GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
71
STUKKEN.
N°. 148. Leiden, 30 Juni 1916.
Tegen den in hare handen gestelden suppletoiren staat van
begrooting en de balans en winst- en verliesrekening van de
gestichten Endegeest-Voorgeest-Rhijngeest, beide het dienst
jaar 1915 betreffende, heeft de Commissie van Financiën geen
bezwaar.
Zij stelt U mitsdien voor dien staat en die balans en winst
en verliesrekening goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 149. Leiden, 30 Juni 1916.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening, dienst
1915, van de Gemeentelijke Bank van Leening, geene beden
kingen heeft.
Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die rekening
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 150. Leiden, 30 Juni 1916.
Op 22 Augustus a.s. eindigt de huur van een stukje ge
meentegrond naast het perceel Rembranatstraat No. 27, ter
grootte van ongeveer 80 cA., laatstelijk krachtens raadsbesluit
van 25 Augustus 1911 voor den tijd van 5 jaren verhuurd
aan de naamlooze vennootschap »Nationaal Grondbezit", tegen
een huurprijs van 20 per jaar.
Aangezien genoemd perceel inmiddels in eigendom is over
gegaan aan de vereeniging «Leidsche Coöperatieve Keuken",
heeft het bestuur van deze vereeniging tot ons College het
verzoek gericht in den vervolge het stukje grond onder de
bestaande voorwaarden te mogen huren, waartegen blijkens
overgelegd schrijven bij «Nationaal Grondbezit" geen bezwaar
bestaat.
Bij ons College bestaat tegen de inwilliging van het verzoek
evenmin bezwaar. Teneinde echter te voorkomen, dat omtrent
deze huur telkens een nieuw raadsbesluit moet worden ge
nomen, is het eenvoudiger, om, zooals ten aanzien van
onderscheidene huren in de laatste jaren door IJ is besloten,
ook in dit geval te bepalen, dat na afloop van den huurtijd,
de huur geacht wordt telkens voor één jaar te zijn verlengd,
indien zij niet vier maanden vóór het eindigen van den huur
tijd schriftelijk door de huurster is opgezegd. Krachtens de
gewone voorwaarden van verhuring heeft de gemeente de
bevoegdheid de huur ten allen tijde op te zeggen, mits zes
maanden te voren kennis gevende.
Op grond van een en ander stellen wij U mitsdien voor,
het bedoelde stukje grond voor den tijd van 5 jaren, ingaande
23 Augustus 1916, te verhuren aan de vereeniging «Leidsche
Coöperatieve Keuken", tegen een huurprijs van 20 per jaar,
onder bepaling, dat de huur wordt geacht telkens voor één
jaar te zijn verlengd, indien zij niet vier maanden vóór het
eindigen van den huurtijd schriftelijk door de huurster is
opgezegd en verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden,
N°. 151. Leiden, 30 Juni 1916.
Blijkens mededeeling van den Commandant der Brandweer
komt handspuit No. 7 wegens ernstige ouderdomsgebreken
in aanmerking om als oud-materiaal te worden verkocht.
Aangezien aanschaffing van nieuwr handspuiten om de U
bekende redenen geen aanbeveling verdient en het voorloopig
nog wenschtlijk is om aan den M? redijk, alwaar spuit No. 7
geplaatst is, een handspuit beschikbaar te hebben, zal hand
spuit No. 6 naar den Maredijk worden verplaatst en voortaan
als No. 7 worden aangeduid.
De wijk van spuit No. 6 zal, overeenkomstig de bij vorige
gelegenheden gevolgde gedragslijn, voorloopig bij de wijk van
spuit No. 7 worden gevoegd, terwijl het kader en de spuit
gasten van spuit No. 6 naar spuit No. 7 of een der andere
spuiten zullen worden overgeplaatst.
De opperbrandmeester van spuit No. 6 echter is door ons
overgeplaatst naar de stoomspuiten nis 1 en 11, alwaar juist
eene vacature van opperbrandmeester was, terwijl de opper
brandmeester van spuit No. 7 die functie ook in wijk 6 zal
uitoefenen.
üp grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging tot den verkoop van handspuit No. 7
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 152. Leiden, 30 Juni 1916.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de raming van volgn.
232d der Gemeentebegrooting voor 1916 «Uitgaven in verband
met de aardappelen-, groenten-, peul vruchten-, visch-en gemeente-
vetvoorziening", wegens de sterk toegenomen uitbreiding van de
gemeentelijke bemoeiingen in zake de le vensmiddelenvoorziening,
te laag is gebleken. Wij stellen U voor dezen post met 100.000
te verhoogen; daarbij zal de omschrijving van den post zijn
aan te vullen met de woorden «grutterswaren e.d.", ten einde
onder dit hoofd tevens te kunnen boeken de uitgaven in ver
band met de distributie van rijst en van zoo noodig andere
grutterswaren.
Tegenover deze verhooging van volgn. 232 d zal de post
volgn. 58 e, thans luidende «Ontvangsten ter zake van de
de aardappelen-, groenten-, peulvruchten-, visch- en gemeente-
vetvoorziening" eveneens met de woorden „grutterswaren e.d."
moeten worden aangevuld en met gelijk bedrag van ƒ100.000.
kunnen worden verhoogd.
De op een en ander betrekking hebbende begrootingsregeling
wordt U hierbij ter vaststelling aangeboden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 153. Leiden, 30 Juni 1916.
Op de begrooting voor het loopende dienstjaar komt onder
volgn. 82 een post van ƒ600.voor, bestemd voor het drukken
van den inventaris der kloosterarchieven.
De kosten, aan het drukken van dien inventaris verbonden,
werden door den Archivaris aanvankelijk geraamd op ƒ1200.
zoodat in verband met de verdeeling van het werk over 2
jaar, het genoemde bedrag van ƒ600.op de begrooting voor
1916 werd uitgetrokken.
Thans deelt de Archivaris ons echter mede, dat in verband
met de hoogere druk- en papierprijzen voor het geheele werk
een bedrag van 1520.zal noodig zijn, welk bedrag even
wel met ƒ30.kan worden verminderd, wanneer de oor
spronkelijk bepaalde oplage van den inventaris met 50 exem
plaren wordt verminderd en mitsdien in plaats van 200
exemplaren slechts 150 exemplaren worden gedrukt, tegen
welke vermindering geen bezwaar bestaat.
Voor het drukken in het jaar 1916 wordt derhalve een
bedrag vau 745.vereischt, dat is ƒ145.— meer dan de
voorloopige raming bedroeg.
Verdeeling van het werk over drie in plaats van over twee
jaren, teneinde op die wijze een verhooging van den post te
vermijden, acht de Commissie voor het Oud-Archief, in aan
sluiting aan het gevoelen van den Archivaris, niet gewenscht,
aangezien dan de eenheid van het werk in gevaar zou worden
gebracht en aan het werk ook meer tijd zou moeten worden
besteed.
Overeenkomstig het voorstel van de Commissie geven wij
U daarom in overweging door vaststelling van den hierbij
overgelegdeu staat van af- en overschrijving voor het drukken
van het eerste gedeelte van den inventaris der klooster
archieven in 1916 alsnog een bedrag van 145.- te onzer
beschikking te stellen, te vinden door afschrijving uit den
post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop na aanneming van
ons voorstel, opgenomen onder No. 138 der Ingekomen Stukken,
nog een bedrag van ƒ48.224.655 beschikbaar is.
Op de concept-begrooting voor 1917 zal voor het tweede
gedeelte van het werk eveneens 745.worden uitgetrokken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.