GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
109
IN GEKOMEN STUKKEN.
N°. 204. Leiden, 20 September 1916.
Na de tot standkoming van de herziening van de jaar
wedden der leeraren en leeraressen aan het Gymnasium en
de beide Hoogere Burgerscholen alhier, is door ons College,
overeenkomstig de U gedane toezegging, overwogen, in hoe
verre ook de traktementen van de leeraren en leeraressen in
het teekenen wijziging behoorden te ondergaan.
Bij schrijven van 5 November 1915. verzochten wij daarom
aan de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs
ons nader van advies te dienen in zake de herziening van
die jaarwedden, voorzooveel het Middelbaar Onderwijs betrof,
en daarbij rekening te houden met den maatstaf, waarnaar
de verhooging der jaarwedden van de andere leeraren en
leeraressen bij het Middelbaar Onderwijs had plaats gehad.
In antwoord op dit verzoek deed de Commissie ons in hare
missive van 1 April j.l. haar gevoelen kennen.
Den leeraar in het teekenen aan de Hoogere Burgerschool
voor Jongens wilde zij eene jaarwedde van 2100.zien toe
gekend, na 3, 6, 9, 12 en 15 jaren dienst te verhoogen met
f200.—, derhalve tot een maximum van ƒ3100.terwijl zij
het traktement van de leerares aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes wenschte vastgesteld te zien op 1000.— 's jaars,
na 3, 6, 9 en 12 jaren dienst te verhoogen met 100.—,
derhalve tot een maximum van ƒ1400.— per jaar.
Voor deze bezoldiging zouden de leeraar en leerares verplicht
zijn resp. ten hoogste 31 en ten hoogste 14 uren per week
les te gevenvoor elk wekelijksch lesuur daarboven behoorde
eene bezoldiging van ƒ75.per jaar gegeven te worden.
Ofschoon ons College zich met het door de commissie
voorgestelde stelsel van bezoldiging wel kan vereenigen, achten
wij toch de door haar aangegeven bezoldigingen wel wat hoog
en dit te meer, waar als noodzakelijk gevolg van de ver
hoogingen bij het Middelbaar Onderwijs, billijkheidshalve ook
de jaarwedden van de leeraren en leeraressen bij de Kweek
school en het Lager Onderwijs verhoogd zullen moeten worden
en op deze wijze o. a. de leeraar bij het Middelbaar Onderwijs,
aangezien hij tevens les geeft aan de Kweekschool, nog eene
2e verhooging deelachtig zal worden.
De Commissie van Toezicht stelt wel voor, om de bezol
diging van den leeraar en de leerares bij het Middelbaar
Onderwijs voortaan in eene aparte verordening te regelen
doch ons College kan voor deze splitsing geen voldoende
aanleiding vinden. Sedert jaren zijn de traktementen van de
leeraren en leeraressen in het teekenen, die allen in het bezit
moeten zijn van een akte M. O., in één en dezelfde verorde
ning geregeld. Bovendien geeft, zooals wij reeds opmerkten,
de leeraar bij het Middelbaar Onderwijs ook les aan de Kweek
school en het komt ons daaroip niet wenschelijk voor de
salarisregelingen in den vervolge in verschillende verorde
ningen onder te brengen.
BESTAANDE VERORDENING.
VERORDENING van den 2den October 1902 (Gem.Blad
No. 10 van 1903), regelende het onderwys in het
teekenen aan de middelbare scholen, de kweekschool
en de openbare lagere scholen te Leiden, aangevuld
bij raadsbesluit van 12 Februari 1913.
Art. 1.
Met het geven van onderwijs in het teekenen aan de middel
bare scholen, de kweekschool en de meisjesschool 2e klasse
worden belast één leeraar en twee leeraressen, die in het
bezit moeten zijn van eene acte M. O. in dit vak.
Art. 2.
De leeraar geeft les aan de Hoogere Burgerschool voor
Jongens tot een maximum van 31 uren per week en aan de
Kweekschool tot een maximum van 6 uren per week.
Een der leeraressen geeft uitsluitend les aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes tot een maximum van 14 uren
per week.
De andere leerares geeft les aan de Kweekschool en aan de
Meisjesschool der 2e klasse tot een maximum van 20 lesuren
per week.
Art. 3.
De jaarwedde van de leerares aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes bedraagt bij eerste aanstelling 700.— en wordt
na twee en vier jaren dienst telkens met ƒ100.verhoogd.
Die van de andere leerares en van den leeraar bedraagt:
Een en ander voor oogen houdende, gelooven wij, dat de
navolgende bezoldigingen alleszins billijk en voldoende kunnen
worden geacht:
Voor den leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens,
die thans een traktement heelt van 50.— tot ƒ70.per
wekelijksch lesuur en 31 uur les geeft, eene jaarwedde van
1800.met 5 verhoogingen, na 3, 6, 9, 12 en 15 jaren
dienst, van 200.derhalve tot een maximum vari 2800.
en voor de leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes,
die volgens de bestaande regeling in het genot is van een
traktement van 700.tot 900.'s jaars, eene jaarwedde
van 800.met 4 verhoogingen na 3, 6, 9 en 12 jaren
dienst, van 100.derhalve tot een maximum van 1200.
een en ander met dien verstande, dat aan den leeraar en aan
de leerares voor elk wekelijksch lesuur resp. boven 31 en
14 uur per week eene bezoldiging van 60.per jaar zal
worden uitgekeerd.
Bij het tot standkomen dezer regeling zal, zooals uit den
ter visie liggenden staat blijkt, de leeraar aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens 630.en de leerares aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes 200.per jaar in trak
tement vooruitgaan.
Het traktement van den leeraar aan de Kweekschool en
dat van de leerares aan die inrichting en aan de Meisjes
school 2e klasse bedraagt volgens de bestaande verordening
bij eerste aanstelling 50.—, na 5 jaar dienst 60.en
na 10 jaar dienst 70.'s jaars per wekelijksch lesuur.
Eene verhooging dier bezoldiging in dien zin, dat bij eerste
aanstelling eene bezoldiging van 60.per wekelijksch
lesuur wordt uitgekeerd, na 5 en 10 jaar dienst te verhoogen
met ƒ7.50, zoodat de maximum-bezoldiging ƒ75.— 's jaars
per wekelijksch desuur bedraagt, komt ons billijk voor en
heeft ook de instemming van de Plaatselijke Schoolcom
missie. Voor de tijdelijke leeraren of leeraressen aan de andere
lagere scholen kan, evenals tot nog toe, eenzelfde regeling
worden getroffen.
De overige artikelen in de hieronder afgedrukte concept
verordening behoeven geen nadere toelichting; zij komen
m. m. overeen met de artikelen der verleden jaar vastgestelde
nieuwe salarisverordeningen voor de beide Hoogere Burger
scholen.
De in werking treding der nieuwe regeling zouden wij U
willen voorstellen te bepalen op 1 October a. s., echter met
bepaling, dat het den leeraar aan de Hoogere Burgerschool
voor Jongens, die reeds den leeftijd van 70 jaren heeft over
schreden, nog zal vrijstaan tot het einde van den loopenden
cursus zijne betrekking waar te nemen.
Berekend naar den toestand, die vermoedelijk op 1 October
a. s. zal gelden, zullen de meerdere kosten blijkens het ter
inzage liggende overzicht ƒ1072.50 per jaar bedragen.
Onder mededeeling, dat thans nog eene herziening der
traktementen voor de leeraren en leeraressen in de gymnastiek
zal worden ter hand genomen, geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging tot vaststelling van de navolgende ver
ordening over te gaan:
NIEUWE VERORDENING.
VERORDENING, regelende het onderwijs in het teekenen aan
de middelbare scholen, de Kweekschool voor onder
wijzers en onderwijzeressen en de openbare lagere
scholen te Leiden.
Art. 1.
Met het geven van onderwijs in het teekenen aan de middelbare
scholen, de Kweekschool en de meisjesschool 2e klasse worden
belast één leeraar en twee leeraressen, die in het bezit moeten
zijn van eene akte M. O. in dit vak.
Art. 2.
De leeraar geeft les aan de Hoogere Burgerschool voor
Jongens tot eeu maximum van 31 uren per week en aan de
Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, afdeeling
B, tot een maximum van 6 uren per week.
Een der leeraressen geeft les aan de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes tot een maximum van 14 uren
per week.
De andere leerares geeft les aan de Kweekschool voor onder
wijzers en onderwijzeressen, afdeeling A en aan de Meisjes
school 2e klasse tot een maximum van 20 lesuren per week.
Art. 3.
De jaarwedde van den leeraar aan de Hoogere Burgerschool
voor Jongens en de Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen, afdeeling B, bedraagt:
A. voor het geven van les aan de Hoogere Burgerschool
voor Jongens 1800.
T