216
MAANDAG 27 NOVEMBER 1916.
mocht zijn of worden bepaald, wordt voor het gebruik van
openbare gemeentewerken en gemeentebezittingen en voor
diensten door de gemeente bewezen, een belasting geheven
naar het onderstaand tarief."
Daarmede wordt tegemoet gekomen aan een van de prin-
cipiëeie bezwaren van de Commissie van Financiën.
Ik open thans de algemeene beschouwingen.
De heer Botermans. M. d. V. Ik wil beginnen met een
woord van hulde aan Burgemeester en Wethouders te brengen
dat zij ook deze verordening tot stand hebben kunnen brengen
in dezen drukken tijd, waar zij al zoo overladen zijn met
werk. Ik heb mij echter niet overal met de voorgestelde recog
nitiën kunnen vereenigen. M.i. is de verhouding niet overal
even gelukkig aangegeven, zooals ik straks bij de artikels-
gewijze behandeling in het midden hoop te brengen. Ik zal
op het oogenblik dan ook geen opmerking meer maken, maar
met mijn opmerkingen wachten tot de respectievelijke nummers
in behandeling komen.
De algemeene beschouwingen worden gesloten.
Beraadslaging over art., 1.
De Voorzitter. Het alsnog door ons gewijzigd artikel 1
luidt dus»Geen gebruik van eenig openbaar gemeentewerk
of van eenige openbare gemeentebezitting mag worden gemaakt
dan na verkregen vergunning van Burgemeester en Wethouders
en onder de voorwaarden in het belang der gemeente daaraan
te verbinden.
Behoudens hetgeen daaromtrent in andere verordeningen
of besluiten of bij de door de gemeente verleende concessiën
mocht zijn ol worden bepaald, wordt voor het gebruik van
openbare gemeentewerken en gemeentebezittingen na verkregen
vergunning van Burgemeester en Wethouders en voor diensten
door de gemeente bewezen een belasting geheven naar het
onderstaande tarief."
Nu, zouden wij in het tarief zeil ook nog enkele wijzigingen
wenschen aan te brengen. En wel de volgende:
In B sub 4° wordt telkens in plaats van »1 M" gelézen »1.25 M".
B sub 5° wordt gelezen: «voor het hebben van een kalkhok
tot 20 M2 voor een week f 2.voor eiken M2 meer voor
een week f 0.15."
In B sub 8° worden achter «bodewagens"- ingevoegd de
woorden «per M2."
Het laatste lid van dit nummer wordt gelezen als volgt:
«Met de in dit nummer bedoelde vervoermiddelen worden
gelijkgesteld die, welke door mechanische kracht worden
voortbewogen; met stalhoudersbedrijf wordt gelijkgesteld het
bedrijf van den verhuurder van motorrijtuigen".
In C sub 1°, 3° en 5° wordt telkens het woord «recognitie"
vervangen door «belasting".
In D sub 2°, 4° en 10° wordt telkens het woord «recognitie"
vervangen door «belasting".
Bij E wordt in het opschrift het woord «recognitiën" ver
vangen door «belastingen".
Wenscht iemand thans nog het woord over dit artikel?
De heer Botermans. M. d. V. In B 2° wordt niet gesproken
van gevelbreedte. Ik heb gedacht, dat, wanneer de gevel
breedte minder dan 5 M. bedraagt, 0.75 moet worden be
taalt, van 5 tot 10 M. 1.50 en van 10 tot 15 M. 2.25. Ik
wijs bijv. op het bankgebouw dat hier wordt gesticht en
waarbij men een kolossale gevelbreedte heeft. Die zal eenigs-
zins vooruitspringen op gemeentegrond, en daarvoor zal men
dan evenveel moeten betalen als bij een klein huisje met een
gevelbreedte van 5 M. Men moet hier toch de gevelbreedte
noemen. Ik zou graag willen, dat Burgemeester en Wethou
ders dit denkbeeld overnamen.
De Voorzitter. Ik ontvang het navolgende amendement
van den heer Botermans:
«De ondergeteekende stelt voor: in art. 1 sub B2°in plaats
van «per perceel" te lezen: «per vijf Meter".
Ik zou toch wel de vraag willen stellen, waarom de heer
Botermans dit voorstel niet intijds heeft ingezonden. Het voor
stel was toch een geheelen tijd te voren bekend. Zoo kan het
niet worden opgenomen.
De heer van der Pot. M. d. V. Ik zou in overweging
willen geven om hierop niet in te gaan. Men zal dan met
het oog op art. 2 van 5 M. een apart begrip moeten maken
en dat zal een zeer moeielijke redactie van dit artikel ver-
eischen.
De heer Fischer M. d. V. Ik wil er even de aandacht op
vestigen, dat het hebben van pilasters hier al duur wordt
betaald. Wanneer men dat per M2. uitrekent, komt men tot
een kolossaal bedrag; stel dat men een huis heeft met 4
pilasters van 30 cM. lang en 10 cM. breed, dan heeft men
alles bij elkaar nog maar 1200 cM2. Voor gemeentegrond betaalt
men over het algemeen 40 cent de M2., terwijl men volgens
dit tarief al komt tot een bedrag van 4 of 5 per M2. Ik
zou er dus niet voor zijn om dit tariel' nog hooger te maken.
De heer Botermans. M. d. V. Ik ben het niet eens met
den heer Fischer. Laat ik eens een voorbeeld aanhalen.
Men heeft een klein huisje van 10 M. diep op een mooien
winkelstand. Daaraan wil men nu ook een aardig frontje
geven. Maar om dat te doen zou men weder een 10 a 15 duim
naar binnen moeten springen. Dat zou weder een verlies aan
ruimte geven, dat men niet heeft, wanneer men het op den
gemeentegrond kan laten uitspringen. Men heeft daardoor dus
meer ruimte en daarvoor mag men dus ook meer rekenen.
Mijns inziens heeft men deze recognitie hier veel te laag
genomen.
Ik ben tegen al hetgeen niet billijk is. Wij moeten deze
zaak wel goed bekijken. Iemand, die met een wagen met
negotie loopt en zijn wagen niet kan bergen, kari dien voor
een bagatel op gemeentegrond zetten. Zou hij dat niet kunnen
doen, dan zou hij een pakhuis moeten huren, zoodat hij nu
veel goedkooper uit is. In Den Haag waar men deze din
gen zooveel mogelijk weert moet men betalen naarmate
het nut, dat men ervan heelt. Daarom is de berekening, die
ik heb aangegeven, zuiver en billijk.
De Voorzitter. Ik had toch gaarne gezien, dat U dit voor
stel bijtijds had ingediend, zoodat wij het van te voren had
den kunnen bekijken. Het is niet zoo gemakkelijk, het be
hoorlijk te redigeeren. Ik kan het dan ook niet doen.
De heer van der Lip. M. d. V. Dit hetgeen de heer Boter
mans heeft gezegd maak ik op, dat hij nog meer amende
menten zal indienen. Heb ik dit goed, zou het dan niet beter
zijn, de behandeling van deze verordening uit te stellen, zoodat
die amendementen dan eerst door Burgemeester en Wethou
ders kalm kunnen worden overwogen? Het betreft hier een
zeer lastige verordening, en er zijn een massa bepalingen, die
met elkaar verband houden. Het is niet te doen staande de
vergadering dergelijke amendementen ook wat de redactie
betreft goed te overzien.
De Voorzitter. De heer Botermans was degene, die des
kundig advies heeft gegeven en hij heeft het intijds kunnen
overwegen, maar ik zie geen kans, het behoorlijk te redigeeren.
Wij kunnen toch niet gezamenlijk maar eens een verordening
opstellen.
Aan den anderen kant is er haast bij de zaak. Zou het niet
mogelijk zijn, dat de heer Botermans later de door hem ge-
wenschte wijzigingen indiende?
De heer Botermans. M. d. V. Drié jaar geleden heb ik ook
over deze zaak gesproken, en nu wordt zij eindelijk behan
deld. Wanneer wij de verordening zoo aannemen, zal het
weer langen tijd blijven liggen.
De Voorzitter. Lt zoudt over eenige maanden een voorstel
kunnen indienen, om de verordening op sommige punten te
wijzigen. Wij kunnen hier in den Baad toch geen verordening
gaan redigeeren. Ik zie daartoe geen kans.
De heer Botermans. M. d. V. Ik dank U voor Uw aan
wijzing. Ik zal gaarne in dien geest handelen en trek der
halve thans mijn amendement in.
De heer HootïENBOOM. M. d. V. Een kleine opmerking
slechts.
In B 11° staat: «voor het hebben van trappen of ingangen,
keldergaten, banken en dergelijken op den openbaren weg."
Moet er niet staan: per trap, per ingang enz.? Men zal toch
zeker bedoelen, dat het bedrag verschuldigd is per object en
niet per perceel, zooals dit laatste krachtens B 2° voor pilas
ters en plinten het geval is.
De Voorzitter. Men heeft bedoeld: per trap, enz. Zoo is
het ook altijd toegepast. Het is niets nieuws.
De heer Hoogenboom. Zooals het hier staat, is dat niet dui
delijk en geldt het vermoedelijk per perceel. Is dat niet de
bedoeling, dan moet alles in het enkelvoud worden gezet.
De heer Fischer. Wij hebben dit artikel gewoon overge
nomen van de vroegere redactiealleen pompen is wegge
vallen. Wij hebben daarmede nooit eenig bezwaar gehad. Altijd
is er berekend per trap, per ingang enz.