12 Voor een garnizoensplaats als Leiden is zoowel voor mili tairen, die hier hun dienstplicht hebben vervuld, als voor dezulken, die uit andere garnizoenen hier terugkeeren, de gewenschte maatregel, in dit licht bezien, geheel overbodig. En indien onverhoopt nog uitspattingen voorkwamen, dan heeft de Burgemeester met de hem bij art. 188 j0., art. 18G 187 der Gemeentewet gegeven bevoegdheid daartegen een sterk wapen in de hand. Daar de meerderheid intusschen van gevoelen is, dat aan den wensch van den Minister moet worden gevolg gegeven, hebben wij derhalve de eer O in overweging te geven de volgende verordening vast te stellen. VERORDENING op Vergunnings- en Verlofslocaliteiten en Logementen. Artikel 1. leder, die eene voor het publiek toegankelijke inrichting, alwaar sterke drank, alcoholhoudende drank andere dan sterke drank of alcoholvrije drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, wordt verkocht, wil oprichten, overnemen, verplaat sen of opheffen, is verplicht daarvan schriftelijk kennis te geven aan den Burgemeester. De vergunning- of verlof houder, die zich in de uitoefening van het bedrijf doet vervangen, is eveneens verplicht daarvan schriftelijk kennis te geven aan den Burgemeester. Artikel 2. Het is den houder van eene in het eerste lid van artikel 1 genoemde inrichting verboden in die inrichting, op eene daarbij behoorende stoep of een daarbij behoorend terras, of in eenige daarbij behoorende andere open ruimte muziek te maken of toe te laten dat aldaar muziek gemaakt wordt. Van de verbodsbepaling van dit artikel kan door den Bur gemeester schriftelijk eene al dan niet voorwaardelijke ont heffing worden verleend. Handelen zonder inachtneming van, of in strijd met de bij de ontheffing gestelde voorwaarden, wordt gelijk gesteld met handelen zonder ontheffing. Onder »houder" in dit en de volgende artikelen dezer verordening is begrepen hij, die den houder in de uitoefening van het bedrijf vervangt. Artikel 3. Het is den houder van eene in het eerste lid van artikel 1 genoemde inrichting verboden a. die inrichting geopend te hebben, daarin, of op een daarbij behoorende stoep of een daarbij behoorend terras, of in eenige daarbij behoorende andere open ruimte, bezoekers toe te laten of te laten verblijven op anderen tijd, dan waarop die inrichting mag geopend zijn; b. in die inrichting, op een daarbij behoorende stoep of een daarbij behoorend terras, of in eenige daarbij behoorende an dere open ruimte sterken drank of alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank te verkoopen of' te verstrekken in strijd met het verbod van den Burgemeester, krachtens arti kel 7 uitgevaardigd. Artikel 4. Onverminderd het bepaalde bij de artikelen 5 en G, is de in het vorig artikel sub a bedoelde tijd, waarop de inrichting mag geopend zijn, van des voormiddags zes uur tot midder nacht in de maanden April tot en met September en van des voormiddags zeven uur tot middernacht in de overige maanden. De in het vorig lid bedoelde openings- en sluitingsuren zijn voor localiteiten, alwaar alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse van verkoop wordt verkocht, alleen van toepassing, wanneer deze localiteiten, blijkens den aard van hare inrichting, bestemd zijn voor het gebruik ter plaatse van de aldaar ver kochte drinkwaren. De Burgemeester kan bij eene schriftelijke, al dan niet voorwaardelijke, ontheffing verlenging verleenen van den tijd, waarop eene in het eerste lid van artikel 1 genoemde inrichting mag geopend zijn. Handelen zonder inachtneming van, of in strijd met de bij de ontheffing gestelde voorwaarden, wordt gelijkgesteld met handelen zonder ontheffing. Artikel 5. Indien in geval van oorlog, oorlogsgevaar, geheele of ge deeltelijke mobilisatie of demobilisatie van het Nederlandsche leger of andere buitengewone omstandigheden drankmisbruik en ten gevolge daarvan verstoring van de openbare orde te duchten is, kan de Burgemeester voor de in het eerste lid van artikel 1 genoemde inrichtingen andere dan de in het eerste lid van artikel 4 genoemde openings- en sluitingsuren vaststellen. Artikel 6. In het in het vorig artikel bedoelde geval kan de Burge meester voor den geheelen dag of een gedeelte daarvan, hetzij in de geheele gemeente, hetzij in bepaalde wijken, buurten of stra ten de sluiting bevelen van alle de in het eerste lid van artikel 1 genoemde inrichtingen, alwaar sterke drank wordt verkocht, van alle deze inrichtingen, alwaar sterke drank of alcohol houdende drank andere dan sterke drank wordt verkocht, of van alle deze inrichtingen, alwaar sterke drank, alcoholhou dende drank andere dan sterke drank of alcoholvrije drank wordt verkocht. Artikel 7. In het in artikel 5 bedoelde geval kan de Burgemeester voor den geheelen dag of een gedeelte daarvan voor de in het eerste lid van artikel 1 genoemde inrichtingen, alwaar sterke drank of alcoholhoudende drank anders dan sterke drank wordt verkocht, hetzij in de geheele gemeente, hetzij in bepaalde wijken of buurten, hetzij aan bepaalde straten gelegen, a. voorzoover in die inrichtingen sterke drank wordt ver kocht, den verkoop en het verstrekken van dien drank in die inrichtingen, op daarbij behoorende stoepen of terrassen, of in eenige daarbij behoorende andere open ruimten, verbieden b. naast het verbod sub a, voorzoover in die inrichtingen alcoholhoudende drank andere dan sterke drank wordt verkocht, den verkoop en het verstrekken vari dien drank in die in richtingen, op daarbij behoorende stoepen of terrassen, of in de daarbij behoorende andere open ruimten, verbieden. Artikel 8. Eene door den Burgemeester krachtens art. 5, 6 of 7 ge maakte bepaling begint te gelden op den dag na dien, waarop zij ter openbare kennis is gebracht. Artikel 9. Het is den houder eener vergunning toegestaan sterken drank in het klein te verstrekken op de van den openbaren weg deel uitmakende stoep, welke onmiddellijk grenst aan het perceel, waarin zich de in de akte van vergunning vermelde localiteit of localiteiten bevinden. Den houder van een verlof is het verboden alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank of alcoholvrijen drank, op den openbaren weg elders te verstrekken, dan op de van dien weg deel uitmakende stoep, welke onmiddellijk grenst aan het perceel, waarin zich de in de akte van verlof ver melde localiteit of localiteiten bevinden. Artikel 10. Het is verboden in eene in het eerste lid van artikel 1 genoemde inrichting, op eene daarbij behoorende stoep of een daarbij behoorend terras, of in eenige daarbij behoorende andere open ruimte: a. zich als bezoeker te bevinden op anderen tijd, dan waarop de inrichting mag geopend zijn; b. als bezoeker sterken drank te gebruiken op anderen tijd, dan waarop die drank mag worden verstrekt; c. als bezoeker sterken drank of alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank te gebruiken op anderen tijd, dan waarop die dranken mogen worden verstrekt. Artikel 11. De houder van eene in het eerste lid van artikel 1 genoemde inrichting is verplicht van de weigering van een bezoeker om zijne inrichting, of de daarbij behoorende stoep, of het daarbij behoorend terras, of eenige daarbij behoorende andere open ruimte, op het voor de sluiting bepaald tijdstip te ver laten, terstond kennis te geven aan een dienaar van politie. Artikel 12. Als bezoekers worden niet beschouwd de leden van het huisgezin van den houder, noch zij die, indien in het huis tevens eene in artikel 13 genoemde inrichting wordt gehouden, aldaar nachtverblijf houden, noch ook zij wier tegenwoordig heid volstrekt noodzakelijk of onvermijdelijk is. Artikel 13. Ieder, die eene inrichting, waar tegen betaling nachtver blijf wordt verschaft, wil oprichten, overnemen, verplaatsen of opheffen, is verplicht daarvan schriftelijk kennis te geven aan den Burgemeester. Artikel 14. De dienaren der gemeentepolitie zijn in het bijzonder belast met het opsporen van overtredingen van de bepalingen dezer I! >i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 6