44 N°. 79. Leiden. BI Maart 1916. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de raming dei- navolgende posten van de gemeentebegroting voor 1915 ontoe reikend is gebleken en dat verhooging dier posten met. de daarbij vermelde bedragen noodig is. Volgn. 69. Jaarwedden van de ambtenaren en bedienden der gemeente-secretarief 49.06 Een der klerken legde aan het einde van 1914 met gunstig gevolg af een examen in het «boek houden" en kreeg dientengevolge recht op eene toelage van 50.— per jaar. In verband hiermede is eene aanvulling van het artikel met 49.06 noodig. Volgn. 145 Jaarwedden der onderwijzers 1926.67® In verhand met de aanstelling van tijdelijke leerkrachten, zoowel ter vervanging van gemobili seerde onderwijzers als bij ziekte onder het onder wijzend personeel, is eene verhooging van dit artikel met 1926.67® noodig. Volgn. 149. Kosten van het herhalingsonderwijs. a. Jaarwedden198.71 De waarneming der lessen, wegens ziekte, van het hoofd der Herhalingsschool voor Meisjes en van een der onderwijzers aan die school, respec tievelijk van 15 Januari30 Juni en van 1 Sep tember— uit. December 1915, vorderde eene buiten gewone uitgaaf van 198.71. Eene verhooging van het artikel met gelijk bedrag is derhalve noodig. Volgn. 159. Kosten van belooningen en eereblijken 126.09 In verband met de noodig gebleken aanvulling van den voorraad getuigschriften, welke aan de leerlingen, die met vrucht de school hebben door- loopen, worden uitgereikt, moet eene extra uitgaaf van 175worden gedaan, die niet uit het op dezen begrootingspost geraamde bedrag van ƒ900. kan worden bestreden. Met eene verhooging van het artikel met ƒ126.09 zal echter vermoedelijk kunnen worden volstaan. Volgn. 162. Kosten voor de middelbare scholen, a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers. 1369.79® Het op de begrooting uitgetrokken bedrag voor jaarwedden der leeraren aan de Hoogere Burger school voor Jongens is met ƒ789.03, dat voor jaarwedden der leeraressen aan de Hoogere Burger school voor Meisjes met ƒ580.76® overschreden. Beide overschrijdingen zijn het gevolg van de in werking treding, met ingang van 1 October 1915, van de verordeningen, waarbij de jaarwedden van de leeraren en leeraressen aan die onderwijs inrichtingen opnieuw zijn geregeld. Volgn. 166. Kosten voor het Gymnasium, a. jaarwedden der leeraren en onderwijzers 1779.61® De in werking treding, met ingang van 1 October 1915, van de nieuwe salarisregeling voor de leeraren aan het Gymnasium, alsmede de ver meerdering van het aantal lesuren van eenige leeraren, bij den aanvang van den cursus 1915/1916, wegens splitsing der 3e klasse, maken eene aan vulling van dit artikel met 1779.615 noodig. Volgn. 188. Onderstand aan behoef tigen2178.35 Voor de betaling van huishuur voor behoeftigen, voor verstrekking van huisvesting, voeding en kleeding aan verlaten kinderen enz. zal over 1915 een bedrag van ƒ6400.moeten worden uitgegeven, terwijl de kosten van verpleging van behoeftige personen in gestichten enz. ƒ4503,35 zullen bedragen, te zamen alzoo ƒ10903.35. De begrootingspost is geraamd op ƒ8725.en zal derhalve met 2178.35 moeten worden verhoogd. Volgn. 216. Pensioenen. a. Pensioenen verleend krachtens de gemeentelijke pensioenverordening met uitzondering van de sub c vermelde 1820 20® Bij de vaststelling der gemeentebegrooting werd gerekend op eene afneming van deze pensioenen met 2000.—. Thans blijkt echter, dat deze afneming over '1915 slechts ƒ891.79®, d i. 1108.20® minder heeft bedragen. Bovendien werd krachtens de bepalingen der gemeentelijke pensioenverordening aan den hoofdagent van politie Maartense, met ingang van 1 Januari 1915, een pensioen toegekend van ƒ712.— per jaar. Een en ander maakt eene aanvulling van het artikel met 1108 20® -f- 712. of ƒ1820.20® noodig. c. Suppletiepensioenen aan op 1 October 1913 in dienst zijnde gemeenteambtenaren toe te kennen. 1319.34 Aan suppletiepensioenen moest 1319.34 meer worden toegekend, dan de raming bedroeg. Volgn. 238. Voorschot aan de Woningbouw- vereeniging «Ons Belangten behoeve van den bouw van arbeiderswoningen8800. Aangezien de krachtens Raadsbesluit van 17 Juni 1915 (Ingek. Stukken no. 121), aangevraagde ver hooging met 8800.— van het rijksvoorschot, ten behoeve van de uitvoering van het bouwplan van bovengenoemde vereeniging, bij Koninklijk Besluit van 7 September 1915 no. 11 is toegekend, moet dit artikel met gelijk bedrag worden verhoogd. Volgn. 239. Voorschot aan de Woningbouw- vereeniging «de Goede Woning''' ten behoeve van den bouw van arbeiderswoningen 14750.— Eene verhooging van dit artikel met 14750.— is noodig, in verband met het Koninklijk Besluit van 21 Augustus 1915 no. 45, waarbij het rijksvoorschot ten behoeve van de uitvoering van het bouwplan der Woningbouwvereeniging »de Goede Woning" met 14750.— werd verhoogd. Deze verhooging werd aangevraagd krachtens Raadsbesluit van 20 Mei 1915 (Ingek. Stukken no. 96). Het totaal der bovenstaande verhoogingen bedraagt34317.84 Tot dekking van de hoogere uitgaven op de volgnrs. 69— 216 kan het totaal bedrag dier posten ad 10767.84 worden afgeschreven van den post voor «Onvoorziene Uitgaven", waarop thans nog eene som van 31948.— beschikbaar is; in verband met de toelichting bij de volgnrs. 238 en 239 kan verder volgn. 636 der Ontvangsten y>Voorschot van het Rijk ten einde de gemeente in staat te stellen tot het verkenen van een voorschot aan de Woningbouwvereeniging «Ons Belang" voor het stichten van arbeiderswoningen" met 8800.— en volgn. 63c Voorschot van het Rijk ten einde de gemeente in staat te stellen tot het verleenen van een voorschot aan de Woningbouwvereeniging «de Goede Woningvoor het stichten van arbeiderswoningenmet 14750.worden verhoogd. Wij geven U thans in overweging tot de voorgestelde ver hoogingen te 'besluiten door vaststelling van den hierbij over- gelegden begrootingsstaat, model C. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 6