74 DONDERDAG 4 MEI 1916. Leiden van den Bond van Arbeiders-muziekvereenigingen in Nederland, de afd. Leiden van den Alg Ned. Bond van Arbeiders in de Drankindustrie en de afd. Leiden van den Centralen Bond van Bouwvakarbeiders in Nederland aan het adres van het Duurte-Comité uit de Leidsche Arbeidersbeweging in zake de beschikbaarstelling van levensmiddelen en andere artikelen tegen lageren prijs. Zullen worden gevoegd bij het oorspronkelijk request. 3°. Adhaesiebetuiging van de afd. Leiden van d^n Ned. Litho-, Photo- en Chemigrafenbond aan een adres van den Leidschen Bestuurdersbond, dat niet is ingekomen. 4°. Adhaesiebetuiging van de afd. Leiden van den Ned. Sigaren- en Tabaksbewerkersbond aan een motie van den Leidschen Bestuurdersbond, die niet is ingekomen. 5°. Adhaesiebetuiging van de Leidsche Koetsiersvereeniging «Verbetering zij ons Streven", aan een advies van het Duurde- comité van den Leidschen Bestuurdersbond, dat niet is in gekomen. Worden voor kennisgeving aangenomen. 6°. Verzoek van het Bestuur der vereeniging «De Ambachts school" om het gemeentelijk subsidie met ƒ3515.te ver- hoogen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders. 7°. Verzoek van J. W. Wiggersom zijn perceel Witte Rozen straat 11 aan de gasleiding aan te sluiten. De Voorzitter. Het geldt hier een geval, dat reeds door de Directie van de Gasfabriek en door Commissarissen van de Lichtfabrieken is behandeld. De zaak is, dat de eigenaar van dit perceel een gedeelte straat dat voor zijn woning ligt, indertijd niet aan de gemeente heeft willen overdoen. Door deze weigering heeft men de hoofdgasleiding moeten omleg gen. Met een knik moest deze daarom gelegd worden door de Witte Rozenstraat. Nu komt de eigenaar vragen om aan sluiting aan de gasleiding. Dat is zeer wel mogelijk, mits hij zijn plicht als ingezetene van Leiden doet en de particuliere straat aan de gemeente overdraagt Deze geheele zaak hoort hier in den Raad eigenlijk niet thuis, want in art. 2 van de verordening van 17 December 1914 betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri- citeit te Leiden heeft de Raad bepaald, dat de aansluiting kan worden geweigerd, wanneer de hoofdbuis naar het oordeel van de Commissarissen te ver van het aan te sluiten perceel is verwijderd of de aansluiting hinder in het buizennet zou veroorzaken. Op die gronden dus kunnen Commissarissen aansluiting weigeren en zij hebben gemeend, dat er in de gegeven omstandigheden geen reden was aan dezen inge zetene aansluiting te verleenen. Ik stel derhalve voor dit verzoek te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om het ingevolge de verorde ning van 17 December 1914 te stellen in handen van de Commissarissen der Lichtfabrieken ter afdoening. Daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. 8°. Verzoek van Dr. P. J. Blok e.a. om niet over te gaan tot slooping van den molen «De Stier". De Voorzitter. Ik stel U voor, dit stuk te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en het te behan delen, wanneer het aanhangige vraagstuk inzake de plaatsing van den ontsmettingsoven aan de orde komt. Wordt dienovereenkomstig besloten. 90, Amendement van Mr. J. C. van der Lip op art. 1 der ontwerp-verordening tot beteugeling van het gebruik van tabak door kinderen. Zal worden behandeld bij punt 23 der agenda. 10°. Aanbeveling van het Bestuur der Vereeniging tot be vordering van den bouw van Werkmanswoningen ter benoeming van twee leden van dat bestuur. Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken. 11°. Rekening, dienst 1915, en begrooting, dienst 1917, van de Gezondheidscommisissie. 12°. Begrooting, dienst 1917, van de Plaatselijke School commissie. Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 13°. Verzoek van het Hoofdbestuur van Nosokomos. Nederl. Vereeniging tot bevordering der belangen van verpleegsters en verplegers, om een einde te maken aan eenige verkeerde toestanden in de gestichten Endegeest, Voorgeesten Rhijngeest. De Voorzitter. Mijne Heeren. Dit stuk heeft mij eerst bereikt hedenmorgen 10 uur, en het College te 11 uur. Nu bevat dit request verschillende zaken, die niet zoo dadelijk zijn te overzien, en wegens de late indiening is het ons onmo gelijk U hieromtrent thans reeds een voorstel te doen. Ik stel daarom voor dit stuk aan te houden tot de vol gende Raadszitting. Wordt dienovereenkomstig besloten. 14°. Advies van de Gezondheidscommissie op de ontwerp verordeningen tot wijziging van die op de keuring van eet- en drinkwaren en andere waren en tot beteugeling van het gebruik van tabak door kinderen. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, den 4 Mei 1916. In antwoord op Uw missive boven aangehaald, heeft de Gezondheidscommissie de eer U mede te deelen, dat zij een Verordening tot beteugeling van het gebruik van tabak door kinderen uit gezondheidsoogpunt ten zeerste toejuicht en dat bij haar tegen de voorgestelde wijziging van de Verordening van den 14en Januari 1915, op de keuring van Eet-en Drink waren en andere Waren geen bezwaren bestaan. Namens de Gezondheidscommissie, L. van Itallie, Voorzitter. W. C. de Graaff, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders te Leiden. Zal worden behandeld respectievelijk bij de punten 22 en 23 der agenda. 15°. Mededeeling van de Commissie voor het Stedelijk Museum «de Lakenhal" dat door wijlen den heer K. W. F. Rooseboom aan de gemeente zijn geschonken 2 aquarellen, 2 kopergravures en een boekwerk van L. Th. Gronovius. De Voorzitter. Ik stel voor, de schenking te aanvaarden en den executeur dank te betuigen voor deze gift van den overledene. Wordt onder teekenen van instemming dienovereenkom stig besloten. 16°. Voorstel van den heer K. Sijtsma tot spoedige behande ling van het ontwerp-rechtspositie der gemeente-ambtenaren in de sectiën van den Gemeenteraad. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der gemeente Leiden. De Ondergeteekende heeft de eer voor te stellen: 1°. te besluiten dat het ontwerp-reglement, regelende de rechtspositie der gemeente-ambtenaren zoo spoedig mogelijk in de afdeelingen van den gemeenteraad worde onderzocht; 2°. den voorzitter in overweging te geven de verdeeling van den Raad in Secties voor dit doel nog in de zitting van heden te doen plaats hebben. Leiden, 4 Mei 1916. K. Sijtsma. De Voorzitter. Dit voorstel van den heer Sijtsma heeft ons twee uur vóór den aanvang der Raadszitting bereikt. Op grond daarvan meen ik, ingevolge het Reglement van Orde te moeten voorstellen, om dit voorstel in de volgende verga dering van den Raad te behandelen. Ik doe dit voorstel op grond van art. 26 van het Reglement van Orde, waarin staat: «Het staat ieder lid van den Raad vrij, voorstellen in te dienen, mits die ten minste 24 uur te voren inzendende bij den Voorzitter.". Aangezien dit niet is geschied, moet ik tot mijn leedwezen den Raad in overweging geven, om dit voorstel in de volgende Raadszitting te behandelen, hoewel ik het gaarne thans in behandeling had genomen. Ik kan den Raad tevens mededeelen, dat het het voor nemen van Burgemeester en Wethouders is, om hun stand punt in deze zaak in de eerstvolgende Ingekomen Stukken kenbaar te maken. Wij willen de zaak volstrekt niet vertra gen; alleen op lormeele gronden moest ik in overweging geven dit voorstel thans niet te behandelen, want wanneer de Raad eenmaal een reglement van Orde heeft vastgesteld, moet men zich daaraan houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 2