1-86
MAANDAG 30 OCTOBER 1910.
De Voorzitter. Wij hebben volstrekt niet bedoeld, dat wij
de eene courant boven de andere willen bevoordeelen. Zooals
de heer Pera heeft gezegd, hadden wij eerst de oude Leidsche
Courant, die de publicatiën van de gemeente had en het
Leidsch Dagblad nam ze over, hetzij uit welwillendheid, heizij
om een andere reden. Toen verdween de Leidsche Courant
en bleef er slechts één courant over, n.l. het Leidsch Dag
blad, en kreeg deze de publicatiën. Ik geloof, dat men niet
zoo'n groot gewicht moet hechten aan dien lezerskring, zooals
de heer Tepe dat doet. Lezen de heeren de Staatscourant bij
hun ontbijt? Ik niet? En dat is toch het officieele regeerings-
orgaan. Men moet nu eenmaal een officieel blad hebben,
waarin gepubliceerd wordt. In Den Haag bijv. werd gepu
bliceerd in het oude Dagblad van Zuid-Holland en 's-Graven-
hage. Daarin had men altijd gepubliceerd. Toen dat blad
verdwenen is, is men in een ander blad gaan publiceeren.
Vanwege de provincie Gelderland wordt nog altijd gepubli
ceerd in een Nijmeegsche Courant, omdat tot 1829 Nijmegen
de hoofdstad van Gelderland is geweest.
Maar het publiceeren beteekent feitelijk niets anders dan
het voldoen aan een wettelijk voorschrift.
U zult mij toegeven, dat het toch wel wat al te duur zou
worden, wanneer men in alle dagbladen moest publiceeren.
Op het oogenblik zijn hier 2 dagbladen, maar wie zegt ons,
dat er binnenkort niet een derde bijkomt?
Hoe zou dit dan in Den Haag moeten gaan? In welke
courant zou men daar moeten publiceeren? in de Haagsche
Courant, de Avondpost, het Vaderland, de Nieuwe Courant of
de Residentiebode? Als wij advertenties plaatsen, dan doen
wij dit zooveel mogelijk gelijk op. Indertijd heeft het Leidsch
Dagblad de mededeelingen altijd zeer vriendelijk opgenomen.
Toen is het ten slotte alleen overgebleven en is het Leidsch
Dagblad het officieele orgaan geworden. Wanneer het Leidsch
Dagblad niet bestond maar alleen de Leidsche Courant, dan
zou men natuurlijk publiceeren in de Leidsche Courant, en
dan zou later worden gezegd: maar waarom gebeurt dit alleen
maar in de Leidsche Courant? Men kan nu eenmaal niet in
alle dagbladen publiceeren. Men kan toch ook moeilijk gaan
zeggenwij zullen het eene jaar in dit en het volgend jaar
in dat blad publiceeren. Men moet hier evenwel niet achter
zoeken eene bevoordeeling, want dat is in het geheel de
bedoeling niet.
De heer Tepe. M.d. V. In wat ik heb gezegd, heeft niet
de bedoeling gelegen om ook maar te veronderstellen, dat
hier sprake zou zijn van partij trekken. Ik heb het oog
gehad op het feit, dat er op het oogenblik een ongelijke toe
stand bestaat; dat de publicaties niet plaats hebben gelijke
lijk over de beide dagbladen verdeeld.
Het gevolg hiervan zal zijn, dat, wanneer de Leidsche
Courant zegt: ik heb er genoeg van die advertenties voor
niets op te nemen, dat de lezers van de Leidsche Courant
niet meer op de hoogte zullen worden gebracht van mede
deelingen, die menigmaal voor hen van het grootste belang
zijn. Ik heb hier niet het oog op verordeningen, maar bijv.
op mededeelingen de distributie van levensmiddelen betreffende.
Wanneer de Leidsche Courant zegt: ik kan mijn kolommen
beter besteden, dan zal het gevolg hiervan zijn, dat aan een
gedeelte van de burgerij die mededeelingen niet meer wor
den bekend geblaakt.
De Voorzitter. Daarvoor laten wij ze ook aanplakken. Ik
geef toe, dat een paar dingen niet worden aangeplakt. Maar
moeten wij dan twee officieele dagbladen hebben?
De hèer Fokker. M. d. V. De heer Tepe ziet voorbij, dat
er ook menschen zijn, die geen van beide dagbladen lezen.
Moet men aan hen dan een apart bulletin sturen en moet
men het aan de menschen, die niet lezen kunnen, mondeling
door een bode laten aanzeggen?
De heer van der Pot. M. d. V. Wat IJ tegenover den heer
Tepe opmerkt is zeker juist, maar men kan toch niet ont
kennen, dat al is bij de keuze van het Leidsch Dagblad
natuurlijk geen sprake van zekere partijdigheid, toch waar
wij hier nu eenmaal twee concurreerende dagbladen hebben,
de keus van het eene blad voor officieele aankondigingen gen
zeker voordeel voor dat blad aanbrengt, dat zeker van de
zijde van dat blad wel zeer mag worden geapprecieerd, het
geen zou kunnen blijken uit den prijs, dien men voor die
aankondigingen laat betalen. Of die prijs nu werkelijk laag
is te noemen, laat ik in het midden, maar ik zie hier juist,
dat het contract met het Leidsch Dagblad eindigt op 30
November 1916. Het is niet onmogelijk, dat, waar dat blad
het abonnementstarief en de prijs voor advertentiën heeft
verhoogd, ook een poging gedaan zal worden om den prijs der
publicatiën te verhoogen, op grond van hoogere papierprijzen,
enz. Wordt dit inderdaad verlangd, dan mag m. i. op dit
voordeel wel eens ter dege worden gewezen en waar een
ander blad thans die publicatiën geheel kosteloos overneemt,
daar zou ik niet licht in een dergelijke verhooging kunnen
bewilligen.
De Voorzitter. Het contract duurt nog een jaar, omdat
de heer Sijthoff het niet intijds heeft opgezegd. Dit contract
is dus op het oogenblik voor ons voordeelig. Wanneer de
heer Sijthoff na afloop met een nieuw voorstel komt, dan
kan men de zaak opnieuw bekijken.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgnummer 82 wordt daarna zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De volgnrs. 83 tot en met 88 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgnr. 89 vragen Burgemeester en Wet
houders den Raad machtiging om tot wederopzegging van
het Bureau van Verificatie van de Vereeniging van Neder-
landsche Gemeenten gebruik te maken.
Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
besloten, waarna dit volgnummer eveneens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De volgnrs. 90 tot en met 93 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 94, luidende: vKosten van de
bevolkingsregisters en van de huisnummering: f 35iO.
De heer van Gruting. M. d. V. Een enkel woord over dit
artikel. Ik zou gaarne de huisnummering hier zien geschieden
zooals dit bijv. in Sassenheim plaats heeft. Ik heb hier de
verordening van Sassenheim bij mij, waarin ik zie, hoe die
huisnummering aldaar geschiedt. Nu zou ik gaarne zien, dat
Burgemeester en Wethouders het stelsel, dat daar gevolgd
wordt, ook hier toepasten. Het is mij bekend, dat in het
College van Burgemeester en Wethouders en in de Commissie
van de Strafverordeningen daaromtrent is gediscuteerd, en
dat men vond, dat het zoo moeilijk is om daaromtrent een
voorziening te treffen.
Ik heb die verordening bij mij; Burgemeester en Wethouders
moeten maar eens overwegen, of eene dergelijke nummering
ook in Leiden zou zijri toe te passen.
De heer Fischer. M. d. V. Ik heb in dank de verordening
van Sassenheim van den heer van Gruting ontvangen; ik zal
haar voegen bij de 25 andere, die ik reeds bezit. Dat de zaak
niet eenvoudig is, blijkt wel daaruit, dat in Dordt zelfs eene
verordening van 17 artikelen bestaat.
De heer van Gruting. Het is een veel te belangrijke zaak
om om te lachen.
De Voorzitter. Ik dank U namens het College van Burge
meester en Wethouders. Wij zullen van deze verordening
nota nemen en zoo noodig de' Commissie voor de strafveror
deningen verzoeken ons voor te lichten.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgnr. 94 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De volgnrs. 95 tot en met 97 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 98 luidende: »Kosten van
toezicht op en van invordering van de plaatselijke belas
tingenf 23776
De Voorzitter. Hierbij wordt door Burgemeester en Wet
houders verzocht machtiging om den opzichter-timmerman
bij het marktwezen aan te stellen op eene bezoldiging van
f 850.— Zooals de heeren weten, krijgt hij op het oogenblik
f 810.Het is hier de kwestie dezen werkman vast aan te
stellen met het oog op de exploitatie van de markthokken.
De heer Fokker. M. d. V. Ik zou willen opmerken, dat
dit verzoek tot machtiging van Burgemeester en Wethouders
vooruit loopt op het werk van de Commissie voor de sala
rissen. Wanneer die regeling tot stand komt, zal van zelf
het loon van dezen timmerman worden geregeld. Zou men
dit voorstel nu niet zoolang kunnen laten rusten, totdat de
Commissie met haar werk gereed zal zijn?
De Voorzitter. Ons voorstel gaat buiten de taak der
door U bedoelde Commissie om. Het geldt hier geen
salarisverandering, maar het geven aan dezen werkman