26
van eenige werken gewenscht achten en roepen voor de tot
standkoniing daarvan de medewerking van Uw College in.
Reeds geruimen tijd geleden overwoog onze Commissie de
wenschelijkheid om over te gaan tot een verbetering van de
rioleering in de 4 nog niet op de bevloeiingsvelden aange
sloten paviljoens, in verband waarmede dan die velden zouden
moeten worden uitgebreid. Ook aan de verbetering van de
rioleering van Rhijngeest hebben wij onze aandacht gewijd.
Het behoeft geen betoog, dat deze werken uit een hygiënisch
oogpunt alle aanbeveling verdienen, lntusschen bleven deze
plannen, vooral in verband met de tijdsomstandigheden, tot
nog toe rusten.
Toen wij evenwel in het najaar van 1915 het oogenblik
aangebroken achtten om over te gaan tot de aanbesteding
van het nieuwe paviljoen voor 48 hulpbehoevende en bed
legerige patiënten op de weide achter het kasteel, welk paviljoen
ook op de vloeivelden zal worden aangesloten, besloten wij
ook de aansluiting van de 4 laatste paviljoens ter hand te
nemen, waardoor Endegeest en Voorgeest in den loop van
het jaar '1916 in het bezit zullen kunnen zijn van een moderne,
aan alle eischen beantwoordende rioleering annex privaat
stelsel. De verbetering van de rioleering van Rhijngeest be
sloten wij voorloopig te laten rusten, omdat wij ons omtrent
de wijze, waarop die verbetering behoort te geschieden, nog
geen oordeel gevormd hebben, voorts de kosten nogal aan
zienlijk zullen zijn en voorloopig door geregeld schoonhouden
der slooten de bezwaren van de bestaande rioleering eenigs-
zins worden verholpen.
Terwijl de boven aangegeven plannen in beginsel door ons
warén aangenomen, ontstond nog eenig oponthoud. De tweede
geneesheer van Endegeest, Dr. G. J. B. A. Janssens, toch
deed ons de mededeeling van zijn voorgenomen huwelijk.
Naar aanleiding daarvan besloten wij den tyouw van een
ambtswoning voor dezen geneesheer in overweging te nemen.
Het Kon. Besluit toch, waarbij aan het bestuur van de ge
meente Leiden vergunning wordt verleend op het landgoed
Endegeest, gemeente Oegstgeest, een gesticht voor krank
zinnigen op te richten, bepaalt in artikel 5, dat de genees
kundige behandeling der verpleegden wordt opgedragen aan
ten minste drie deskundigen, die gevestigd moeten zijn in
een woning op het terrein van het gesticht. Dit voorschrift
is duidelijk en wij besloten dan ook tot den bouw van be
doelde ambtswoning de noodige voorstellen te doen. Daarbij
willen wij erop wijzen, dat de gelden voor dezen bouw geen
zuivere verliespost behoeven te zijn. Vooreerst krijgen wij
daardoor de beschikking over een tweede woning voor de
geneesheeren, wat geen weelde is, en ons bij eventueele
vacature van veel nut zal kunnen zijn. Het feit dat van de
dpe geneesheeren van Endegeest slechts één gehuwd is, mag
toch niet als maatstaf gelden. In de tweede plaats wordt
door den voorgestelden maatregel een verdienstelijk ambtenaar
nauwer aan de gestichten verbonden. Voorts komen zijn
beide kamers vrij, die op de een of andere wijze weer pro
ductief kunnen worden gemaakt. Toen ons plan, om bedoelde
woning te bouwen, vast stond, hebben wij dit gecombineerd
met de aansluiting van de vier paviljoens op en de uitbreiding
van de vloeivelden.
Omtrent de kosten van een en ander kunnen wij het
volgende mededeelen.
De ombouw van de privaten in de 4 aangegeven paviljoens,
alsmede de aansluiting dezer paviljoens op de centrale rioleering
wordt door den Directeur der Gemeentewerken geraamd op
f8000.de uitbreiding van de bevloeiingsvelden op f5000.—
Zooals Uw College bekend is, werd bij raadsbesluit van 8 April
1915 o. a. het terrein der vloeivelden door de gestichten
aangekocht, in welken koop reeds begrepen was het thans
voor uitbreiding benoodigde terrein, zoodat ten aanzien van
den grond geen nadere transacties behoeven plaats te hebben.
Het huis voor Dr. Janssens wordt door den Directeur der
Gemeentewerken op f16000.geraamd. De prijs in normale
tijden zou zijn ongeveer ƒ12 a ƒ13000.doch hierbij moest
25% gevoegd worden wegens de tijdsomstandigheden. Trouwens
de ramingen van al de voorgestelde werken zijn gebaseerd
op de thans geldende hooge materiaalprijzen. Wij vertrouwen
dat eind December 1916 alles gereed zal kunnen zijn.
De gezamenlijke kosten van deze werken zullen derhalve
bedragen f8000.— ƒ5000.j- f16000.-- f29.000.—.
Uit het Afschrijvings- en Vernieuwingsfonds kunnen wij
hiervoor ƒ9000.beschikbaar stellen, zoodat alsnog een bedrag
van f20000.overblijft, dat door de gemeente geleend zou
moeten worden.
Wij stellen U voor dit bedrag wederom in 40 jaar af te
lossen en den rentevoet te bepalen op 4-|
Naar aanleiding van het bovenstaande en onder overlegging
van de vereischte teekeningen hebben wij thans de eer, gelet
op de artikelen 41 en 46 van de verordening van 19 Jan. 1911
en art. 8 van de verordening van 27 Juli 1911, Uw College
te verzoeken ertoe mede te willen werken, dat de raad be
sluite voor de boven omschreven werken een bedrag van
f20000.ter beschikking van onze commissie te stellen ter
storting in het afschrij vings- en vernieuwingsfonds, onder
bepaling dat dit bedrag uit de exploitatie der gestichten in
40 jaren zal worden afgelost en dat jaarlijks 4rente door
de gestichten aan de gemeente zal worden vergoed.
De Commissie van Beheer voornoemd,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
J. Draaijer, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 48. Leiden, 24 Februari 1916.
Ook tegen het in het hierachter afgedrukte rapport der
Commissie van Beheer over de gestichten «Endegeest", «Voor-
geest" en «Rhijngeest" vervatte voorstel bestaat onzerzijds
geen bezwaar.
Wij stellen U mitsdien voor tot vaststelling van de navolgende
verordening over te gaan.
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening
van 30 Juni 1910 (Gem. Blad no. 11), regelende de
bezoldiging van de aan het krankzinnigengesticht
„Endegeest", de afdeeling voor jeugdige idioten
en het sanatorium voor zenuwlijders „Rhijngeest"
verbonden geneesheeren, gewijzigd bij verordening van
18 Juni 1914 (Gem. Blad no. 20).
Art. 1.
De 2e alinea van art. 2 der bovengenoemde verordening
wordt gelezen als volgt:
«de tweede geneesheer van Endegeest geniet, zoo hij gehuwd
is, eene jaarwedde van ten minste 2500 en ten hoogste
3500 met genot van vrije woning; zoo hij ongehuwd is,
eene jaarwedde van ten minste f2000 en ten hoogste f3000,
met genot van vrije inwoning, voeding, vuur, licht, bediening
en bewassching
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1917.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 12 Februari 1916.
In verband met het aanstaand huwelijk van den tweeden
geneesheer van Endegeest, Dr. G. J. B. A. Janssens, zal het
noodig zijn de verordening van 30 Juni 1910 (Gem. Blad No. 11),
gewijzigd bij verordening van 18 Juni 1914 (Gem. Blad No. 20),
te herzien.
In die verordening toch wordt alleen rekening gehouden
met een ongehuwden tweeden geneesheer en zijn salaris be
paald op ƒ2000.ƒ3000.— met genot van vrije inwoning,
voeding, vuur, licht, bediening en bewassching. De gehuwde
en dus uitwonende geneesheer zal de emolumenten van voeding,
vuur, licht, bediening en bewassching missen. Deze emolu
menten worden door ons getaxeerd op f 500.en het komt
ons derhalve billijk voor het salaris-in-geld voor den gehuwden
tweeden geneesheer op f 500.hooger te stellen dan voor
den ongehuwden.
Wat betreft de vrije woning, uit ons schrijven van heden
No. 11 zal Uw College blijken, dat het in ons voornemen ligt
voor den gehuwden tweeden geneesheer een vrije ambts
woning te bouwen, waardoor het genot van vrije inwoning
wordt gecompenseerd.
Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij derhalve
de eer U uit te noodigen den Raad voor te stellen het 2e lid
van artikel 2 van de hierbij gevoegde verordening als volgt
te wijzigen:
»de tweede geneesheer van Endegeest geniet, zoo hij gehuwd
is, eene jaarwedde van ten minste 2500.en ten hoogste
f3500.met genot van vrije woning; zoo hij ongehuwd is,
eene jaarwedde van ten minste f 2000.tot ten hoogste
3000.met genot van vrije woning, voeding, vuur, licht,
bediening en bewassching."
Deze wijziging zou met 1 Januari 1917 kunnen ingaan.
Op dit tijdstip toch vertrouwen wij, dat Dr. Janssens zijn
nieuwe woning zal kunnen betrekken.
De Commissie van Beheer,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
J. Draaijer, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.