langen der leerlingen, die aan zijne zorgen zijn toevertrouwd. Wij meenen dan ook, dat de heer Verbrugge ook als hoofd der school 2e klasse voor jongens en meisjes, No. 1, alleszins op zijn plaats zal zijn. Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten het bij artikel 29, 7e lid, der Wet op het Lager Onderwijs bedoelde overleg met den Districts-Schoolopziener te openen, teneinde tot de overplaatsing van den heer Verbrugge van de school 3e klasse, No. 1, naar de school 2e klasse voor jongens en meisjes, No. 1, te geraken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Gedrukt bij J. J. GROEN ZOON, te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 3