MAANDAG 27 NOVEMBER 1916. 219 andere constructie en de biologische reiniging, die in dezen put plaats heeftjikan men niet met het Leidsche type op een lijn stellen. Wanneer men een andere plaats aanhaalt, laat men er dan een noemen, die overeenkomt met het in Leiden gevolgde systeem. Maar laat men het dan niet doen voor komen, alsof de gunstige resultaten, die men in een andere plaats heeft behaald, ook met het Leidsche systeem werden verkregen. Dan rleest men verder in het rapport van den Directeur van Gemeentewerken: »In Amsterdam, vanwaar het beerputtenstel afkomstig is, zijn inderdaad de putten verlaten. De binnenstad wordt niet gerioleerd, alle huizen monden in de grachten, die door verversching zooveel mogelijk worden rein ge' uiden." In bej. insel is beslist, tot aanleg van een centrale rioleering in df (ouitenstad. Of iBchter die rioleering al bestaat, wordt niet in het rapport gezegd. Irnde binnenstad heeft men de putten gehad, waaraan het Leidsch type is ontleend. Men heeft daar echter met dat stelsel gebroken en de riolen in de binnenstad laten uitmon den op het grachtwater. Ik zou erbij kunnen voegen: indien die putten werkelijk prac. sch nut hadden, dan zou men, in beginsel besloten hebbiasde tot de centrale rioleering van de buitenstad, die toch iwel zoolang in de binnenstad hebben gehouden totdat meniseen andere oplossing zou hebben gevonden. .Men heeft het niet gedaan en heeft met het stelsel gebroken. De Directeur erkent, dat in Haarlem de riolen rechtstreeks in verbinding staan met de grachten, en hij noemt de gele gen ld tot waterverversching er beter dan hier. li heb altijd gehoord, dat om Leiden veel water ligt en bovend:en de zee in de nabijheid, ik begrijp niet, dat Haar lem ooveel meer gelegenheid zou hebben om te kunnen spui* aan Leiden. Dat heb ik nog nooit gehoord. D a lees ik in het rapport, iets dat ik niet wist )e heer Sijtsma. U kunt ook niet alles weten. Re heer Huurman. dat in Schiedam het Leidsche model is gebruikt geworden, dat de riolen in de binnenstad bema len vorden en dat er voor de voor de buitenwijken putten vanjhet Leidsche type zijn voorgeschreven. Het resultaat was echtv.r onbevredigend, zoodat het stelsel niet meer wordt toegepast. Men is dus teruggekomen op het plaatsen van putten volgens het Leidsche model. Ten slotte zegt de directeur, dat de resultaten niet overal in het oog springen, maar dat toch nergens aan opheffing wordt gedacht. Vrage: In Amsterdam en Schiedam dan? Vlak erboven zegt de directeur, dat de putten in Schiedam niet meer worden aangebracht, en naderhand zegt hij, dat men nergens aan opheffing denkt! Aan het einde van zijn rapport geeft de Directeur in over weging, bet stelsel te handhaven, doch een proet te nemen met een ander put-type, n.l. dat van den ingenieur de Man of het onder bijlage D genoemde. Ik geloof, dat dit pleit voor mijn voorstel. Al zou ik niets anders bereiken dan dat die ondingen verdwijnen, dan zou ik toch veel hebben bereikt. De putten deugen absoluut niet. Hoewel de Gezondsheids- commissie niet verder spreekt over de inrichting van de putten, de putten aanbeveelt en mijn voorstel een stap achter uit noemt enz., stelt de Directeur toch voor, om een ander type te nemen. Ik heb er geen spijt van, dat ik het voor stel heb gedaan, anders hadden wij over tien jaar die on dingen nog. De Gezondheidscommissie schrijft in haar rapport: niet zonder bevreemding van het voorstel kennis te hebben genomen en gaat dan verder: »terwijl toch overal middelen worden aangewend, om het verblijf in de steden te veraangenamen en wantoestanden weg te nemen, wordt hier een voorstel gedaan, om in den toestand een verandering ten kwade te brengen." De Commissie zou beter hebben gedaan, om, alvorens zulke krasse termen te gebruiken, de zaak nauwgezet te onder zoeken. Het rapport is louter theoretisch; proeven zijn niet genomen. De Gezondheidscommissie zou zich op een beter standpunt hebben gesteld, wanneer zij had aangetoond, dat mijn bewering van nul en geener waarde was. De Commissie zegt wel, dat de ondoelmatigheid en de nutteloosheid worden bewezen, maar ik zeg op mijn beurt: waar blijven de argu menten van de Commissie? Ik heb toch duidelijk over het menagewater gesproken, en daarvan wordt met geen enkel woord door de Commissie gerept. Zij heeft er zich eenvoudig van afgemaakt en het niet de moeite waard geacht. Eigenaardig is dat gedeelte van het rapport van de Gezond heidscommissie, waar zij in tegenstelling met het rapport van den Directeur van Gemeentewerken pleit voor het behoud der putten in de binnenstad met het oog op de groote ge bouwen als kazernes enz., waar veel menschen te zamen wonen, Nu is het opvallend, Mijnheer de Voorzitter, dat het rapport even daarna spreekt over stinkende grachten als Leveridaal en Steenschuur. Juist aan het Levendaal zijn een massa woningen opgeruimd en een bouwvereeniging tot verbetering van de volkshuisvesting heeft daar een nieuwe wijk gesticht. Daar hebben in de laatste jaren groote veranderingen ten goede plaatsgehad. En wat heeft men nu ter plaatse van de goede werking der putten bemerkt? Letterlijk niets. Het water is nergens zoo verontreinigd als aan het Levendaal. De Gezondheidscommissie laat het niet alleen bij haar advies om de putten in stand te houden, maar geeft zelfs in over weging het stelsel van den heer de Man te volgen, waarbij volgens haar de septic-tankwerking nog beter tot haar recht komt. Ik moet eerlijk erkennen, dat dit stelsel tenminste beter is dan het tegenwoordig gevolgde. Mijnheer de Voorzitter. Ik kom tot een geheel andere conclusie dan Burgemeester en Wethouders; mij is de nuttig heid volstrekt niet bewezen, en niet uit de practische ervaring en allerminst uit het rapport van de Gezondheidscommissie. Wil men maatregelen nemen om wantoestanden op te ruimen en de hygiëne te bevorderen, ik zal er gaarne toe medewerken, ik geloof zelfs dat geen offer daarvoor te groot mag worden geacht, maar men neme dan maatregelen die afdoende zijn, en late de burgerij niet langer aan dingen betalen die wel den schijn hebben, doch het wezen missen. De heer van Gruting. M. d. V. Het doet mij veel genoe gen, dat de heer Huurman begonnen is met spreken en een uitvoerige toelichting heeft gegeven van zijn voorstel om de verordening op het bouwen en sloopen te wijzigen. De heer Huurman is begonnen met te spreken over ver schillende andere steden in ons vaderland. Hij heeft gespro ken over Dordrecht, Gouda en Delft. Hij heeft Haarlem en zooveel andere steden genoemd. Maar ik kan den heer Huur man verzekeren, dat er geen een wetenschappelijk man is en daartoe behooren de biologen wien het iets kan schelen, of de loozing in Haarlem en Dordrecht gebeurt op een andere wijze dan hier het geval is. De mannen der wetenschap vra gen alleen: geschiedt die reiniging hier op het oogenblik vol gens de regelen der wetenschap? De oplossing van een der gelijk wetenschappelijk probleem is alleen mogelijk door degenen, die bevoegd zijn daarover te oordeelen, en dat zijn zij, die de biologie bestudeeren. Daaronder zijn zelfs enkelen, die zich dat tot een levenstaak maken. Het zijn hier dus maar niet de eersten de besten die beoordeelen of dergelijke putten juist werken of niet. Wanneer dus de Gezondheids commissie hier advies geeft, is dat advies het resultaat van den arbeid van wetenschappelijke menschen en dat is ook in het belang van de gezondheid in deze gemeente. De heer Huurman is uitgegaan van de onderstelling, die juist omgekeerd had moeten zijn. De heer Huurman is uit gegaan van de onderstelling, dat men in die putten toch de faeces moet kunnen vinden en wanneer zij er niet in gevon den worden, beantwoorden zij volgens hem niet aan hun doel. Maar het groote nut van deze putten ligt juist in de omzetting van de stoffen, zooals in het praeadvies van Bur gemeester en Wethouders ook is te lezen. De Gezondheids commissie vindt deze putten echter nog niet de meest ideale, want zij zou meer nog de voorkeur geven aan het stelsel van den heer de Man, waarbij de septic-tankwerking nog meer tot haar recht komt. Men moet echter niet vergeten, dat de biologische wetenschap vooruit gaat, zoodat men op dit punt dus nog tot betere resultaten kan komen. Dezelfde Gezond heidscommissie zou tien jaar geleden niet hetzelfde advies hebben gegeven als op het oogenblik. De putten, die worden aanbevolen, werken zeer mooi en zullen ook in de toekomst worden gebruikt. Wanneer de heer Huurman zegt, dat de beerputten moeten worden uitgeschakeld, dan is dat geba seerd op een verkeerde redeneering en gaat hij van een ver keerd standpunt uit. Dat er in de putten wel koeken worden gevonden, is een bewijs, dat er een goede biologische werking plaats heeft. De biologische reiniging gebeurt door bacteriën, door levende organismen, waarbij gas en vaste stoffen worden gevormd. Ik meen hiermede voldoende te hebben aangetoond, dat datgene, wat door de Gezondheidscommissie op den voorgrond is gesteld en gelukkig ook door Burgemeester en Wethouders is overgenomen, het uitvloeisel is van wetenschappeiijken arbeid en dat dit advies moet worden opgevolgd. Volmaakt is de toestand zonder eenigen twijfel niet; er mankeert een massa aan, maar wij behoeven iets nog niet weg te werpen, omdat het volmaakte nog niet is bereikt. Wanneer de beer putten werden uitgeschakeld, zouden de rottingsprocessen, die thans daarin plaats vinden, in de openbare wateren geschie den, zoodat die nog meer vervuild zouden worden dan op het oogenblik reeds het geval is. De heer Botermans. M. d. V. Ongeveer vier jaar geleden y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 9