56
behalve de jaarlijksche begrooting, alle onderwerpen worden
onderzocht ten aanzien waarvan de Raad dit noodig acht.
Eene speciale verdeeling van den Raad in secties voor het
onderzoeken der concept-verordening regelende den rechts
toestand van de ambtenaren der gemeente Leiden, indien
tot dat onderzoek door Uwe Vergadering mocht worden be
sloten, is dus overbodig, ja zelfs in strijd met de zooeven
genoemde artikelen van het Reglement van Orde.
Wel moet elke afdeelirig voor elk onderwerp, dat in de
afdeelingen wordt onderzocht, telkens haren verslaggever
benoemen sedert de bij verordening van 9 Juli 1914 (Gem.
Blad no. 22) in art. 60, le lid van het Reglement van Orde
gebrachte wijziging. Blijkbaar heeft deze bepaling den geach-
ten voorsteller voor oogen gezweefd bij het samenstellen van
het 2e gedeelte van zijn voorstel.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De ondergeteekende heeft de eer voor te stellen
lo. te besluiten dat het ontwerp-reglement, regelende de
rechtspositie der gemeente-ambtenaren zoo spoedig mogelijk
in de afdeelingen van den gemeenteraad worde onderzocht;
2o. den voorzitter in overweging te geven de verdeeling
van den Raad in secties voor dit doel nog in de zitting van
heden te doen plaats hebben.
Leiden, 4 Mei. K. Sijtsma.
No. 112. Leiden, 10 Mei 1916.
Blijkens hare in de Leeskamer liggende missives wenscht
de Noord-Zuid-Hollandsche Tramwegmaatschappij de op
nevensgaanden blauwdruk rood gekleurde terreinstrook
omvattende een gedeelte van het terrein van Endegeest en
een gedeelte van den Hoogevoortschen weg, ter gezamenlijke
grootte van 45 M2., in gebruik te krijgen, met het recht die
strook in te richten tot in- en uitstapplaats en daarop een
wachthuisje te bouwen.
Noch bij de Commissie van Beheer over de gestichten
«Endegeest", «Voorgeest" en «Rhijngeest", noch bij ons Col
lege bestaat tegen de ingebruikgeving bezwaar, mits deze
geschiedt onder de in het rapport der Commissie vermelde
voorwaarden, waarmede de maatschappij zich bereids heeft
vereenigd, en ook de Minister van Binnenlandsche Zaken
daartegen geen bezwaar heeft met het oog op de belangen
van het gesticht «Endegeest".
Geheel overeenkomstig het advies der Commissie van
Beheer geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging
de terreinstrook, op den blauwdruk rood gekleurd en met
eene oppervlakte van 45 M2., behoudens rechten van derden
en behoudens de goedkeuring van den Minister van Binnen
landsche Zaken, aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg
maatschappij in gebruik te geven, met het recht het terrein
als in- en uitstapplaats in te richten en daarop een wacht
huisje te bouwen en verder onder de navolgende voorwaarden
lo. dat voor het gebruik van den grond een jaarlijksche
vergoeding wordt betaald van ƒ30,—, bij vooruitbetaling ten
kantore van het gesticht «Endegeest" te voldoen;
2o. dat het op de teekeriing aangegeven bestaande hek
door en voor rekening van de Maatschappij ten genoegen
van ons College moet worden -verplaatst langs de zuidooste
lijke en zuidwestelijke grenzen van den in gebruik te geven
grond, waarbij dat hek in goede aansluiting met de wederzijds
aansluitende hekken moet worden gebracht, terwijl het wegens
de mindere lengte eventueel overblijvende hekgedeelte ter
beschikking van de gemeente moet worden gesteld;
3o. dat de twee op de teekening aangegeven boomen dooi
en voor rekening en risico van de Maatschappij zullen wor
den geveld, welke boomen echter het eigendom der gemeente
blijven;
4o. dat het wachthuisje ten genoegen van ons College
worde gemaakt en onderhouden en geen ramen of uitgangen
mag hebben naar de zijden buiten den in gebruik te geven
grond
5o. dat de ingebruikgeving van den grond geschiedt voor
den tijd van 10 achtereenvolgende jaren, ingaande met de
dagteekening van de op te maken akte. De gemeente heeft
echter het recht het gebruik tusschentijds op te zeggen,
mits de Maatschappij 6 maanden te voren kerinisgevende
eene eenvoudige schriftelijke mededeeling zal daartoe voldoende
zijn, zoodat geen exploit of andere gerechtelijke akte daarvoor
noodig zal wezen. Vóór 1 Januari 1920 kan van dit recht
geen gebruik gemaakt worden. Overigens heeft op deze inge
bruikgeving betrekking het bepaalde in de artikelen 865
876 van het Burgerlijk Wetboek;
6o. dat alle kosten voor de op te maken akte, eventueele
kadastrale opmeting en alle verdere kosten, die door of ten
gevolge van het werk eventueel voor de gemeente mochten
ontstaan, ten laste van de Maatschappij komen
7o. dat de ingebruikgeving vervalt, wanneer van de in- en
uitstapplaats of van het wachthuisje als zoodanig geen gebruik
meer wordt gemaakt;
8o. dat binnen een maand na het eindigen, vervallen of
het door de gemeente opzeggen van de ingebruikgeving, de
in gebruik gegeven grond door en voor rekening van de Maat
schappij geheel moet zijn ontruimd en alles in den vorigen
toestand ten genoegen van ons College moet zijn terugge
bracht, zullende bij nalatigheid een en ander vanwege de
gemeente en op hare kosten geschieden, terwijl de Maat
schappij gehouden is die kosten volgens de opgaaf van de
gemeente te voldoen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 113. Leiden, 11 Mei 1916.
Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de Com
missie van Beheer over de gestichten «Endegeest", «Voorgeest"
en «Rhijngeest" geven wij Uwe Vergadering in overweging
aan de Commissie voor de uitvoering van de in dat schrijven
genoemde werken de vereischte machtiging te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 10 Mei 1916.
Wij hebben de eer Uw College te berichten, dat de meeste
ketels voor de lage-druk-stoomverwarming in de paviljoens
van Endegeest, die ongeveer 20 jaren in gebruik zijn, lang
zamerhand versleten geraken.
Thans staat onze Commissie voor de noodzakelijkheid van
de vernieuwing van den verwarmingsketel onder het hoofd
gebouw, van waaruit de centrale verwarming der beide obser
vatie-paviljoens geschiedt. Het hoofdgebouw zelf wordt nog
door kachels verwarmd en nu wij toch tot vernieuwing dei-
ketels zullen moeten overgaan, hebben wij van deze gelegenheid
gebruik gemaakt om ook in ons plan op te nemen de centrale
verwarming van het hoofdgebouw, dat met deze paviljoens
één complex vormt. Het hoofdgebouw wordt thans nog door
13 gas- en andere kachels verwarmd, waarbij o.a. 2 groote
kachels voor collegezaal-kerk.
Het behoeft geen betoog, dat een centrale verwarming,
afgezien van voordeelen van zindelijkheid en veiligheid, ook
in onderhoud belangrijke voordeelen biedt en waar nu het
inrichten der nieuwe ketels mede voor het hoofdgebouw met
inbegrip van de installatie van radiatoren enz. slechts ruim
ƒ800.meer kost dan wanneer men zich beperkt tot de
noodzakelijke werken voor de beide paviljoens, achten wij het
verstandig het ruimere plan te ondernemen d. i. dus hoofd
gebouw en beide paviljoens te zamen.
De kosten van dit plan bedragen ƒ2987.waarbij nog
komt eenig metselwerk, dat in eigen beheer wordt uitgevoerd.
De gelden voor een en ander zijn in het Afschrijvings- en
Vernieuwingsfonds van het bedrijf beschikbaar, zoodat geen
crediet aan den Raad behoeft te worden aangevraagd.
Wel behoeden wij, om deze vernieuwing te ondernemen,
's Raads machtiging en wij hebben dan ook de eer Uw College
te verzoeken daartoe Uwe tusschenkomst te willen verleenen.
De Commissie van Beheer voornoemd,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
J. Draaijer, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 114. Leiden, 12 Mei 1916.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mevr. J.
Frijevan der Laan, om eervol ontslag als onderwijzeres aan
de openbare lagere school der 4e klasse No. 2 alhier, bestaat
bij ons geen bezwaar.
Wij geven U derhalve in overweging aan Mevr. J. Frije-van
der Laan, op haar verzoek, met ingang van 1 Juni 1916 eervol
ontslag te verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres
aan de openbare lagere school der 4e klasse No. 2.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.