95
Ter motiveering van ons voorstel meenen wij naar bijge
voegd uitvoerig advies van den Directeur der fabrieken te
kunnen verwijzen, met welk advies wij ons in alle opzichten
kunnen vereenigen.
Bovendien is onzerzijds een zeer belangrijke factor bij de
voorkeur, die wij aan den heer van Klinkenberg geven, de
omstandigheid, dat zijne prestaties de Directie der fabrieken
en ons geheel bekend zijn.
Waar deze ambtenaar steeds in alle opzichten uitmuntend
heeft voldaan, zooals ons mede door den heer van Doesburgh
is bevestigd, is dit o. i. een zeer overwegende reden, ook omdat
de factor van onzekerheid, die bij de beoordeeling van haast
eiken sollicitant aanwezig is, hier is uitgeschakeld.
Wij meenen U verder in overweging te moeten geven, op
de gronden in het advies van den Directeur ontvouwd, den
Raad voor te stellen het salaris te bepalen op f 4500, met
als persoonlijke toelage vrij gebruik van gas en electriciteit.
Daartegenover komt het ons gewenscht voor aan de benoe
ming de voorwaarde te verbinden, dat de functionnaris zich
verbindt in dienst der gemeente te blijven, totdat de thans
voorgenomen verbouwing der fabrieken voltooid kan worden
geacht.
De ingekomen sollicitaties met diverse bijlagen gaan tevens
hierbij.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
Fokker.
H. J. Zwiers.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 180. Leiden, 15 Augustus 1916.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geene bedenkingen heeft tegen de navolgende in hare
handen gestelde stukken
1°. de rekening en verantwoording van den Armenraad
over 1915;
2°. de suppletoire begrooting dienst 1915 van de Stedelijke
Werkinrichting ten bedrage van 16.25^ in ontvang en uitgaaf
3°. de rekening der Stedelijke Werkinrichting over 1915
4°. de begrooting der Stedelijke Werkinrichting voor 1917;
5°. de begrooting der Bank van Leening voor 1917;
6°. de suppletoire begrooting incl. staat van af- en over
schrijving, dienst 1915, van het Gereformeerde Minne-of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis, met intrekking van de door
den Raad in zijne zitting van den 4en Mei j.l. goedgekeurde
suppletoire begrooting dier instelling voor dat jaar
7°. de rekening van het Gereformeerd Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis over 1915;
8°. de balansen en winstrekeningen der Stedelijke fabrieken
van Gas en Electriciteit over 1915.
Zij adviseert U derhalve tot de goedkeuring te besluiten,
onder intrekking van Uw besluit van 4 Mei 1916, tot goed
keuring der suppletoire begrooting van het Gereformeerde
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
Aan net onderzoek der rekening van den Armenraad en
die van de Stedelijke Werkinrichting heeft de heer Reimeringer,
als lid van het Bestuur dier instellingen, niet deelgenomen;
wat de balans en winstrekening der Stedelijke Gasfabriek
betreft, geeft een der leden als zijn bijzonderen wensch te
kennen, dat deze voor het vervolg even overzichtelijk worde
ingericht als die van de Electriciteitsfabriek, in het bijzonder
door bijvoeging van een exploitatierekening, zooals dit voor
de Electriciteitsfabriek is geschied.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.