116
gemeente zeer zal vergemakkelijken. Een offer uit de gemeente
kas van 26.000.achten wij daarvoor wel verantwoord.
Verder zouden wij echter niet willen gaan, noch wat betreft
den termijn der voorziening, noch wat de grootte van het rabat
aangaat. Evenmin zouden wij U in overweging willen geven
de weistandsgrens verder te trekken dan verleden jaar is
geschied.
Resumeerende stellen wij U derhalve voor:
1°. goed te keuren, dat ook in den a.s. winter eene goed
koope cokesvoorzienirig wordt getroffen
2°. voor die cokesvoorziening de volgende beginselen vast
te stellen
a. de beschikbaarstelling der cokes zal aanvangen 1 November
1916 en eindigen 31 Maart 1917;
b. de waarde van de rabatbon zal bedragen 25 cent per H.L.;
c. de rabatbons zullen alleen beschikbaar worden gesteld
voor die ingezetenen, welke niet, of voor een inkomen van ten
hoogste 800, in de plaatselijke directe belasting zijn aan
geslagen
d. het aantal rabatbons per gezinshoofd zal over het aan
gewezen tijdvak ten hoogste 16 bedragen
3°. de nadere regeling der voorziening aan ons College over
te laten.
Bij afzonderlijk voorstel zal U de desbetreffende begrootings-
regeling voor den dienst 1916 worden aangeboden. Op de
ontwerp-begrooting voor het jaar 1917 is reeds door ons een
post voor brandstofvoorziening uitgetrokken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 7 October 1916.
De Commissie van Advies inzake Voedingsmiddelen heeft
in hare vergadering van 6 October j.l. besloten Uw College
te adviseeren, aan den Raad der gemeente Leiden machtiging
te vragen om gedurende den winter 1916/17 rabatbons voor
gascokes uit te geven, waarop houders van deze bons cokes
tegen verminderden prijs bij de Stedelijke Gasfabriek en bij
de brandstofhandelaren hier ter stede kunnen bekomen, en
wel onder de voorwaarden
'1°. dat het rabat zal bedragen 25 cent per H.L. op de
détailprijzen der Stedelijke Gasfabriek voor grove, geklopte
en parelcokes;
2°. dat de bons beschikbaar worden gesteld aan gezins
hoofden en daarmede gelijk te stellen personen
a. die niet in de plaatselijke belastingen zijn aangeslagen;
b. die volgens het kohier der plaatselijke belasting van
1915 een inkomen hebben van ten hoogste 800.per jaar;
3°. dat de bons uitdrukkelijk worden onthouden aan die
beambten der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit,
welke goedkoope cokes tegen zeer verminderden prijs aan
de Gasfabriek kunnen bekomen;
4°. dat de leden van coöperatieve- en andere vereenigingen,
die thans reeds cokes hebben ingeslagen op z.g. zomercon-
tracten, recht hebben op rabatbons voor zoover zij aan de
voorwaarden sub. 2° genoemd voldoen, doch dat zij deze
bons aan de Gasfabriek moeten verzilveren tot een getal,
dat gelijk is aan het aantal H.L., dat zij reeds op contract
hebben ontvangen;
5°. dat de parelcokes der Stedelijke Gasfabriek, voor zoover
de voorraden en de productie zullen reiken, uitsluitend ver
krijgbaar worden gesteld aan houders van bons, bedoeld
onder sub. 2a;
6°. dat het tijdvak, waarover de rabatbons geldig zullen
zijn, zal loopen van 1 November tot 31 Maart a.s.;
7°. dat het aantal bons per gezinshoofd beschikbaar gesteld
16 (zestien) zal bedragen.
Toelichting.
Volgens mededeeling van den Adjunct-Directeur der Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, lid der Commissie
van Advies inzake Voedingsmiddelen, bedraagt het aantal
H.L. (grove, geklopte en parelcokes), dat van 1 November
tot 31 Maart a.s. door de Stedelijke Gasfabriek en de brand
stofhandelaren, die met de Gasfabriek contracten voor de
levering van cokes hebben afgesloten, ten hoogste 100.000 H.L.
Er blijft dan nog eene beperkte hoeveelheid beschikbaar
voor de voorziening van gemeentelijke- en rijksinstellingen
en den détailhandel met particulieren.
Als minimum-verbruik van cokes per gezin moet één H.L.
per 9 a 10 dagen worden aangenomen, hetgeen voor den
geheelen winter (1 November31 Maart) op rond 16 H.L.
per gezin komt te staan. Bij een inkomstengrens van 800.
bedraagt het aantal deelnemers waarschijnlijk rond 6000.
Het totaal aantal H.L. cokes, dat hunne gezinnen noodig
heeft, beloopt dus rond 96.000.
Hieruit is te zien, dat de inkomstengrens niet hooger dan
800.kan worden gesteld, tenzij men het aantal H.L.,
dat per gezin beschikbaar kan worden gesteld, gaat vermin
deren, hetgeen o.i. niet wenschelijk is.
Bij een rabat van 25 cent den H.L. bedragen de kosten
voor de gemeente 96.000 x ƒ0.25 ƒ24.000.waarbij nog
komt voor administratiekosten, drukwerken, porti, enz, rond
ƒ2000.in totaal dus ƒ26.000.—.
Hiervan zou rond ƒ11.000komen ten laste van het jaar
1916 en ƒ15 000.— ten laste van het jaar '1917.
Verreweg het meest wordt gebruikt geklopte cokes. De
détailprijs hiervan bedraagt thans aan de Gasfabriek 95 cent
den H.L. Bij een rabat van 25 cent zal de prijs voor de
houders der rabatbons dus 70 cent den H.L. bedragen. Voor
het thuisbezorgen brengt de Gasfabriek 10 cent extra in
rekening.
De prijs van goedkoope cokes, in den vorigen winter door
middel van het Steun-Comité geleverd, bedroeg voor ge
klopte cokes 65 cent, zoodat de détailprijs thans 5 cent
hooger is. Het bezorgloon was ten vorigen jare 6 cent den
H.L., doch heeft de ervaring, bij de Gasfabriek opgedaan,
geleerd, dat bij bezorging van kleine hoeveelheden de kosten
voor het bezorgen daarmede niet gedekt worden. Om deze
reden heeft de Gasfabriek den prijs voor het thuisbezorgen
tot 10 cent verhoogd.
Enkele leden onzer Commissie wenschten de prijzen van
het vorige jaar ook voor dit jaar vastgesteld te zien. Met
het oog op de toch reeds zeer belangrijke kosten, welke voor
de gemeente aan de beschikbaarstelling van goedkoope cokes
zijn verbonden, heeft onze Commissie hun voorstel echter
met meerderheid van stemmen verworpen.
Indien Uw College zich met het advies der Commissie kan
vereenigen en de Raad op Uw voorstel tot de uitgifte der
rabatbons besluit, geeft zij U in overweging de verdere rege
ling voor de uitgifte der bons en voor het distribueeren der
cokes aan haar over te laten.
De Commissie van Advies inzake Voedingsmiddelen,
C. W. van der Pot Bzn., Voorzitter.
J. J. van Eck, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 9 October 1916.
Wij vernamen van den Voorzitter onzer Commissie, dat in
Uw College plannen aanhangig zijn om ook in den a.s. winter
wederom van gemeentewege over te gaan tot beschikbaar
stelling van goedkoope cokes.
Naar aanleiding daarvan kunnen wij U mededeelen, dat wij
gaarne bereid zijn onze medewerking te verleenen tot de uit
voering dier plannen. De voorraad cokes, die ten hoogste voor
dit doel beschikbaar kan worden gesteld bedraagt 100.000 H.L.
Deze kan thans tegen de volgende detailprijzen berekend
worden. Grove cokes 90 cents; geklopte cokes 95cent;parel
cokes 70 cent per H.L. Het bezorgloon bedraagt 10 cents per
H.L. Wij kunnen echter niet garandeeren dat deze prijzen
den geheelen winter dezelfde zullen blijven en willen er dus
bij voorbaat op wijzen, dat de mogelijkheid van prijsstijging
niet is uitgesloten. Om redenen van commercieelen aard komt
het ons voorts gewenscht voor, dat de Lichtfabrieken geen
aandeel nemen in de finantieele gevolgen der goedkoope
cokesvoorziening. Deze toch raakt niet het bedrijf als zoodanig,
doch slechts de gemeente.
Dit neemt niet weg, dat overigens gaarne de gewenschte
medewerking wordt verleend bij den opzet en uitvoering der
plannen. De adjunct-directeur, de heer van Klinkenberg, heeft
zich bereid verklaard de leiding bij de uitvoering op zich te
nemen.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
J. Draaijer, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 213. Leiden, 10 October 1916.
Bij aanneming van ons voorstel tot invoering van een ge
meentelijk levensmiddelenbedrijf (Ingek. Stukken n°. 210), zal
aan de Gemeentebegrooting voor 1916 een post moeten worden
toegevoegd voor de betaling van het nadeelig slot der exploi
tatie van dit bedrijf.
Aangezien verder voor de uitgaven in verband met de voor
ziening van varkensvleesch en ander vleesch nog geen gelden
op de begrooting voor 1916 voorkomen en evenmin voor de
voorziening van brandstoffen in de aanstaande wintermaanden
van 1916, zullen ook de hierop betrekking hebbende posten
aan de begrooting moeten worden toegevoegd of wel verhoogd.
Ten slotte zal de Directeur van het levensmiddelenbedrijf