Aug. L. Reimeringer, 94 School 2e klasse voor jongens en meisjesNo. 3. a. 1°. Mej. A. E. DR1ESENS, le onderwijzeres in de hand werken aan de O. L. school der 3e klasse, No. 2, te Leiden; 2°. Mej. J. G. D. VAN GUL1K, onderwijzeres in de handwerken aan de O. L. school der 3e klasse, No. 3, te Leiden; 3°. Mej. A. KRONENBERG, onderwijzeres in de hand werken aan de O. L. school der 3e klasse, No. 6, te Leiden. b. 1°. Mej. M. A. HORREE, onderwijzeres in de handwerken aan de O. L. school der 4e klasse, No. 1, te Leiden; 2°. Mej. M. KAPTEIJN DEN BOUWMEESTER, onder wijzeres in de handwerken aan de O. L. school der 3e klasse, No. 3, te Leiden; 3°. Mej. A. S. HOOYER, onderwijzeres in de handwerken aan de O. L. school der 3e klasse, No. 8, te Leiden. Wij verzoeken U thans tot de benoemingen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 176. Leiden, 5 Augustus 1916. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 5, laatste lid, der verordening van 19 Januari 1911. houdende reglement op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht »Endegeest", de afdeeling voor jeugdige idioten Voorgeest" en het Sanatorium voor Zenuwlijders «Rbijngeest", hebben wij de eer U, ter vervulling van de vacature, die in de Commissie van Beheer over die inrichtingen zal ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding van den heer J. Roem, na raadpleging der Commissie, de volgende aanbeveling aan te bieden 10. J. ROEM. 2°. H. W. FISCHER. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 177. Leiden, 11 Augustus 1916. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van den heer J. W. Samberg, om eervol ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare lagere school der 4e klasse, No. 1, alhier, en onder mededeeling, dat tegen inwilliging daarvan bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging aan den heer J. W. Sam berg, op zijn verzoek, eervol ontslag uit zijne hierbovenge- noemde betrekking te verleenen, en zulks met ingang van 1 November 1916. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Hoogedelachtbare Hee.ren, Bij dezen heeft ondergeteekende de eer, wegens zijne studie voor het Staatsexamen A, teneinde daarna voor predikant te gaan studeeren, eervol ontslag aan te vragen als onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de O. L. School IV. 1. met ingang van 1 November a. s. Met de meeste hoogachting heeft hij de eer te zijn: LTw dw. dn. J. W. Samberg. Winterswijk 30 Juli 1916. N°. 178. Leiden, 12 Augustus 1916. Naar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer, hebben Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting de eer U het volgende dubbeltal voor te dragen, voor een lid van ons bestuur buiten den Gemeenteraad, dat jaarlijks op den eersten Dinsdag van September aftreedt, ditmaal zijnde de Heer Dr. J. G. van der Sluys, die opnieuw benoembaar is. le. Dr. J. G. VAN DER SLUYS. 2e. Den Heer H. W. T1ELEMAN. Bestuurderen voornoemd, Verhey van Wijk. loco-Voorzitter. Secretaris. Aan den Raad der gemeente Leiden. 179. Leiden, 15 Augustus 1916. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij overteleggen het advies van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in zake de vervulling der vacature van Adjunct-Directeur dier fabrieken, welke is ontstaan tengevolge van de benoeming van den heer R. van Ammers tot Directeur der fabrieken met ingang van 1 Augustus j. 1. Met het door Commissarissen voorgestelde dubbeltal kunnen wij ons geheel vereenigen. Ook hun voorstel, om de jaar wedde van den nieuwen Adjunct-Directeur te bepalen op f 4500, benevens als personeele toelage het vrij gebruik van gas en electriciteit heeft onze instemming. Het toekennen van deze personeele toelage achten wij in het belang der fabrieken. De voorgangers van den te benoemen titularis waren ook steeds in het genot van eene dergelijke toelage, voor zooveel het vrij gebruik van electriciteit tot een maximum van 1500 eenheden betrol. Te zijner tijd is het daarom ons voornemen, bij U een voorstel aanhangig te maken, om'net genot van vrij gebruik van gas en electriciteit in de instructie op te nemen. De personeele toelage vervalt dan vanzelf. Ten slotte komt het ons, in afwijking van het advies van Commissarissen, niet gewenscht voor aan de benoeming de voorwaarde te verbinden, dat de functionnaris zich verplicht in dienst der gemeente te blijven, totdat de voorgenomen verbouwing der fabrieken voltooid kan worden geacht. Dit in dienst blijven zouden wij alleen als eene moreele verplich ting beschouwd willen zien. Gp grond van een en ander en onder verwijzing naar het hierachter afgedrukte schrijven van Commissarissen, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging: a. over te gaan tot de benoeming van een Adjunct-Direc teur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit uit het navolgende dubbeltal 1°. G. A. VAN KLINKENBERG, w. i. 2°. C. PHILIPS, w. i.; de eerstgenoemde thans werkzaam als Ingenieur aan de Ste delijke Lichtfabrieken alhier, de laatstgenoemde thans Inge nieur aan het Gemeente-Gasbedrijf te Rotterdam; b. te besluiten, dat de benoeming zal ingaan op een nader door Commissarissen te bepalen tijdstip; c. de jaarwedde van den nieuwen Adjunct-Directeur vast te stellen op f 4500, benevens als personeele toelage het vrij gebruik van gas en electriciteit; d. de sub c bedoelde personeele toelage voor de bepaling van den pensioensgrondslag te waardeeren op een geldswaarde van f 100. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 7 Augustus 1916. Ter vervulling der vacature, ontstaan door de benoeming van den voormaligeri Adjunct-Directeur tot Directeur dei- Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit hebben wij de eer U ingevolge het bepaalde in art. 11 van de Verordening, houdende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te adviseeren, op het aan den Gemeenteraad aan te bieden dubbeltal te plaatsen: als No. 1 G. A. VAN KLINKENBERG, w. i. 2 C. PHILIPS, w. i., de eerstgenoemde thans werkzaam als Ingenieur aan de Ste delijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden, de laatst genoemde thans Ingenieur aan het Gemeente-Gasbedrijf te Rotterdam. Eertgenoemde is vroeger bij zijne aanstelling alhier, laatst genoemde thans door de gemeente-geneesheeren onderzocht en goedgekeurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 2