182
Intusschen zullen wij, wanneer thans door U mocht worden
besloten de subsidie met ruim 120% te verhoogen, er het
bestuur op wijzen, dat de toestand der gemeentefinanciën
o: i. niet toelaat bestaande subsidiën telkens te verhoogen en
dat het dus bij ons College bezwaar zou ontmoeten een
volgend jaar andermaal verhooging der subsidie aan U voor
te stellen. Tekorten tengevolge van daling der inkomsten of
vermeerdering der uitgaven zal het bestuur dan" op andere
wijze moeten trachten te dekken.
Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering
mitsdien in overweging:
a. aan de Openbare Leeszaal en Bibliotheek «Reuvens"
alhier met ingang van 1 Januari 1917, in plaats van eene
jaarlijksche subsidie van 450.—, tot wederopzeggens eene
jaarlijksche subsidie van 1000.— uit de gemeentekas toe
te kennen
b. vast te stellen nevensgaanden staat van af- en over
schrijving.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan het
meerdere bedrag van 550.zal worden afgeschreven, is
thans nog 135 500.— beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 2en October 1916.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Het Bestuur der Openbare Leeszaal en Bibliotheek «Reu-
vens" te Leiden heelt de eer zich tot U te wenden met het
beleefd verzoek, de jaarlijksche subsidie van ƒ450.— te willen
verhoogen tot 1000.—. Voor de motieven, die het Bestuur
tot dit verzoek noodzaken, neemt het de vrijheid Uwe aan
dacht te vragen voor bijgaande memorie van toelichting.
Tevens brengt het Bestuur te Uwer kennisse, dat het zich
tot Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken
heelt gewend met het verzoek de Rijkssubsidie van 450. -
eveneens te verhoogen tot 1000.
Met verschuldigden eerbied
Het Bestuur voornd
J. P. Kuenen, Voorzitter.
N. Brouwer, Secretaris.
Memorie van toelichting hij liet adres,
inhoudende verzoek om verhooging van subsidie.
De Openbare Leeszaal en Bibliotheek, »Reuvens" verkeert
in finantiëelen nood. Bij het overlijden van Mej. Reuvens is
haar jaarlijksche bijdrage van 600 opgehouden, zoodat de
niet onbelangrijke contributiën van particulieren van 2300.—
zijn verminderd tot 1700.—de vermeerderde werkzaamheden,
een gevolg van het zich voortdurend uitbreidend gebruik,
heeft de aanstelling van meer personeel noodig gemaakt, wat
een aanvangssalaris van 200.heeft veroorzaakt; aan door de
bezoekers geuite verlangens naar populair wetenschappelijke
lectuur kan om finantiëele redenen dikwijls niet voldaan
wordenwaar van de bibliothecaresse met haar personeel
voortdurend meer arbeid gevraagd moet worden, kan uit
breiding van personeel ot een kleine verbetering der jaar
wedden niet langer uitblijven. Thans geniet de Leeszaal een
subsidie van 450.van de Gemeente, en een van hetzelfde
bedrag van het Rijk, dat alleen dan tot verhooging van
subsidie overgaat, wanneer de Gemeente hierin het voorbeeld
geeft. Wanneer de subsidie van de Gemeente overeenkomstig
het verzoek van het Bestuur mocht worden verhoogd tot
1000.zal de Rijks-subsidie automatisch tot hetzelfde
bedrag stijgen. De vermeerdering der gezamenlijke subsidie
van 900.tot f 2000.zou tegemoetkomen in het verlies
van 800.en het Bestuur in staat stellen aan billijke
wenschen der bezoekers te voldoen en of meer personeel aan
te stellen, of den zwaarder geworden arbeid beter te beloonen.
Ter vergelijking geeft het Bestuur hierbij eenige cijfers,
ontleend aan de verslagen over 1915.
Amersfoort
1500
44379
31708
R.-Kath.
500
8972
15216
Bussum
1300
17909
35037
Dordrecht
1750
71370
99745
Groningen
1400
29876
90702
Hilversum
1200
48151
25136
Leiden
450
62594
30733
Utrecht
3180
73755
55722
Veendam
1500
12528
17585
Zaandam
1500
7228
8232
In de voorlaatste zitting van den Raad der Gemeente Delft,
waar naast de openbare een R.-Kath. Leeszaal is opgericht,
werd aan beide een subsidie van 1000.toegekend.
Het Bestuur der Leeszaal,
J. P. Kuenen, Voorzitter.
N. Brouwer, Secretaris.
N°. 276. Leiden, 15 December 1916.
In Uwe Vergadering van 27 Juli 1916 (Ingek. Stukken
No. 165) werd met handhaving van Uw besluit van 18 Mei
1916 (Ingek. Stukken No. 110), in zake het toekennen van
een duurtetoeslag, overeenkomstig ons voorstel besloten, dat
aan allen, die in vasten gemeentedienst zijn, of daarmede naar
het oordeel van ons College gelijk te stellen zijn en die een
salaris genieten beneden ƒ1200.in de maanden Augustus
1916 en volgende, tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot 1
Januari 1917, boven hun salaris, uiterlijk op den lOen van
elk der maanden, waarover de uitkeering plaats heeft, een
toeslag zal worden uitgekeerd en wel:
A. voorzooveel betreft de gehuwden:
7.per maand aan hen, wier salaris minder dan 624.—
bedraagt ('Ie categorie);
ƒ6.— per maand aan hen, wier salaris 624.— of meer, doch
minder dan 728.bedraagt (2e categorie);
ƒ5.per maand aan hen, wier salaris 728.of meer, doch
minder dan ƒ1200.bedraagt (3e- categorie)
B. voorzooveel betreft de ongehuwden:
ƒ2.per maand aan hen, wier salaris minder dan 676.
bedraagt.
Behalve de bepalingen sub 2° t/m 7° van het besluit, werd
toen tevens bepaald, dat de bovengenoemde toeslag slechts
zou worden uitgekeerd, indien en voorzoover deze, over elk
der maanden Augustus 1916 en volgende, hooger is, dan die
welke ingevolge raadsbesluit van 18 Mei 1916 over elk der
maanden Augustus 1916 en volgende wordt genotgn.
Aangezien dezelfde omstandigheden, die aanleiding gaven
tot Uw besluit van 27 Juli j.l. ook thans nog gelden, achten
wij bestendiging van den bestaanden toeslag ook in het jaar
1917 tot wederopzeggens noodig, in vei band waarmede eenige
wijzigingen van formeelen aard in de vorige regelingen zullen
moeten worden gebracht.
De kosten worden, bij handhaving van den toeslag gedurende
het geheele jaar 1917, dezerzijds geraamd op ongeveer ƒ54.000.
Wij geven U derhalve alsnu in overweging te besluiten de
regelingen, betreffende de uitkeering van een toeslag aan
ambtenaren, beambten en werklieden der gemeente Leiden,
vastgesteld bij raadsbesluiten van 18 Mei 1916 en 27 Juli
1916 (Ingek. Stukken Nis 110 en 165) voor het jaar 1917 tot
wederopzeggens te bestendigen, met dien verstande evenwel,
dat daarin de volgende wijzigingen worden aangebracht:
I. in het raadsbesluit van 18 Mei 1916:
1°. sub. 1° wordt gelezen»dat aan allen, die in vasten
«gemeentedienst zijn, of daarmede naar het oordeel van Burge
meester en Wethouders gelijk te stellen zijn en die een
«salaris genieten beneden ƒ1200.in de maanden Januari
«1917 en volgende, tot wederopzeggens toe, doch uiterlijk tot
«1 Januari 1918, boven hun salaris, uiterlijk op den lOden
«van elk der maanden, waarover de uitkeering plaats heeft,
«een toeslag zal worden uitgekeerd en wel:
»a aan hen, die een salaris genieten beneden ƒ825.een
«toeslag van ƒ0.80 over elk der maanden Mei, Juni, Juli,
«Augustus en September 1917;
«ƒ1.60 over elk der maanden April, October en Novem-
«ber 1917
«ƒ2.40 over elk der maanden Januari, Februari, Maart en
«December 1917;
y>b. aan hen, wier salaris 825.of meer, doch minder dan
«ƒ1200.bedraagt, een toeslag van:
»/0.60 over elk der maanden Mei, Juni, Juli, Augustus en
«September 1917
«ƒ1.20 over elk der maanden April, October en Novem-
«ber 1917;
«ƒ1.60 over elk der maanden Januari, Februari, Maart en
«December 1917
«een en ander voor elk kind beneden den leeftijd van
«vijftien jaar, dat zij ten hunnen laste hebben
2°. sub 4° en 5° worden achter de woorden: «over het
jaar 1916", ingevpegd de woorden: «en vanaf een nader door
Burgemeester en Wethouders te bepalen datum, over het
jaar 1917,";
II. in het raadsbesluit van 27 Juli 1916:
1°. sub 1°. wordt in plaats van «Augustus 1916", gelezen;
„Januari 1917" en in plaats van: «1 Januari 1917",: «1
«Januari 1918";
2°. sub 3°. wordt in plaats van: «vroegere raadsbesluiten"
gelezen: «raadsbesluit van 18 Mei 1916, zooals dit nader is
gewijzigd,"; en in plaats van: «1916",: «1917";
Leeszalen. Gemeente-subsidie.
Uitleeningen.
Bezoeken.