474
Art. 3.
Deze overeenkomst moet ten minste 14 dagen te voren
schriftelijk worden opgezegd, indien een der partijen haar
wenscht te doen eindigen. Zij kan slechts eindigen op den
eersten van een kalendermaand.
CONCEPT-OVEREENKOMST betreffende andere regeerings-
goederen dan brood.
Burgemeester en Wethouders enz. enz.
zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 4.
De gemeente verbindt zich aan de gemeente
Leiden te betalen:
1. den kostprijs der levensmiddelenkaarten en coupon-
kaarten, die door het Leidsche Levensmiddelenbedrijf worden
afgegeven aan inwoners der gemeente
2. het bedrag als bedoeld in art. 3 al. 2 der Distributiewet
1916 voor de hoeveelheden regeeringsgoederen, waarop de aan
de inwoners der gemeente verstrekte coupon-
kaarten recht geven.
Art. 2.
De gemeente Leiden verbindt zich om aan de gemeente
te betalen het bedrag, als bedoeld in art. 3 al. 2 der Distri
butiewet 1916 voor de hoeveelheden regeeringsgoederen, aan
gegeven door de coupons op door de gemeente
terug te geven couponkaarten, mits deze coupons zich nog
aan den talon bevinden.
Verder verplicht de gemeente Leiden zich om aan het
gemeentebestuur van opgave te doen van de namen
en woonplaatsen van inwoners der gemeente aan wie
levensmiddelenkaarten en couponkaarten zijn afgegeven.
Art. 3.
De bedragen, hierboven bedoeld, worden maandelijks ver
rekend door indiening eener rekening en betaling binnen 30
dagen na ontvangst daarvan.
Art. 4.
Deze overeenkomst geldt tot wederopzeggens toe, met dien
verstande, dat den dag, volgende op dien, waarop het bericht
van opzegging is ontvangen, geen nieuwe levensmiddelen
kaarten of couponkaarten meer aan inwoners der gemeente
door het Leidsche Levensmiddelenbedrijf zullen worden
afgegeven, terwijl de betalingen, hierboven bedoeld, voor zoover
bestaanbaar, op dezelfde wijze zullen moeten geschieden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 263. Leiden, 6 December 1916.
Ingevolge art. 42 der verordening, houdende Reglement
van de Gemeentelijke Bank van Leening te Leiden (Gem. Blad
No. 17 van 1911) blijven de aan de hulpkantoren beleende
panden uiterlijk zeven dagen aldaar bewaard en worden de
binnen dien tijd niet geloste panden op den achtsten dag
naar het hoofdkantoor gebracht. De lossing heeft echter, in
dien de pandgevers daartoe hun wensch te kennen geven,
weer aan de hulpkantoren plaats.
Blijkens het ter visie liggend schrijven van Commissarissen
der Bank staat reeds geruimen tijd bij hen de overtuiging
vast, dat deze regeling vele nadeelen heeft en geen voor
deden biedt. Het heen en weer brengen der panden is vol
gens Commissarissen een noodeloos werk en zoo omvangrijk,
dat een speciale bediende daarvoor vereischt wordt. Aan het
heen en weer brengen zijn allerlei risico's verbonden, terwijl
ten slotte de administratieve werkzaamheden voor de bedoelde
panden schier worden verdubbeld.
De geringe ruimte in het vroegere hulpkantoor aan het
Utrechtsche Veer belette Commissarissen echter eene wijziging
van den bestaanden toestand voor te stellen.
Bij de inrichting van het nieuwe hulpkantoor aan de
Heerengracht is rekening gehouden met de wenschelijkheid
eener wijziging van de bestaande regeling, zoodat dat kantoor
voldoende ruimte biedt, om de beleende panden te bewaren,
totdat zij gelost worden.
Het hulpkantoor aan de Lammermarkt zal echter, naar
Commissarissen schrijven, eenige uitbreiding en wijziging
moeten ondergaan, teneinde de beleende panden tot aan de
lossing ook aldaar te kunnen bewaren.
Aangezien ons de door Commissarissen voorgestelde wijziging
alleszins rationeel voorkwam, verzochten wij den Directeur
van Gemeentewerken een plan voor de aan te brengen ver
anderingen in het hulpkantoor aan de Lammermarkt te maken
en ons tevens de aan de uitvoering daarvan verbonden kosten
op te geven.
Volgens het zich bij de stukken bevindende plan, waarmede
Commissarissen hun instemming hebben betuigd, bestaan de
voornaamste veranderingen uit het maken van een inbraak-
vrije kluis voor de panden van waarde, het opstellen van
verscheidene rekken tot berging van panden, het verrichten
van eenige herstellingen, verfwerken en dergelijke.
De kosten der verbouwing, waarmede gepaard gaat de in
beslagneming van de thans voor ƒ2.50 per week verhuurde
bovenwoning Lammermarkt No. 65, worden door de Commissie
van Fabricage blijkens haar rapport van 14 April 1916 ge
raamd op ƒ2200
Onder mededeeling, dat een voorstel tot wijziging van bet
reglement der Bank met het oog op de nieuwe regeling in
zake de bewaring der panden aan de hulpkantoren en de
door de Bank te betalen hoogere huur ter compensatie van
de verschuldigde rente en aflossing der verbouwingskosten en
het gemis aan huur der bovenwoning, te zijner tijd bij Uwe
Vergadering aanhangig zal worden gemaakt, geven wij U
derhalve thans in overweging door vaststelling van nevens-
gaanden suppletoiren begrootingsstaat een bedrag van ƒ2200.
beschikbaar te stellen voor de verandering van het hulp
kantoor der Gemeentelijke Bank van Leening aan de Lammer
markt volgens het overgelegde plan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N° 264. Leiden, 6 December 1916.
In Uwe Vergadering van 27 November 1913 verklaarden
wij oris bereid een o. a. door den heer van der Pot ge
opperd denkbeeld, om aan de verschillende bruggen in deze
gemeente officieele namen te geven, nader in overweging te
nemen.
Na ingewonnen advies bij den Archivaris, den Directeur
van Gemeentewerken en de Commissie van Fabricage, hebben
wij de eer U hierbij een staat betreffende de aan een 135tal
bruggen in deze gemeente te geven namen aan te bieden.
Bij de keuze der namen zijn de vari ouds bekende, zij het
ook niet officieel vastgestelde, namen in den regel behouden.
Overigens is zooveel mogelijk aansluiting gezocht bij bekende
gebouwen in de omgeving of bij de straat, in welker verlengde
de brug ligt, of het water, dat door haar wordt overbrugd.
In gevallen, waarin hiertegen bezwaar bleek te bestaan, is
getracht een eenvoudige, gemakkelijk te onthouden naam te
vinden.
De bruggen, gelegen in niet-openbare en dus in niet voor
een ieder toegankelijke wegen, zijn niet in den staat vermeld.
Deze bruggen zijn voor het publiek van geen belang en
worden, op enkele uitzonderingen na, niet door de gemeente,
doch door particulieren als eigenaren onderhouden.
In den staat zijn zoowel de gemeentelijke a's de provinciale
en andere niet aan de gemeente toebehoorende bruggen
opgenomen. Het publiek vraagt immers niet, wie de onder
houdsplichtige is en zal het op prijs stellen, dat alle voor
het verkeer toegankelijke bruggen een naam hebben.
Enkele onbeteekenende bruggen, hetzij gemeentelijk of
particulier eigendom, geslagen over waterloopen en slooteri,
komen niet in den staat voor, aangezien hare opruiming
binnen korten tijd kan worden tegemoet gezien.
Onder opmerking, dat de plaats, alwaar de bruggen gelegen
zijn, in den staat is aangegeven, lerwijl de situatie der
bruggen in een tweetal ter visie liggende teekeningen is
verduidelijkt, stellen wij Uwe Vergadering alsnu voor
aan de 135 bruggen, die op nevensgaanden staat der
bruggen, gelegen in openbare wegen binnen de gemeente
Leiden, zijn vermeld, de in kolom 2 aangegeven namen te
geven. Na aanneming van ons. voor stel zullen, in navolging
vari het gebruik in eenige andere gemeenten van ons land,
de voornaamste bruggen van een opschrift worden voorzien,
ten einde zoodoende de namen dier bruggen algemeen bekend
te maken en verwarring te voorkomen. Groote uitgaven zullen
hiermede niet gepaard gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.