DONDERDAG 14 DECEMBER 1916. 235 dere omstandigheid. Maar ons systeem zal in de praktijk goed voldoen, en loopt logisch. Men heeft daarin het werkelijk gebruik als maatstaf genomen en niet dat van verleden jaar. Ik vind het systeem, dat de heer van der Pot voorstelt, accep tabel, als het 50 tegen 50 is, maar niet 70 tegen 30. Dan zal het wel in het voordeel komen van de verbruikers, die minder gas gebruiken, maar die zullen dan het geld in den zak houden, terwijl de gemeente in dezelfde mate verlies lijdt. Bij ons systeem blijft de gemeente echter intakt, toch zal zij nog iets moeten toeleggen, omdat de prijs van het gas nog niet de kostende prijs is. Feitelijk zou door het verbruik over de muntgasmeters en het vrij geven van de minimum hoe veelheid een prijs van 13,5 tot 14 cent gevraagd moeten worden, om uit te komen. Ik geloof, dat ik mij hierbij heb aangesloten bij hetgeen de heeren Zwiers, Pera en Sijtsma gezegd hebben, wien ik dank zeg voor den steun, die zij Burgemeester en Wethouders verleend hebben ten deze. De heeren begrijpen, dat het er ons niet om te doen is, om de ingezetenen te benadeelen wij zouden ze immers liever bevoordeelen maar wij moe ten de zaak als gemeenschap beschouwen, en ons afvragen, hoe wij het best in het gemeentebelang kunnen handelen, zonder dat tengevolge van de omstandigheden de burgerij lijdt. Wanneer dat tekort van twee ton uit de lucht kon gevonden worden, zou ik direct zeggen: het is best, maar het zal door deze zelfde menschen betaald moeten worden. Dat komt niet van niets. Men heeft, vooral in deze stad, zoo'n vaag idee, dat als men iets krijgt van de gemeenschap, dat best terecht komt. Uit welke geheimzinnige bron, weet nie mand. Die onbekende bron bestaat helaas niet, en daarom moet ik den heeren aanraden, om de amendementen niet aan te nemen, en mee te gaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer van der Pot. M. d. V. Zooals U terecht opgemerkt hebt, is het stelsel van Amsterdam wel hetzelfde als dat, hetwelk ik wensch, doch wordt daar slechts 50 en niet 70% tegen den ouden prijs geleverd. Maar daartegenover staan twee voordeelen voor de gasverbruikers van Amster dam. In de eerste plaats is het minimumbedrag, dat naast de 50°/o staat, er hooger, want het is in Januari b.v. 60 M3. Dat verschilt voor sommigen heel wat, en dat is een nadeel voor de gasfabriek. In de tweede plaats wordt het gas in Amsterdam thans nog geleverd tegen den prijs van ƒ0.07, zoodat de dubbele prijs slechts ƒ0.14 en geen ƒ0.16 bedraagt. Van alle gemeenten, die ik zoo even noemde, leveren alleen Amsterdam en Zaandam 50% van het verbruik tegen den ouden prijs, Maastricht en den Bosch 60%, maar al de an dere en het was een groot aantal, dat ik zooeven opsomde 70% of 75%. Er zijn er ook die 75% voor den ouden prijs leveren, en dan nog verder gaan, zooals Middelburg, dat de prijs van de rest slechts met 50% verhoogt. Dat is dus ook nog heel wat billijker voor gasverbruikers dan het voorstel van den heer Vergouwen en van mij. Wat Uw bezwaar betreft ontleend aan fiskale overwegingen, zou ik willen zeggen: waarom kan de Leidsche gasfabriek, dit niet doen, waar het in andere gemeenten wel gebeurt? Te meer waar Leiden altijd de naam heeft gehad goedkoop gas te kunnen leveren, en al is dit nu misschien in vroeger jaren te goedkoop geweest, het peil, waarop wij in den laat- sten tijd gekomen zijn, kan de vergelijking met andere ge meenten toch best doorstaan. Wanneer men in dezen noodtoestand in andere gemeenten dit meent te kunnen doen, waarom zouden wij dan zelfs niet de proef er mede kunnen nemen? Wanneer het blijkt, dat er op deze wijze te weinig gas bespaard wordt, dan staat ons immers nog de weg open om een strenger stelsel in te voeren. Op het bezwaar van den heer Zwiers, dat men het gasverbruik terug zal brengen tot op 70% en dan de fabriek er groote schade door lijden zal, orndat zij het gas niet meer tegen 8 cent leveren kan, ant woord ik, dat men niet zooveel zal kunnen besparen en men voor het gasverbruik zeker niet minder uit zal geven dan in gewone omstandigheden. De vraag is intusschen wat zwaarder moet wegen, de besparing of de hoogere inkomsten. Men zal tusschen die beide hebben te kiezen. Want men kan nu eenmaal de menschen niet laten betalen voor het gas dat zij besparen. En nu moet de nadruk m. i. in de eerste plaats worden gelegd op het besparen van het gas. Ik geloof evenwel, dat het eene illusie is, dat men tot 70 zal kun nen besparen, men zal meer dan 70% blijven gebruiken en nu veronderstel ik, dat door het voordeel, dat het verbruik boven de 70 aan de fabriek oplevert, het verlies, dat zij lijdt, wel zoo ongeveer zal worden gedekt. Natuurlijk zal ook deze regeling niet populair zijn, maar ik meen toch wel po pulairder dan de regeling door Burgemeester en Wethouders voorgesteld. Maar dit is een quaestie van smaak. Dit zou ik ten slotte nog willen opmerken. Door U, Mijn heer de Voorzitter, wordt te veel nadruk gelegd op onbillijk heid in allerlei individueele gevallen. U haalde aan als voor beeld iemand, die het vorig jaar op reis is geweest. Ik geef toe, dat, wanneer iemand b.v. in December 1915 op reis is geweest, hij dan in December 1916 onevenredig veel moet betalen, maar dit verlies beperkt zich dan tot die enkele maand. In de volgende maand is het weder normaal. Mijns inziens moet men niet te veel hechten aan dergelijke speciale gevallen en letten op de onbillijkheden, die daaruit voort vloeien, daar zij gewoonlijk niet zoo groot zijn als het lijkt en daarenboven nooit geheel zijn te ontgaan. De Voorzitter. Ik wil den heer van der Pot dadelijk be antwoorden. U heeft Amsterdam genoemd, waar de gasprijs 7 cent per M3. is, maar U vergeet, dat de prijs daar al lang 7 cent was, toen men hier nog maar 572 cent betaalde. Het gewone gas is in Amsterdam 7 cent, maar het muntgas is duurder, daar is het 772 cent. Wat de andere plaatsen betreft zou ik juist het tegendeel kunnen zeggen van wat door U is gezegd geworden. In Delft heeft men aangenomen het systeem dat door U wordt aanbevolen. Maar daar is de gasprijs al sinds lang 9 cent. De heer van der Pot. In Delft betaalt men 9 cent voor het lichtgas en 8 cent voor het kookgas; gemiddeld is de gasprijs dus 872 cent. De Voorzitter. Er zijn plaatsen waar men boven een bepaald maximum den gasprijs 4 en 5 maal zoo hoog heeft gesteld. Ik acht het onmogelijk hier een ander systeem toe te passen dan het door Burgemeester en Wethouders voor gestelde. Ik acht dit beter dan het andere. Individueele geval len zijn niet zoo indivudieel, als U wel meent. Ik heb niet slechts genoemd de persoon, die op reis is geweest het vorig jaar, maar hoevelen zijn er niet, die het vorig jaar nog niet op gas kookten of die hier pas dit jaar zijn komen wonen. Zoo zijn er een legio gevallen te noemen. Het geval van dien man door U genoemd, die alleen maar een gaskachel stookt en verder elec- trisch licht gebruikt, noem ik een individueel geval. Ik geloof, dat het stelsel door U aanbevolen zal wezen een bron van wille keur en er is voor de ingezetenen niets onaangenamers dan de gedachte: ik wordt onvoordeeliger behandeld dan anderen; men wil nog liever eene kleinigheid terugdringen, dan dat zijn buurman dooi' toevallige of plotselinge omstandigheden slechts de helft betaalt; daar heeft men meer op tegen. Die gevallen krijgt men aldoor, en men krijgt beslissingen in schijnbaar analoge gevallen, waarvan het eind niet te zien is. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer van Romburgh wordt in stemming gebracht en verworpen met 25 stemmen tegen 1. Tegen stemmen de heerenHoogenboom, Pera, van der Pot, Timp, van Gruting, van der Lip, Fabius, Huurman, Sijtsma, A. Mulder, van Tol, Vergouwen, Kor ff, van der Eist, Zwiers, Botermans, Tepe, Hartevelt, J. P. Mulder, Fokker, Sasse, van Hamel, Bots, Fischer en de Boer. Vóór stemt de heer van Romburgh. Vervolgens wordt het amendement van de heeren van der Pot en Vergouwen in stemming gebracht en verworpen met 21 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de heeren Hoogenboom, Pera, Timp, van Gruting, van der Lip, Fabius, Huurman, Sijtsma, A. Mulder, van Tol, Kortf, van der Eist, Zwiers, Tepe, Hartevelt, Fokker, Sasse, van Hamel, Bots, Fischer en de Boer. Vóór stemmen de heeren van der Pot, Vergouwen, Boter mans, van Romburgh en J. P. Mulder. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XI. Voorstel a. tot vaststelling van de verordening op de beperking der verlichting van winkels; b. tot het doen afkondigen dier verordening onmiddellijk nadat zij is vastgesteld. (Zie ing. St. No. 267). De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter. Eerst is aan de orde de verordening waarop ingediend is bet amendement van den heer Pera, dat reeds voorgelezen is, het amendement van dén heer van Romburgh, om na art. I, sub a in te voegen »e. op 31 December", en waar omtrent ook ingediend is een motie van de heeren Sijtsma, van Tol, A. Mulder, de Boer en Vergouwen, luidende »De Raad van oordeel, dat het doel, dat de Commissie voor de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 11