150 Leiden, 21 September 1916. EdelAchtbare Heeren. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de Afdeeling Leiden van »De Hanze" Bond van R. K. Middenstands Ver- eenigingen gezien de aanstaande vaststelling van de plaatselijke belas ting naar het inkomen gelet op een billijke verdeeling van gemeentelasten verzoekt Uw College 1 De som van aftrek voor eerste levensbehoeften te ver- hoogen met een honderd gulden. 2 Voor elk kind een aftrek vast te stellen van vijftig gulden, een en ander voor gehuwde gezinnen. Toelichting acht onze Vereeniging overbodig, daar in ver scheidene groote gemeenten de billijkheid van ons verzoek reeds in overweging is genomen. Het Bestuur. Secretaris. Voorzitter Ph. C. Stijnman. J. J. M. Meeuws. Aan den Raad der gemeente Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, J. Baart en J. de Wolf als voorzitter en secretaris van de afdeeling Leiden der S. D. A. P. en J. Schneijder en P. J. Bomli, voorzitter en secretaris van den Leidschen Bestuur- dersbond, domicilie kiezende ten kantore van den Bestuurdersbond, Garenmarkt 48, dat zij de vrijheid nemen Uwen Raad te wijzen op de onbillijkheid, dat de Hoofdelijke Omslag nog steeds gebaseerd blijft op de Verordening van 5 October 1911, dat zij van meening zijn, dat als onbetwistbaar mag worden aangenomen, dat sinds de vaststelling dier Verordening de prijzen der noodzakelijke levensbenoodigdheden met minstens 30 zijn gestegen, dat dus het bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud, in bovengenoemde Verordening gesteld voor ongehuwden op f 300— en voor gehuwden op 400met minstens 30% moet worden omhoog gebracht, om datgene te bereiken, wat bij de vaststelling dier Verordening heeft voorgezeten, dat eveneens het bedrag voor kinderaftrek voor de tegen woordige tijdsomstandigheden als veel te laag moet worden beschouwd, overwegende, dat een logisch gevolg van de vooral door de oorlogscrisis sterk gestegen kosten voor noodzakelijk levensonderhoud zou zijn, dat ook de bedragen als zoodanig in de Verordening aangegeven, met minstens 30 worden verhoogd van meening, dat de daardoor te verwachten mindere belastingopbrengst in de eerste plaats door progressie op de hoogere inkomens moet worden gezocht, en niet door ver hooging van het belastingpercentage, verzoeken Uwen Baad dringend het onbelastbaar inkomen als noodig voor noodzakelijklevensonderhoud te bepalen op 400voor ongehuwden en f 550voor gehuwden, de belasting te doen aanvangen bij een inkomen van 650,— en den kinderaftrek te bepalen op 30— 't Welk doende, J Baart Afd. Leiden J de Wolf j der S. D. A. P. J Schneijder Leidsche P J Bomli. <j Bestuurderbond. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOUA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 28