23(3
DONDERDAG 14 DECEMBER 1916.
strafverordeningen zich voorstelt met de verordening op
de beperking der verlichting van winkels, evengoed zal worden
bereikt door tijdelijk in art. 1 der verordening op de win
kelsluiting het cijfer 9 door 8 te vervangen, terwijl daar
mede veel meer zal worden gehandeld in den geest der win
keliers zelf, noodigt de Commissie uit de voorgestelde con
ceptverordening in te trekken en de bedoelde wijziging in
de verordening op de winkelsluiting onmiddellijk voor te
stellen.
Voorts noodigt de Raad de Commissie uit voor te stellen
de bepaling dat houders van vergunnings- en verlofslokalen
hunne inrichtingen tijdelijk één uur vroeger zullen moeten
sluiten."
Mij dunkt, deze motie behelst twee aparte onderwerpen;
het zijn dus twee moties.
Ik geloof, dat het verstandig zal zijn om eerst de motie
te behandelen. Wanneer de motie wordt aangenomen, is
hierdoor de verordening vervallen.
Wenscht de heer Sijtsma zijne motie nog toe te lichten?
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik ben van meening, dat deze
zaak ook wel geregeld kan worden door, gelijk de heer Pera
wil, eene verandering aan te brengen in art. I, maar, waar
het hier toch te doen is om het sluitingsuur te bepalen op
8 uur in plaats van op 9, daar hebben wij gemeend, dat het
rationeeler was om deze wijziging op te nemen in de ver
ordening op de winkelsluiting.
Met een van de leden van de Commissie voor de strafver
ordeningen heb ik over deze zaak gesproken en die heeft mij
gezegd, dat het het gemakkelijkst zou zijn, wanneer deze
verordening werd ingetrokken en voorgesteld werd om in
art. 1 van de verordening op de winkelsluiting 9 uur te ver
anderen in 8 uur. Wil men liever het voorstel van den heer
Pera aannemen, dan is mij dit ook goed; onze motie acht
ik evenwel meer rationeel. In de vergaderingen van eergis
teren van »de Hanze" en gisteren op die van de Midden-
standsvereeniging heeft men het zeer goed kunnen bemerken,
dat men er veel voor gevoelt om te sluiten om 8 uur. Ik
ben van meening, dat evengoed als het verzet tegen de 9 uur
sluiting spoedig is verdwenen, dit ook het geval zal zijn,
wanneer de 8 uursluiting wordt ingevoerd. Men zal dan
van zelf niet meer komen met een voorstel om de 9 uurslui
ting weer in te voeren, en als Burgemeester en Wethou
ders het deden, er misschien tegen ageeren.
Dit is mijne bedoeling met dit voorstel. Wanneer de win
keliers de 8 uursluiting werischelijk achten, dan ben ik er
voor, dat dit gebeurt ook al zijn er menschen als de geachte
Wethouder van Hamel, die, als uit zijn interruptie blijkt,
meenen, dat Leiden dan verloren zal gaan.
De Voorzitter. Maar de burgers hebben toch ook belang
bij deze regeling.
De heer Sijtsma. Wanneer de w inkeliers geen schade lijden,
zal hieruit geconcludeerd kunnen worden, dat de burgerij
er ook geen groote hinder van ondervindt en dat men even
goed alles inkoopt wat men noodig heeft.
De Voorzitter, Met een enkel woord wil ik hierop ant
woorden. Bij nader inzien heeft de motie met de quaestie, die
aan de orde is, niets te maken. Zelfs in geval wordt aange
nomen het sluitingsuur te bepalen op 8 uur, dan zal het nog
noodig zijn om art. 1 van de verordening op de beperking
der verlichting aan te nemen, waarbij het verboden wordt
ter verlichting van een winkel of voor reclamedoeleinden een
of meer door gas of electriciteit brandende lichten te hebben
na des namiddags 8 uur enz.
Want als men het sluitingsuur bepaalt op 8 uur, dan zal
dit geen belemmering zijn om voor reclamedoeleinden zoo
veel licht te branden als men zelf wil.
Wordt deze motie op de winkelsluiting aangenomen, dan
zal men deze verordening toch in ieder geval ook dienen aan
te nemen. Wil men het sluitingsuur van de winkels vervroe
gen, dan zou het wellicht beter zijn om praeadvies te doen
uitbrengen door Burgemeester en Wethouders over dit voor
stel, want nu komt zoo'n voorstel wel wat al te onverwacht,
dan dat er zoo in eens over geoordeeld kan worden.
Om nog even op de tweede motie terug te komen, dan
moet ik zeggen, dat voor de houders van vergunningen een
andere verordening veranderd moet worden. Dus als deze
motie aangenomen wordt, dan moet ook dat naar de Com
missie voor de Strafverordeningen gestuurd worden.
De heer Sijtsma. M. d. V. Dat was mijn bedoeling ook, dat
ligt ook in de motie.
De heer Vergouwen. M. d. V. Ik ben het niet geheel met
Uw redeneering eens. Wel zou ik het met U eens zijn, als
deze zaak op zichzelf beschouwd kon worden, maar dat is
onmogelijk, want die moet beschouwd worden in verband
met de voorstellen van Burgemeester en Wethouders, die
straks aangenomen zijn. Inderdaad heb ik er over nagedacht,
of de mogelijkheid bestaat, wanneer deze verordening, die
dooi' Burgemeester en Wethouders voorgesteld is, door aan
neming van de motie van de baan zou zijn, de winkeliers
nog heel veel aan reclame zouden doen. Waar de gasprijs
boven het bekende minimum gesteld is op 0.12 per M8., en
ook de prijs van de electriciteit verhoogd is, zou de reclame
voor de winkeliers zoo hoog worden, dat zij dat wel zullen
laten. Aannemende dat de winkeliers om acht uur zullen
moeten sluiten, zal dus precies hetzelfde bereikt worden als
door het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Behalve echter, dat dus, wat de besparing van licht betreft,
dezelfde resultaten bereikt worden, is er nog iets anders.
Verschillende winkeliers waren vroeger tegen 9-uursluiting,
maar een groot deel, misschien wel allen, daarvan zijn er nu
voorstanders van geworden, omdat de 9-uursluiting hun voor
deel geeft. Vandaar dan ook, dat de handeldrijvende midden
stand verklaard heeft, dat hij in deze omstandigheden is voor
een 8-uursluiting. Waarom? Om te komen tot een uniforme
regeling. Want wanneer het voorstel van Burgemeester en
Wethouders aangenomen wordt, komt geen uniforme regeling,
maar zullen velen van kaars- en petroleumlicht gebruik gaan
maken. Daaibij komt de moeielijkheid, dat velen hun winkel
door moeten, om hun woning te bereiken, zoodat zij hun
winkel niet zullen mogen verlichten, wanneer zij zich naar
hun woning begeven. Wanneer men echter een gewoon slui
tingsuur heeft, kan men achter in den winkel nog wat licht
branden, om naar zijn woning te kunnen komen, hetgeen in
dit geval ook niet toegelaten is, omdat het dan gerekend kan
worden als verlichting van den winkel. En zoo zijn er ver
schillende gevallen mogelijk, waaruit blijkt, dat er door deze
regeling geen uniformiteit komt. Daarbij komt nog de ver
hooging van het brandgevaar door het gebruik van petro
leum en andere verlichtingstoffen. Naar onze meening, zal
dan ook hetzelfde, en beter, bereikt worden, door het slui
tingsuur van de winkels op 8 uur te stellen.
De heer Pera. M. d. V. Na de toelichting, die de heer
Sijtsma gegeven heeft van de eerste motie, betreffende het
veranderen van 9 uur in 8 uur, moet ik toch werkelijk be
zwaar maken, om daaraan mijn stem te geven, hoewel ik het
er in beginsel mee eens ben. Ik heb een amendement inge
diend, om daarentegen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders te wijzigen, omdat ik meen, dat bijzondere gele
genheden ook bijzondere verordeningen vragen. Ik moet er
echter bezwaar tegen maken, om nu op deze manier de 8-
uursluiting binnen te loodsen.
De heer Sijtsma. Het is tijdelijk
De heer Pera. Ja, tijdelijk! Toen ik indertijd streed voor
de 9-uursluiting, heb ik heel wat moeten hooren en onder
vinden, maar als ik strijd, dan doe ik het openlijk, en niet
op die manier.
De heer Sijtsma. Het is een proef!
De heer Pera. Mochten de winkeliers de ondervinding op
doen, dat zij van de 8-uursluiting groot gemak hebben, en
dat er geen bezwaren tegen bestaan, dus dat men dat be
geert, dan kan die wijziging altijd in een oogenblik tijds
gebeuren.
In deze omstandigheden besluit men niet tot eene ver
vroegde winkelsluiting om de winkeliers te ontlasten maar
om gelijk door den Voorzitter is gezegd, te komen tot
eene besparing van het gasverbruik. Ik zal derhalve stemmen
tegen deze motie, tenzij deze in tweeën gesplitst kan worden,
want voor het tweede gedeelte voel ik veel. Gaarne wil ik er
toe medewerken, dat de café's een uur vroeger zullen moeten
sluiten. Daarom verzoek ik om over deze motie in twee ge
deelten te doen stemmen.
De heer Fokker. M. d. V. Het lijkt mij toe, dat de motie
van den heer Sijtsma toch wel kan worden aangenomen
niettegenstaande het bezwaar, dat er door U tegen in is ge
bracht. Wanneer men den weg op wil gaan, die wel niet
door de Commissie is voorgesteld geworden, maar wel over
wogen is n.l. om de verordening op de winkelsluiting te
wijzigen, dan zou het allereenvoudigste zijn, dat ingeval
deze motie werd aangenomen, de Commissie voor de Straf
verordeningen er voor zorgde nog heden avond klaar te zijn
met de redactie van de gewijzigde verordening, zoodat de Raad
die nog hedenavond zou kunnen vaststellen. Het zal dan niet
moeilijk zijn om de verordening op de beperking der ver
lichting te wijzigen in den geest door U genoemd, zoodat
het verboden zal zijn na een bepaald uur om in de etalages