29
In het advies van het Fondsbestuur worden nog eenige
andere opmerkingen gemaakt. Gewezen wordt op het gevaar
van te sterke centralisatie. Wij deelen deze vrees. Het zwaarte
punt van uitvoering, controle en verantwoordelijkheid moet
toch berusten bij de afdeeling. Dan zal het gevoel voor de
eigen kas niet verslappen en wordt een gezonde en onzelf
zuchtige werking der verzekering bevorderd.
Het komt ons daarom gewenscht voor, dat in de nieuwe
regeling hieromtrent, alsook ten aanzien van de controle,
door het Fondsbestuur1 uit te oefenen, de noodige voorziening
wordt getroffen.
Ten slotte wijzen wij er op, dat de mogelijkheid is voorzien,
dat na 1 Mei a. s., niettegenstaande de genomen voorzorgen,
om de kassen zoo sterk mogelijk de nieuwe regeling te doen
ingaan, deze of gene kas nog niet in staat zal blijken geheel
op eigen wieken te drijven. Vandaar de overgangsbepalingen
genoemd in IVVII van schema B.
In het stadium, waarin deze aangelegenheid zich thans
bevindt, wordt van U alleen gevraagd eene bereidverklaring
om de nieuwe regeling in beginsel te aanvaarden. Wij geven
U in overweging daartoe te besluiten doch meenen, dat het
niet ondienstig is daarbij tegelijk aan den Minister de opmer
kingen mede te deelen, die wij meenden onder Uwe aandacht
te moeten brengen, opdat bij de uitwerking der plannen,
daarmede rekening kan worden gehouden. De definitieve
regeling zal te zijner tijd wederom aan Uwe goedkeuring
worden onderworpen.
Naar aanleiding van het bovenstaande stellen wij Uwe
Vergadering voor:
1°. de nieuwe regeling nopens de werkloosheidsverzekering,
neergelegd in de ministerieele circulaire van 19 Januari jl.
No. 4672 afd. W. V. in beginsel te aanvaarden;
2°. ons College te machtigen daarbij de boven gemaakte
opmerkingen ter kennis van den Minister te brengen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 46. Leiden, 24 Februari 1916.
In de op Dinsdag 22 dezer te Oegstgeest gehouden open
bare veiling waren wij in de gelegenheid een achter de villa
»Pomona" nabij den Rijnsburgerweg gelegen terrein met
daarop staand gebouw, kad. bekend onder Sectie E no. 778,
gemeente Oegstgeest, ter oppervlakte van 2 H.A., 47 A., 80c.A.
aan te koopen voor de som van 12024.
Aankoop van dit terrein, dat op het oogenblik verhuurd is
aan de voetbalvereeniging »de Sportman" voor 750.per
jaar, doch voor verschillende doeleinden geschikt is, komt ons
voor de gemeente alleszins gewenscht voor. Het terrein grenst
aan de gemeentelijke boomkweekerij en is in de onmiddellijke
nabijheid van de overige gemeentelijke terreinen nabij Ende
geest gelegen, terwijl de koopprijs ad 12024.alleszins
aannemelijk kan worden genoemd. Behalve dit bedrag zal een
som van 1391.38 aan kosten, die met de veiling verband
houden en, wanneer rangregeling noodig mocht zijn voor de
royeering der op het perceel gevestigde hypotheken, boven
dien nog een bedrag van 300.moeten worden betaald.
Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in
overweging
a. te besluiten tot den aankoop van het perceel kad. bekend
onder Sectie E. no. 778, gemeente Oegstgeest, voor de som
van 12024.
b. over te gaan tot vaststelling van bijgaanden suppletoiren
begrootingsstaat, groot, met inbegrip van de veilingskosten enz.,
13715.38.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 47. Leiden, 25 Februari 1916.
Zooals U bekend is, treedt de Gemeentelijke Arbeidsbeurs
sedert 1 Januari j.l. tevens Op als districts-arbeidsbeurs, ten
gevolge waarvan zij behalve onze gemeente nog 32 omliggende
gemeenten omvat.
Met deze uitbreiding harer werkzaamheid gaat uit den aard
der zaak eene vermeerdering van uitgaven gepaard, die door
het bestuur geraamd wordt op 250 voor installatiekosten
én op 625 voor jaarlijks terugkeerende uitgaven, volgens
in de missive van het bestuur opgegeven specificatie.
Het bedrag ad ƒ250 wordt, volgens nader bericht van het
bestuur, ten volle door het Rijk gerestitueerd, terwijl de
overige gelden, aan de intercommunale arbeidsbemiddeling
verbonden, geheel of althans ten deele door het Rijk zullen
worden vergoed. Voorloopig zal het bedrag ad 625 dus
door afschrijving van den post voor «Onvoorziene Uitgaven",
waarop bij aanneming van onze tevoren gedane voorstellen
nog ƒ27.214.656 beschikbaar is, dienen te worden gevonden.
Wij geven U derhalve in overweging door vaststelling van
nevensgaanden begrootingsstaat, model C, alsnog een bedrag
van 875 beschikbaar te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 48. Leiden, 25 Februari 1916.
Blijkens het ter visie liggend overzicht is voor de installatie
van het reinigings- en verbrandingsbedrijf bij verschillende
raadsbesluiten te zamen een bedrag van 318.500 toegestaan,
terwijl de totaalkosten in werkelijkheid ƒ326.850 of althans
326.500 zullen bedragen. Een bedrag van 8350.— of
althans van ƒ8000.zal dus alsnog moeten worden toegestaan.
Deze overschrijding, welke bij een werk, waarvan hier te
lande geen ervaring bestond, geen verwondering behoeft
te verwekken, is in hoofdzaak een gevolg van de wijzi
gingen en verbeteringen, die aan enkele onderdeelen der
verbrandingsinstallatie zijn aangebracht, op grond van de
opgedane ervaringen bij het in gebruik stellen der inrichting
en tengevolge waarvan ook het gebouw der vuilverbranding
eenige veranderingen moest ondergaan. Terwijl toch de in
stallatie der eigenlijke reiniging bijna ƒ7000 onder de raming
bleef, komt op de toegestane stichtingskosten voor de vuil
verbranding bijna 20.000 te kort, waarvan slechts een zeer
klein gedeelte kan worden gevonden uit den post «Onvoorzien."
Verschillende bijzonderheden omtrent de achteraf noodig
geoordeelde verbeteringen kan men in de stukken aantreffen.
Onder verwijzing naar die stukken geven wij Uwe Ver
gadering mitsdien in overweging door vaststelling van nevens
gaanden suppletoiren begrootingsstaat alsnog een bedrag van
8350 te onzer beschikking te stellen voor den bouw en de
opstelling enz. van de Vuilverbrandingsinstallatie en van verdere
werken ten behoeve van den reinigingsdienst.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 49. Leiden, 25 F'ebruari 1916.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van den heer
Ch. F. H. Dumont, hebben wij de eer U mede te deelen,
dat noch bij de Commissie van Toezicht op, het Middelbaar
Onderwijs, noch bij ons College bezwaar bestaat den heer
Dumont de verlangde toestemming te verleenen, mits hij,
zoo noodig, in de eerste plaats beschikbaar zij voor de
Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier.
Ingevolge artikel 13 der verordening van den 15en Juli
1915 (Gemeenteblad No. 8), geven wij U mitsdien in over
weging aan den heer Dumont, onder de hierboven gestelde
voorwaarde, tot wederopzeggens toestemming te verleenen,
tot het geven van onderwijs aan de bijzondere Hoogere
Burgerschool te Voorschoten.
Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. vari Leiden.
Aan het College van Burgemeester en Wethouders
te Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Dumont,
Charles, Franpois, Henri, leeraar aan de Hoogere Burgerschool
voor jongens alhier;
dat hem door den Directeur der Bijzondere Hoogere Burger
school te Voorschoten, den heer Wullings, het verzoek is ge
daan aan zijne inrichting des Woensdags- en Zaterdags
middags van 21/»—43/i uur, onderwijs te geven in de aard
rijkskunde;
dat deze lesuren geheel vallen buiten die, welke aan de
H. B. S. en aan de Postschool worden gegeven;
dat de directeur der H. B. 8. alhier tegen het geven van
deze lessen geen bezwaren heeft, zoolang de werkzaamheden
van requestrant aan de H. B. S. hierdoor geen nadeel onder
vinden
redenen waarom requestrant zich tot Uw college wendt
met het eerbiedig verzoek, hem toe te staan het aanbod van
den heer Wullings voornoemd, te aanvaarden
't Welk doende enz.
Cii. Dumont.
Leiden, 13 Februari 1916.