58
der politie heeft te onderwerpen, wanneer in het belang der
openbare orde en veiligheid voor het verkeer een bepaalde
richting moet worden aangewezen. Uit komt nogal eens voor
na het geopend geweest zijn van bruggen.
Een strafvervolging tegen een automobielbestuurder, die
weigerde aan een dergelijk bevel te voldoen, bracht aan het
licht, dat indertijd vergeten is in art. 30 der Verordening
bovengenoemd artikel 22 mede toepasselijk te verklaren op
de bestuurders van motorrijtuigen op meer dan twee wielen.
De bestuurder was dus niet strafbaar en ging vrij uit.
Wij stellen U voor deze ongelijkheid weg te nemen door
in art. 30 art. 22 aan te halen.
De overige voorgestelde wijzingen vloeien uit de hierboven
toegelichte voort.
Wij hebben derhalve de eer Uwen Raad in overweging te
geven over te gaan tot de vaststelling van de volgende
verordening.
VERORDENING tot wijzing van de Verordening van 23 Mei
1912 (Gemeenteblad No. 18) op liet Rijden laatstelijk
gewijzigd bij Verordening van 5 Februari 1914
(Gemeenteblad No. 1).
Artikel 1.
In artikel 25 van bovengenoemde verordening vervallen de
woorden »de Pelikaanstraat tusschen de Oude Vest en den
Ouden Rijn".
Artikel II.
Artikel 26 vervalt.
Artikel III.
In artikel 29 vervalt het cijfer »26".
Artikel IV.
De aanhef van art. 30 wordt gelezen als volgt:
»De artikelen 8, 18 litt. a, 19, 20 en 22 dezer verorde
ning enz."
Artikel V.
In het eerste en in het tweede lid van artikel 63 vervalt
het cijfer »26".
Artikel VI.
In c van het tweede lid van artikel 67 vervalt het cijfer »26".
De Commissie voor de Strafverordeningen.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.