GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 113 205. IEkOEKOMËX STUKKEN. Leiden, 27 September 1916. De voordracht van Burgemeester en Wethouders, opgenomen onder No. 200 der Ingek. Stukken in zake den aankoop der begraafplaatsen aan de voormalige Mare- en lleerenpoorten, de uitbreiding van het aanleg- en uitbreidingskapitaal der lichtfabrieken met het bedrag der koopsommen en den verkoop van grond aan den Vestwal aan de N. V. Nettenfabriek, voor heen Jaeger en Co., ontmoet bij de Commissie van Financiën geene bedenking. Evenmin heeft de Commissie bezwaar tegen de begrootings- regeling ter beschikbaarstelling van een bedrag van ƒ39000. voor de lichtfabrieken ten behoeve van de uitbreiding van het hoogspanningskabelnet, (Ing. St. No. 201), iudien de Raad zijne goedkeuring hecht aan de stroomvoorziening aan de N. V. Electriciteits Maatschappij «Wassenaar." Zij adviseert U derhalve dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 206. Leiden, 27 September 1916. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening, dienst 1915, van het. H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis geene beden kingen heeft. Zij adviseert II derhalve tot goedkeuring van die rekening over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 207. Leiden, 28 September 1916. Door de Leidsche Pluimveevereeniging werd aan ons College een adres ingediend, houdende verzoek, om ten behoeve van de door haar op 2, 3 en 4 Februari a. s. te houden tentoon stelling gebruik te mogen maken van alle lokalen der Stads- Gehoorzaal. Met het oog op het nadeëlig saldo der vorige tentoonstelling, ten bedrage van 500.verzocht zij tevens haar het gebruik dier lokalen kosteloos af te staan, of althans tegen een lageren huurprijs dan in Januari 1914. Ons College is echter van meening, dat voor inwilliging van het verzoek wat den huurprijs aangaat, geen termen aanwezig zijn. Al zal de tentoonstelling zelf slechts gedurende 3 dagen geopend zijn, te ontkennen valt het niet, dat met inbegrip van de voorbereidende maatregelen en de ontrui ming van het gebouw een 8-tal dagen gemoeid zijn. En dan komt het ons voor, dat geen lagere huurprijs mag bere kend worden dan in 1914, n 1. 125. Wij geven Uwe Vergadering om die reden dan ook in overweging ons College te machtigen, de verschillende lokalen der Stads-Gehoorzaal aan de Leidsche Pluimveevereeniging, ten behoeve van de door haar te houden tentoonstelling, ge durende een tijdvak van 8 dagen, voor de som van 125.— ten gebruike af te staan. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad. N°. 208. Leiden, 30 September 1916. In Uwe Vergadering van 6 Juli j. 1. kwam een request in van de afdeeling Leiden van den Centralen Bond van Bouw vakarbeiders, waarin op verhooging van de in bestekken voorgeschreven minimum-loonen van enkele categorieën van werklieden werd aangedrongen. Eenige dagen later ontvingen wij een tweede, hierachter afgedrukt, request, ter vervan ging van het eerste, waarin, naar de toelichting vermeldde, eene onvolledigheid voorkwam. Uit de door de Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven alhier aan den Directeur van Gemeentewerken verstrekte inlichtingen is ons geblekendat de thans uitbetaalde minste uurloonen ongeveer 3 cent hooger zijn, dan de in de ver ordening van 26 Maart 1914 (Gem.-Blad n°. 9) voorgeschreven minima, terwijl de in het request gewenschte, welke echter alleen betrekking hebben op de werklieden in het metsel en betonvak, deze minima met 5 cent overtreffen. Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat het onder de gegeven omstandigheden geen aanbeveling verdient, thans tot eene nieuwe vaststelling der minimum- loonen over te gaan Op het oogenblik heerscht in de bouw vakken, zooals trouwens in alle bedrijven, een abnormale toestand. De loonen zijn niet alleen gestegen in verband met de tijdsomstandigheden, doch vooral omdat, met name in deze streken, de vraag naar arbeidskrachten eener bepaalde cate gorie grooter is dan het aanbod. Dientengevolge is het onder linge verband tusschen de loonen van verschillende groepen van werklieden verbroken en zijn er zeer zonderlinge arbeids verhoudingen ontstaan. Terwijl bijv. de uurloonen van huis smeden en loodgieters, die toch over bepaalde vakkennis moeten beschikken, nagenoeg ongewijzigd zijn gebleven, zijn de loonen der witters, welke bijna gelijk te stellen zijn met unskilled labourers, van 20 tot 30 cent gestegen. Het gaat niet aan, wij geven het der Commissie van Fabri cage volkomen toe, dergelijke toestanden te consolideeren en voor altijd in de verordening op de minimum-loonen vast te leggen. Immers, niemand vermag te zeggen, hoe de toekom stige levensvoorwaarden zich zullen ontwikkelen en evenmin of de tegenwoordige prijsstijging der levensmiddelen zal stand houden. De herziening der minimum-loonen dient daarom te blijven rusten tot meer normale tijden zijn aangebroken. Op het oogenblik behoeft trouwens voor te lage uitbetaling in geen enkel bouwvak vrees te bestaan. De vraag overtreft verre het aanbod en de aannemers betalen reeds uit eigen beweging veel meer dan zij volgens de gemeentelijke veror dening verplicht zouden zijn. Geheel overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering derhalve in overweging thans niet op het verzoek van adressante in te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 12 Juli 1916. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven eerbiedig te kennen Denijs Hannaart en Johannes Poeliejoe ten deze domicilie kiezende ten huize van laatst ondergeteekende, Bloemluststraat 57, dat zij namens de Afd. Leiden van den Centralen Bond van Bouwvakarbeiders ver zoeken de navolgende minimumloonen in de Gemeentebestekken op te nemen. 1. voor een Metselaar 30 cent per uur 2. Opperman 26 3. Grondwerker 27 4. Steenhouwer 32 5. Schuurder 25 6. Betonwerker 28 7. Betonsjouwerman 26 't welk doende voor de Afd. Leiden van den Centralen Bond van Bouwvakarbeiders D. Hannaart, Voorzitter. J. Poeliejoe, Secretaris. N°. 209. Leiden, 5 October 1916. In Uwe Vergadering van 27 Juli 11. werd besloten tot een nieuwe regeling in zake den duurtetoeslag aan gemeente ambtenaren toe te kennen; blijkens onze voordracht (Ingek. Stukken n#. 165 van 1916) werden de meerdere kosten van de nieuwe regeling tot het einde van dit jaar geraamd op f 13200.—. De daaruit voortvloeiende begrootingsregeling tot verhoo ging van den post volgn. 232 i «Uitgaven wegens admini stratiekosten, duurtetoeslagen aan gemeenteambtenaren, in verband met de buitengewone tijdsomstandigheden" is thans opgenomen in den begrootingsstaat model welken wij U hierbij ter vaststelling aanbieden. Tevens is in de voorgestelde verhooging van dezen post opgenomen een bedrag van 5200.voor de betaling van de loonen der gemobiliseerde gemeentewerklieden (80 resp. 35 der normale loonen). In gewone omstandigheden worden de loonen over allerlei begrootingsposten verdeeld, al naar gelang van de onderhoudsposten, waarop zij worden verwerkt. Uit den aard der zaak kan dit nu niet plaats hebben. Zij worden daarom gezamenlijk geboekt op volgn. 232 i\ ook in de begrooting voor 1917 is de boeking dezer loonen op gelijke wijze geregeld (zie volgn. 231 sub i). Deze verhooging van volgn. 232 i met 520U.weegt natuurlijk op tegen de overschotten, welke op diverse onder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 1