178,
te verhinderen, dat de gasverbruikers plotseling tot gebruik
van electrisch licht zouden overgaan. Tevens wordt dan de
juiste verhouding tusschen de prijzen van groot- en klein
verbruikers hersteld en worden de meerdere productiekosten
gedek^ terwijl bovendien de gewenschte prikkel tot zuinig
gebruik van eleetriciteit voor verlichting wordt verkregen,
die in deze tijden zeer noodig is.
Zijn bovenstaande maatregelen reeds uit een financieel en
economisch oogpunt gewenscht, de noodzakelijkheid blijkt
te meer, nu de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
aan de Rijks-Kolendistributie heeft opgedragen, aan die gas-
en electriciteitsbedrijven, die hun omzet door verhooging der
prijzen en andere middelen niet voldoende weten te beperken,
geen kolen meer beschikbaar te stellen.
Met bovenstaande overwegingen als leiddraad hebben wij
nagegaan, op welke wijze een regeling ware te treffen, die,
mede in verband met de ingewikkelde verhoudingen, die dooi
de gas- en electriciteitscontracten, met de buitengemeenten
bestaan, practisch uitvoerbaar is en op zoo billijk mogelijke
wijze aan het beoogde doel beantwoordt.
Ten aanzien van het gas kwamen wij tot het volgende
resultaat.
Bij eene beperking van het verbruik op 60 a 70 zal de
kostprijs van het gas stijgen tot c.a. 11 cent, omdat de rente
en afschrijving, algemeene onkosten, enz, niet met de mindere
productie dalen en het aandeel van deze kosten per M8. gas
dus veel grooter wordt.
Onder deze omstandigheden zou de gasprijs gebracht moeten
worden op 12 cent per M3.
Om deze sterke verhooging niet op den kleinen verbruiker te
zwaar te doen drukken werd overwogen, of het niet billijk was
aan eiken verbruiker een zeker quantum toe te staan tegen den
ouden prijs, welk quantum beschouwd kan worden als de
onmisbaie hoeveelheid, die ieder noodig heeft. Wij zouden
deze regeling kunnen vergelijken met die der plaatselijke
directe belasting (hoofdelijken omslag), waarbij van het inkomen
een bepaald bedrag als noodzakelijk levensonderhoud afzonder
lijk wordt beschouwd. Boven dit quantum, dat dan dus voor
eiken verbruiker gelijk kan zijn, zou dan de prijs op 12 cent
zijn te bepalen. Groote verbruikers zullen dus hun verbruik
voor een groot gedeelte tegen 12 cent betalen, wat ook billijk
is, omdat een groot verbruik uitsluitend ontstaat bij ruimen
levensstandaard, bij bedrijven, neringen en voor de industrie
en voor deze doeleinden een beschikbaarstelling van gas onder
den kostprijs en dus ten laste der gemeente niet te verdedigen is.
Wij stelden nu de volgende minima vast voor de verschil
lende maanden van het jaar:
Januari 50 M8.
Februari 45
Maart 40
April 35
Mei 30
Juni 30
Juli 30
Augustus 30
September 35
October 40
November 45
December 50
Deze minimum-verbruiken zijn zoodanig gekozen, dat, door
elkaar gerekend, ongeveer een verbruik van 60 van het
normale jaarverbruik hiermede zal worden bereikt. Deze mi
nima worden berekend volgens 8 cent per M8., wat daar
boven wordt verbruikt tegen 12 cent, een prijsverhooging
dus van 50 en door den meerderen kostprijs volkomen ver
antwoord. Wij vertrouwen, dat deze prijsverhooging voldoende
zal zijn om ook de noodige lichtbesparing te bewerken, zoo
dat dus niet verder behoeft te worden gegaan en niet, zooals
in enkele andere gemeenten, de prijs boven een zeker mini
mum verdubbeld behoett te worden.
Ter toelichting diene, dat een gemiddeld muntgasverbruiker
450 M3. per jaar noodig heeft. Voor de kleine en gemiddelde
gasverbruikers is het aangegeven minimum voldoende, zoodat
deze bij betrachting van de noodige zuinigheid niet in de
hoogere prijzen zullen behoeven te vallen. Deze categorieën
zullen ook bezwaarlijk zeer veel kunnen bezuinigen. Echter
zal wel bezuiniging bij groote verbruikers mogelijk zijn. Waai
de toestand zoo critiek is mag toch worden verlangd, dat in
groote woonhuizen en winkels het gasverbruik wordt beperkt
tot enkele vertrekken, die den geheelen dag bewoond zijn
resp. tot uitsluitend die gedeelten van winkels, waar verkoop
plaats vindt.
Volgens den boven aangegeven maatstaf zal de gemiddelde
gasprijs als volgt bedragen
500
f 41.60
8.3 cent.
700
65.60
9.4
900
89.60
10.—
1200
125.60
10.4
1500
101.60
10.7
2000
221.60
11.1
3000
341.60
114
5000
581.60
11.6
Daar dus een zekere hoeveelheid tegen 8 cent wordt bere
kend, wordt de gemiddelde prijs zelfs voor den grootsten ver
bruiker nog geen 12 cent. Dat deze prijzen voor iemand, die een
grootere hoeveelheid dan het aangenomen minimum noodig
heeft, te hoog zouden zijn, kan niet worden beweerd. Voor
verreweg de meeste dezer grootere verbruikers, die toch zeker
allen wel zullen kunnen bezuinigen, komt de zaak hierop neer,
dat hun gasrekening dezelfde blijft, doch zij minder licht
en kracht ervoor krijgen.
Zooals wij in den aanhef van dit schrijven reeds mede
deelden, omvat ons voorstel ook een wijziging in het electrici-
teitstarief. Ter motiveering hiervan diene, zooals boven ver
meld, dat de productiekosten reeds met ruim 2 cents per
K.W.U. zijn gestegen, zoodat voldoende reden aanwezig is
om eene tijdelijke algeheele verhooging te motiveeren. Daar
naast zal deze zoodanig moeten zijn, dat voldoende zuinig
heid wordt gewaarborgd en overgang van gasverbruikers
naar eleetriciteit zooveel doenlijk wordt tegengegaan. Wij
meenen dit met het thans voorgestelde tarief te kunnen
bereiken. Het nieuwe tarief zal dan gelijk zijn aan het thans
in de buitengemeenten geldende, waar gebleken is. dat met
electrisch licht wegens de hoogere tarieven steeds veel zuiniger
werd omgegaan dan in Leiden.
De tarieven der speciale contracten betreffende electriciteits-
levering kunnen niet worden gewijzigd. In de meeste con
tracten is echter eene kolenclausule opgenomen, waardoor de
prijzen reeds automatisch worden verhoogd met het stijgen
der ledenprijzen.
Enkele oude contracten, waar dit niet het geval was, zijn
tegen den datum, dat zij eindigen, opgezegd en zullen zoo
spoedig mogelijk door nieuwe met kolenclausule worden
vervangen.
Uit de nieuw voorgestelde tarieven zal U blijken, dat het
abonnementstal iet, genoemd in art. 10 sub. C der Verordening
ongewijzigd blijft. Hier in Leiden is geen enkele verbruiker
volgens abonnementstarief aangesloten. Alleen in Noordwijker-
hout en Voorhout zijn enkele abonnementen afgesloten, waar
voor het tarief echter niet kan worden gewijzigd.
Ten slotte nog een opmerking over de tarieven in de buiten
gemeenten.
In de gemeenten, waar gas geleverd wordt, zal het tarief
boven het minimum-verbruik bij aanneming van het voorstel,
evenveel als te Leiden worden verhoogd, wat volgens de
bestaande contracten mogelijk is.
In de gemeenten, waar eleetriciteit wordt geleverd, kan het
tarief krachtens de bestaande contracten niet worden verhoogd.
Het aldaar thans bestaande tarief is echter gelijk of hooger
dan het in dit schrijven voor Leiden voorgestelde.
Wij achten het bovendien niet noodig pogingen aan te
wenden om in dit tarief wijziging te brengen, omdat de meeste
stroom aan de buitengemeenten wordt geleverd op contract
(dus met kolenclausule) en het particulier lichtverbruik er
zeer gering is.
Bovenstaande regeling zal voor de meeste afnemers der
Lichtfabrieken wellicht weinig aantrekkelijks hebben. Wij
wezen er echter reeds op, dat overmacht in het spel is en
het door ons voorgestelde tarief, vergeleken met dat, hetwelk
thans in sommige andere gemeenten geldt, billijk kan worden
genoemd.
Ten slotte vermelden wij nog, dat, aangezien in den loop
der maand April opnieuw contracten voor de levering van
steenkolen moeten worden afgesloten, de voorgestelde rege
lingen voorloopig kunnen gelden tot de meteropneming in
Mei 1917.
Resumeerende hebben wij de eer U in overweging te geven
den Raad de volgende voorstellen te doen
I. Wat den gasprijs betreft, te besluiten als volgt:
a. Dat de gasprijs te Leiden van af 15 December a.s. zal
worden gehandhaafd op 8 cents per M8. zoowel voor gewoon
als voor muntgas, voor het minimum-verbruik, dat hieronder
(sub c) voor een verbruiker is vastgesteld.
b. Dat boven dit |minimutn-verbruik de gasprijs bedraagt
12 cents per M3., waarbij voor muntmeters de verhoogde
prijs maandelijks op kwitantie wordt ingevorderd.
c. Dat het minimum-verbruik voor eiken verbruiker wordt
bepaald op 50 M3. voor het tijdvak, verloopende tusschen de
Gebruik in M3.
Te betalen.
Gemiddelde prija